13/2, examenles Nederlands

donderdag 13 februari
1. HUN

2.HW

3. examenles
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

donderdag 13 februari
1. HUN

2.HW

3. examenles

Slide 1 - Tekstslide

Examenles
basiskennis samenvatten

-
basisvaardigheid:
lezen
schrijven

leerdoelen:
- Je weet welke soorten samenvattingsvragen er op het examen gesteld kunnen worden;
- Je weet hoe je de samenvattingsvragen moet beantwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

HUN t/m HS23
1. Waarom is Emilia zo boos op haar vader?
2. Met wie had Abby die vrijdag - toen Emilia opeens op de stoep stond - afgesproken?
3. Wat koopt Emilia in de drogist (en waarom)?
4. Waar komen de grootouders van Seth vandaan?
5. Waarom ligt Jim opeens op de bank in het huis van Seth en Abby?
6. Hoe noemt Emilia haar onderkomen bij Seth en Abby?

Slide 3 - Tekstslide

Wat moet je doen bij het vmbo-examen Nederlands?
1. vragen bij een tekst kunnen beantwoorden

2. een samenvatting van een gedeelte van tekst kunnen maken/herkennen

3. een artikel of een brief kunnen schrijven

4. andere schrijfopdrachten

Slide 4 - Tekstslide





1. Welke zin vat de eerste twee alinea's het best samen?
2. welke citaten bruikbaar voor samenvatting?
3. Aantal zinnen gegeven: welke
volgorde is juist?
4. Korte samenvattingsopdracht




aanpak:
- bepalen welke zin de beste samenvatting geeft:
 - let op hoofdzaken en bijzaken:
* geen vragen
* geen voorbeelden



A Er wordt al tien jaar wetenschappelijk onderzoek gedaan naar leedvermaak.
B Leedvermaak is een vertrouwde, maar vaak ontkende emotie.
C Leedvermaak is plezier om het leed van een ander
D Treiteren is plezier beleven aan leed dat je zelf veroorzaakt.
HS2: Je moet een gedeelte van een tekst kunnen samenvatten

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1
Lees alinea 2 van de tekst Smaken verschillen niet.

(2)    Smaken verschillen, zo leren we als kind al. Maar is dat wel zo? Ontwikkelen we in de loop van ons leven allemaal een eigen, unieke smaak of zijn er toch overeenkomsten in wat we mooi of lelijk vinden?

 --> Wat is de samenvatting van deze alinea?


Slide 6 - Tekstslide

opdracht 2

Lees alinea 7 van de tekst Big Brother? Big data!

(7)     Dat is allemaal heel mooi, maar mogen onderzoekers eigenlijk wel zomaar met al die gegevens aan de haal? Bij veel sociale media zijn er, net als op andere plaatsen waar we zonder er bij stil te staan elektronische gegevens achterlaten, nog weinig regels om onze privacy te beschermen.
Onderzoekers mogen al die data nu zomaar opvragen en analyseren zonder dat de gebruikers daar toestemming voor geven. En gebruikers zijn zich onvoldoende bewust van hun privacy, ontdekte Danah Boyd, mediaonderzoeker aan onder meer New York University. Zo bleek geen van de tieners die ze ondervroeg over hun Facebook-gebruik te weten of hun gegevens alleen zichtbaar waren voor hun vrienden of voor iedereen.

--> Vat alinea 7 samen.
Welke drie zinnen bevatten informatie die je in je samenvatting gebruikt?

Slide 7 - Tekstslide

--> Vat alinea 7 samen.
Welke drie zinnen bevatten informatie die je in je samenvatting gebruikt?
1    Dat is allemaal heel mooi, maar mogen onderzoekers eigenlijk wel zomaar met al die gegevens aan de haal?
2    Bij veel sociale media zijn er, net als op andere plaatsen waar we zonder er bij stil te staan elektronische gegevens achterlaten, nog weinig regels om onze privacy te beschermen.
3    Onderzoekers mogen al die data nu zomaar opvragen en analyseren zonder dat de gebruikers daar toestemming voor geven.
4    En gebruikers zijn zich onvoldoende bewust van hun privacy, ontdekte Danah Boyd, mediaonderzoeker aan onder meer New York University.
5    Zo bleek geen van de tieners die ze ondervroeg over hun Facebook-gebruik te weten of hun gegevens alleen zichtbaar waren voor hun vrienden of voor iedereen.

Slide 8 - Tekstslide

opdracht 3
Lees alinea 3, 4 en 5 van de tekst Vriendschap zonder verplichtingen.

