6.3 - Meerdere krachten tegelijk

6.3 - Meerdere krachten tegelijk
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.3 - Meerdere krachten tegelijk
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!

Slide 1 - Tekstslide

L6 -12 Je kunt de resultante kracht bepalen (en tekenen) wanneer krachten in dezelfde richting werken.
L6 -13 Je kunt de resultante kracht bepalen (en tekenen) wanneer krachten tegen elkaar in werken.
L6 -14 Je kunt vertellen welke uitwerking een resultante kracht heeft op de snelheid van een voorwerp.
L6 -15 Je kunt de juiste krachtmeter kiezen.
L6 -16 Je kunt een krachtmeter aflezen.
Natuurlijk zijn de leerdoelen ook te vinden in de leerlijst!

Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Welke krachten zijn er?

Slide 3 - Woordweb

Hendrik fietst naar huis. Ondertussen werkt er een zwaartekracht van 850 Newton (N) op hem.
Over welke grootheid en eenheid gaat het hierboven?
Sleep vanuit het keuzevak de juiste woorden naar de plek.
Let op er blijven antwoorden over.
keuzevak:
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afk.eenheid
Fz
Fspan
Kracht
fietsen
Newton
N
850
snelheid
Beweging

Slide 4 - Sleepvraag

Aan welk drie eisen voldoet een vector allemaal?

Slide 5 - Woordweb

Krachtenschaal: 
1 cm ≅ 40 000 N
Uitleg (herhaling)

Slide 6 - Tekstslide


Laat met een berekening zien hoe groot de kracht is van deze pijl.

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Samengevat
  • De totale opgetelde kracht is resultante kracht.
  • Als resultante kracht met beweegrichting mee gaat zal voorwerp sneller gaan bewegen
  • Als resultante kracht gelijk is aan 0 dan staat voorwerp stil of beweegt constant
  • Als resultante kracht tegen beweegrichting is zal voorwerp minder snel gaan bewegen dus afremmen

Slide 9 - Tekstslide


Bereken hoe groot de resultante kracht is.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Lees de Newtonmeter af.
A
15 N
B
17 N
C
19 N
D
20 N

Slide 12 - Quizvraag

Hoe groot is één schaaldeel?
A
één schaaldeel is 5 streepjes
B
één schaaldeel is 25 N
C
één schaaldeel 1 N
D
één schaaldeel 5 N

Slide 13 - Quizvraag

Hoe groot is de massa die aan de newtonmeter hangt?
tip
A
Ik heb geen flauw idee
B
166,77 kg
C
17 N
D
1,73 kg

Slide 14 - Quizvraag

Huiswerk
Maandag 11 maart '24 
  • Maken en nakijken §6.3
  • Opdracht 29 t/m 39

Slide 15 - Tekstslide

Bouw een zo stevig mogelijk brug die een afstand van minimaal 50 cm kan overbruggen. 
Opdracht:
Eisen:
  • Je gebruikt vormvaste figuren.
  • Je mag alleen gebruik maken van papier en paar stukjes plakband.
  • Het moet een zelf gekozen voorwerp kunnen dragen. 
  • Hoe zwaarder het voorwerp hoe hoger de waardering.
Doorloop deze lessonup op de laatste slide voeg je een foto van je brug met belasting toe
De gene die de beste brug bouwt wint een leuke prijs!

Slide 16 - Tekstslide

Bouw een zo stevig mogelijk brug die een afstand van minimaal 50 cm kan overbruggen. 
Opdracht:
Benodigdheden:
  • Papier 
  • Kleine stukje plakband
  • voorwerp om te belasten
Tips:
  • Bekijk de bruggen in §6.2, kijk of je die constructie kunt namaken.
  • Kijk of je via google op leuke ideeën kunt komen. 

Slide 17 - Tekstslide