2.2 De Industriële Revolutie

1 / 36
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Burgers en stoommachines

De Industriële revolutie

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de Industriële Revolutie begon

Slide 5 - Tekstslide

Controle vragen
1. Ik kan uitleggen wat het belang van de stoommachine is tijdens de industriële revolutie

2. Ik kan een relatie leggen tussen het modern imperialisme en grondstoffen en afzetmarkten

3. Ik kan uitleggen wat een transportrevolutie is

Slide 6 - Tekstslide

Van handwerk naar machine


  • Hoe werd Engeland tussen 1750 en 1850 een Industriële samenleving ? 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Industriële Revolutie
  • De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie

  • Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland

  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny en de stoommachine

Slide 9 - Tekstslide


Spinning Jenny
1764



  • Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
  • Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen




Slide 10 - Tekstslide


Stoommachine
rond 1764 




  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 11 - Tekstslide

van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie

Slide 12 - Tekstslide

Gevolgen uitvinding stoommachine
  1. Overstap op machinekracht
  2. Meer voedsel beschikbaar door nieuwe landbouwmachines (zorgt ook voor werkeloosheid op het platteland!)
  3. Meer voedsel zorgde ook voor bevolkingsgroei
  4. Werkloosheid op platteland + opkomst fabrieken in steden = Heel veel mensen verhuizen naar de steden voor werk

Slide 13 - Tekstslide

Modern imperialisme

Slide 14 - Tekstslide

Welk wereldrijk?

Slide 15 - Tekstslide

Waarom is de industriële revolutie in England ontstaan (rond 1750)
  1.  Er is voldoende geld aanwezig voor ontwikkeling (wereldhandel, kolonies) 
  2. Er zijn voldoende grondstoffen aanwezig (ijzererts + steenkool)
  3. Bevolkingsgroei waardoor er veel arbeiders beschikbaar zijn (dankzij de werkloosheid op het platte land) 


Slide 16 - Tekstslide

Afrika rond 
Afrika rond 

Slide 17 - Tekstslide

Modern imperialisme = 




  • Periode van ongeveer 1850 tot 1920, waarin Europese landen bestaande kolonies uitbreidden of nieuwe veroverden vooral in Azië en Afrika.

  • Er ontstond een strijd om de beste koloniën.

  •  Alle Europese landen wilden zo snel mogelijk zo veel mogelijk land onder hun invloed krijgen, voor macht, grondstoffen en als afzetgebied.

Slide 18 - Tekstslide

Modern Imperialisme

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Aantekeningen

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Nederland industrialiseert
  • Eerste fabriek pas in 1830
  • Eerste spoorlijn 1839
  • Vanaf 1860 pas veel investeringen (transportrevolutie)
  • Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie
  • Geen geschikte grondstoffen voor industrie in NL
  • Op de afbeelding: papier maken rond 1800 en rond 1870

Slide 23 - Tekstslide

Spoorlijnen
Kanalen 

Slide 24 - Tekstslide

Wat is geen oorzaak voor het modern imperialisme?
A
Koloniën zijn ideaal als afzetgebied
B
Het hebben van een imperium geeft macht en aanzien.
C
De inheemse bevolking wilde graag onderdeel zijn van een Europees land.
D
Door de industriële revolutie was er een technologische voorsprong.

Slide 25 - Quizvraag

Wat is modern imperialisme?
A
Veel grond in Europa veroveren
B
Veel kolonies stichten in Zuid Amerika
C
Veel grond veroveren en besturen in Afrika en Azie
D
Veel handelen met kolonies

Slide 26 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 27 - Quizvraag

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 28 - Quizvraag

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten

Slide 29 - Quizvraag

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 31 - Quizvraag

In welke beroepen begon de Industriële revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 32 - Quizvraag

Begrippen uit deze les






  • Spinning Jenny
  • stoommachine
  • Modern Imperialisme
  • Handmatig
  • Machinale 
  • huisnijverheid
  • Industriële Revolutie
  • Industrialisatie 

Slide 33 - Tekstslide

Aantekeningen + huiswerk

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video