(3)    Er zijn, ruwweg, drie soorten vriendschap. De eerste is gebaseerd op nut. Je sluit vriendschap omdat je via de ander bijvoorbeeld hogerop kunt komen in je werk of omdat de ander erg geliefd is en dat dan ook op jou afstraalt. Dat is geen langdurige vriendschap. Zoda het voordeel voorbij is, is ook de vriendschap voorbij.
(4)    De tweede soort is gebaseerd op plezier, genot. Je bent vrienden omdat het gewoon fijn is om samen dingen te doen, bijvoorbeeld samen naar de kroeg gaan. Als die reden wegvalt, eindigt de vriendschap. Deze vriendschappen duren wel langer dan voordeelvriendschappen.
(5)    De derde vorm is gebaseerd op welwillendheid, en is dus de meest zuivere. Je waardeert het karakter van de ander en om die reden word je vrienden. Dit noemen we doorgaans ware vriendschap. Vrienden door dik en dun.

Slide 9 - Tekstslide

Vat alinea 3, 4 en 5 samen. Maak gebruik van onderstaande zinnen. Welke vier zinnen zou je in je samenvatting zetten?

1    Er zijn, ruwweg, drie soorten vriendschap.
2    De eerste is gebaseerd op nut
3    Je sluit vriendschap omdat je via de ander bijvoorbeeld hogerop kunt komen in je werk of omdat de ander erg geliefd is en dat dan ook op jou afstraalt.
4    De tweede soort is gebaseerd op plezier, genot.
5    Deze vriendschappen duren wel langer dan voordeelvriendschappen.
6    De derde vorm is gebaseerd op welwillendheid, en is dus de meest zuivere.
7    Dit noemen we doorgaans ware vriendschap.
8    Vrienden door dik en dun.


Slide 10 - Tekstslide

opdracht 4
Lees alinea 3 van de tekst Rauw eten.

(3)    De claims over rauw eten zijn niet mis: ‘raw foodies’ zeggen dat ze meer energie hebben, dat ze niet ziek worde en dat hun lijf verlost is van allerlei kwalijke gifstoffen. Hoe zit het de wetenschappelijke onderbouwingen van die claims? Daarover kan Tiny van Boekel, voedseldeskundige, hoogleraar aan de Universiteit van Wageningen, kort zijn: ‘Die is er niet.’
Van Boekel zette alle onderzoeken op het gebied van de voordelen van voedselbewerking op een rij, en publiceerde zijn overzicht in het boek Molecular Nutrition& Food Research. ‘Het klopt dat verhitting enzymen kapot maakt, maar ons lichaam produceert zélf die enzymen die nodig zijn om zetmeel, eiwitten, vetten en andere voedingsstoffen te verteren.’ Daar komt bij dat het argument dat rauw eten gezonder is, niet opgaat. Van Boekel: ‘Dat de mens voedsel verhit, brengt vooral voordelen. Het is veiliger, omdat je er schimmels en bacteriën mee doodt. Ook is het voedsel beter verteerbaar. En uit gekookt voedsel kun je veel meer energie en voedingsstoffen opnemen, want die komen namelijk vrij door verhitting.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de beste samenvatting van alinea 3? Gebruik alle zes zinnen hieronder. Maak van deze zes zinnen een goedlopende samenvatting van alinea 3. Noteer de nummers in de goede volgorde.
1    Bij het verhitten van voedsel gaan bepaalde enzymen kapot.
2    Het verhitten van voedsel heeft ook een aantal voordelen.
3    Ons lichaam maakt echter zelf ook enzymen die nodig zijn bij het verteren van voedsel.
4    Schimmels en bacteriën overleven verhitting niet, dus dat maakt het voedsel veiliger om te eten.
5    Uit gekookt voedsel kun je meer energie en voedingstoffen halen.
6    Verhit voedsel is ook beter verteerbaar.

Slide 12 - Tekstslide

zelf maken:

opdracht 5 t/m 7

klaar?
Lezen HUN


huiswerk donderdag 20 februari:

-  Examenbundel: 
* theorie HS2: 2.11 (hoofdzaken in een samenvatting) leren
* tekst 4 (McDonald's wil weten ...) blz. 260-263 maken (alleen de vragen; niet de schrijfopdracht)


leerdoelen:
- Je weet welke soorten samenvattingsvragen er op het examen gesteld kunnen worden;
- Je weet hoe je de samenvattingsvragen moet beantwoorden.

basisvaardigheid:
lezen
schrijven

Slide 13 - Tekstslide