Samenvattingsles Unit 3

Welcome!
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

Planning:

- Herhaling BKT 


Klaar met alle opdrachten? Oefenen!

Slide 2 - Tekstslide

the time


Slide 3 - Tekstslide

the time


Slide 4 - Tekstslide

the time


Slide 5 - Tekstslide

the time


Slide 6 - Tekstslide

the time


Slide 7 - Tekstslide

the time


Slide 8 - Tekstslide

the time


Slide 9 - Tekstslide

the time


Slide 10 - Tekstslide

the time


Slide 11 - Tekstslide

the time


Slide 12 - Tekstslide

the time


Slide 13 - Tekstslide

the time


Slide 14 - Tekstslide

the time


Slide 15 - Tekstslide

the time


Slide 16 - Tekstslide

the time


Slide 17 - Tekstslide

the time


Slide 18 - Tekstslide

Bij deze helft van
de klok gebruik je:
A
To
B
Past

Slide 19 - Quizvraag

Bij deze helft van
de klok gebruik je:
A
To
B
Past

Slide 20 - Quizvraag

Write the time in English:
07:00
timer
0:30

Slide 21 - Open vraag

Write the time in English:
07:30
timer
0:30

Slide 22 - Open vraag

Write the time in English:
08:55
timer
0:30

Slide 23 - Open vraag

45, 46, 47, 48

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Present continuous:
I - send - a letter

Slide 31 - Open vraag

Present continuous:
He - watch - a movie

Slide 32 - Open vraag

Present continuous:
We - go - the park

Slide 33 - Open vraag

Present continuous:
You - read - a book

Slide 34 - Open vraag

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
  'To be'
   question
    (vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 35 - Tekstslide

Questions: Schrijf de vraag op die bij dit antwoord hoort
Yes, I am happy

Slide 36 - Open vraag

Questions: Schrijf de vraag op die bij dit antwoord hoort
No, we are not late

Slide 37 - Open vraag

Questions: Schrijf de vraag op die bij dit antwoord hoort
Yes, he is rich

Slide 38 - Open vraag

Questions: Schrijf de vraag op die bij dit antwoord hoort
No, they are not nice

Slide 39 - Open vraag

GT Les:
BKT Zelfstandig aan de slag!

Slide 40 - Tekstslide

Rules
LIDWOORDEN IN HET ENGELS
- Geen verschil "de" en "het", je gebruikt: THE
- Voor "een" zijn twee vertalingen: A + AN

De auto   = The car
Het ei       = The egg 
Een auto = A car
Een ei      = An egg

Slide 41 - Tekstslide

Een (A/An)
A gebruik je voor woorden die beginnen met een medeklinker:
- A woman
- A shoe
AN gebruik je voor woorden die beginnen met een klinker
- An apple
- An egg
Maar ook als een klinker klinkt als een medeklinker:
- ''u'' klinkt als ''you'' -> A university
- ''o'' klinkt als ''w'' -> A one-room apartment 
Maar ook als een medeklinker,klinkt als een klinker:
-  een stomme ''h'' -> an hour
- een afkorting -> an NBC reporter

Slide 42 - Tekstslide

Als het van iemand is

Slide 43 - Tekstslide

a of an?
.... university
A
a
B
an

Slide 44 - Quizvraag

a of an?
..... dog
A
a
B
an

Slide 45 - Quizvraag

a of an?
..... house
A
a
B
an

Slide 46 - Quizvraag

Questions: Schrijf het antwoord op die bij deze vraag hoort
Is he watching a film?
Yes, .....

Slide 47 - Open vraag

Questions: Schrijf het antwoord op die bij deze vraag hoort
Are you writing an email?
Yes, .....

Slide 48 - Open vraag

Questions: Schrijf het antwoord op die bij deze vraag hoort
Is she playing basketball?
No, ...

Slide 49 - Open vraag

Questions: Schrijf het antwoord op die bij deze vraag hoort
Are we going out?
No, ...

Slide 50 - Open vraag

Translate this word:
Onze/Ons

Slide 51 - Open vraag

Translate this word:
Hun

Slide 52 - Open vraag

Translate this word:
Jouw

Slide 53 - Open vraag

Translate this word:
Mijn

Slide 54 - Open vraag