Thema 5 les 3
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Schrijf één zin met het woord vertellen.
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Hij vorm in de t.t.
Voltooid deelwoord
Hele ww - en --> te sexy fokschaap of de verlengzwembaden.
Stam + t
Ik gebruik de verlengproef.
Ik kan 'lopen' gebruiken om te controleren.
Slide 5 - Sleepvraag
Slide 6 - Tekstslide
Tegenwoordige tijd hij-vorm
Voltooid deelwoord
benoemt
heeft benoemd
beloont
heeft mij beloond
vertelt
heeft verteld
Slide 7 - Sleepvraag
Klik op het voltooid deelwoord.
A
benadert
B
heeft benaderd
Slide 8 - Quizvraag
Klik op het voltooid deelwoord
A
heb verlangd
B
verlangt
Slide 9 - Quizvraag
Klik op het voltooid deelwoord
A
herkent
B
heeft herkend
Slide 10 - Quizvraag
Klik op het voltooid deelwoord
A
herinnert
B
heeft herinnerd
Slide 11 - Quizvraag
De trein is door de gladheid (ontsporen).
Slide 12 - Open vraag
De bakker (branden) zijn handen aan de hete oven.
Slide 13 - Open vraag
Ik kan goed onderscheiden of het 'hij-vorm tt' is of dat het een 'voltooid deelwoord'is.
😒🙁😐🙂😃
