LC 6.3 Meerdere krachten tegelijk

6.3 - Meerdere krachten tegelijk
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

6.3 - Meerdere krachten tegelijk
Benodigheden
- Werkboek
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- Laptop
LessonUp: 
JA!

Slide 1 - Tekstslide

Krachtenschaal: 
1 cm ≅ 40 000 N
Uitleg (herhaling)

Slide 2 - Tekstslide

Hoe teken je een kracht?
A
Van links naar rechts
B
Met een pijl
C
Een puntje
D
Geen idee

Slide 3 - Quizvraag

Wat zijn mogelijke gevolgen van een kracht?
A
Vorm veranderen
B
Snelheid veranderen
C
Richting veranderen
D
A, B, C zijn alle drie juist

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Video

Hendrik fietst naar huis. Ondertussen werkt er een zwaartekracht van 850 Newton (N) op hem.
Over welke grootheid en eenheid gaat het hierboven?
Sleep vanuit het keuzevak de juiste woorden naar de plek.
Let op er blijven antwoorden over.
keuzevak:
Grootheid
Symbool
Eenheid
Afk.eenheid
Fz
Fspan
Kracht
fietsen
Newton
N
850
snelheid
Beweging

Slide 6 - Sleepvraag


Laat met een berekening zien hoe groot de kracht is van deze pijl.

Slide 7 - Open vraag

L6 -12 Je kunt de resultante kracht bepalen (en tekenen) wanneer krachten in dezelfde richting werken.
L6 -13 Je kunt de resultante kracht bepalen (en tekenen) wanneer krachten tegen elkaar in werken.
L6 -14 Je kunt vertellen welke uitwerking een resultante kracht heeft op de snelheid van een voorwerp.
L6 -15 Je kunt de juiste krachtmeter kiezen.
L6 -16 Je kunt een krachtmeter aflezen.
Natuurlijk zijn de leerdoelen ook te vinden in de leerlijst!

Leerdoelen

Slide 8 - Tekstslide

Krachten in dezelfde beweegrichting...
worden bij elkaar geteld.

Slide 9 - Tekstslide

Krachten in tegenovergestelde richtingen...

worden van elkaar afgetrokken.
Krachten
Resultante kracht

Slide 10 - Tekstslide

Resultante kracht laat snelheid veranderen
Als de duwkracht evengroot is als de wrijvingskracht, dan is de resultante kracht gelijk aan 0 N


Er is dan geen versnelling DUS
  • de auto staat stil OF
  • de auto heeft een constante snelheid
Fduw=Fw
Fres=0N

Slide 11 - Tekstslide

Resultante kracht laat snelheid veranderen
Als de duwkracht groter is dan de wrijvingskracht, dan is de resultante kracht groter dan 0 N

            > 

Dan is er een versnelling in de 
richting van de resultante kracht.
Dit staat ook bekend als de eerste wet van Newton
    Fduw
    Fw

    Slide 12 - Tekstslide

    Resultante kracht laat snelheid veranderen
    Als er geen duwkracht meer is, dan blijft alleen de wrijvingskracht over, en dan is de resultante kracht in de 
    tegenovergestelde richting dan de beweging

    De auto gaat dus vertragen

      Slide 13 - Tekstslide

      Nettokracht / Resulterende kracht/ Resultante / 
      Totale kracht

      Slide 14 - Tekstslide

      Samengevat
      • De totale opgetelde kracht is resultante kracht.
      • Als resultante kracht met beweegrichting mee gaat zal voorwerp sneller gaan bewegen
      • Als resultante kracht gelijk is aan 0 dan staat voorwerp stil of beweegt constant
      • Als resultante kracht tegen beweegrichting is zal voorwerp minder snel gaan bewegen dus afremmen

      Slide 15 - Tekstslide

      Krachten Herkennen
      Soorten krachten:
      1. Spierkracht
      2. Veerkracht
      3. Spankracht
      4. Zwaartekracht
      5. Wrijvingskracht
      6. Magnetische kracht
      7. Elektrostatische kracht





      Slide 16 - Tekstslide

      In een touwtrek wedstrijd heb je te maken met ...
      A
      Spankracht
      B
      Magnetische kracht
      C
      Veerkracht
      D
      Elektrische kracht

      Slide 17 - Quizvraag

      Dat een auto kan rijden heeft te maken met ...
      A
      Spankracht
      B
      Wrijvingskracht
      C
      Veerkracht
      D
      Zwaartekracht

      Slide 18 - Quizvraag

      Met volleybal sla je tegen een bal aan (smash). Wat veranderd dan aan de bal
      A
      De vorm
      B
      De snelheid
      C
      De richting
      D
      Alle drie de antwoorden zijn goed

      Slide 19 - Quizvraag

      Een kracht van 200 N naar links en vanuit het zelfde punt een kracht van 201 N naar rechts geeft een resultante van
      A
      401 N naar links
      B
      401 N naar rechts
      C
      1 N naar links
      D
      1 N naar rechts

      Slide 20 - Quizvraag

      Nettokracht

      Slide 21 - Tekstslide


      Bereken hoe groot de resultante kracht is.

      Slide 22 - Open vraag

      Krachtmeter
      • Krachten meet je met een krachtmeter.
      • In een krachtmeter zit een veer. 

      Slide 23 - Tekstslide

      Krachtmeter
      • Elke krachtmeter heeft een ander meetbereik.
      • Hangt af van de stugheid van de veer. 
      • Schaalverdeling.

      Slide 24 - Tekstslide

      Slide 25 - Video

      Hoe groot is de massa die aan de newtonmeter hangt?
      tip
      A
      Ik heb geen flauw idee
      B
      166,77 kg
      C
      17 N
      D
      1,73 kg

      Slide 26 - Quizvraag

      Slide 27 - Video

      Kracht A is 250N en Kracht B is 400N.
      Wat is de resultante kracht als de krachten in tegengestelde richting werken?
      A
      150 N
      B
      650 N
      C
      -150 N
      D
      -650 N

      Slide 28 - Quizvraag