1.2 Je omgeving ontdekken

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

1.2 Je omgeving ontdekken 

Programma:

• Terugblik + controle 1.1
• Lesdoel
• Uitleg
• Aan het werk
• Afsluiten

Terugblik + controle

• Werkboek open op tafel
• Waaruit is een cel opgebouwd? 
• Hoe kan je die zien?
• Wat is een weefsel?

Lesdoel

• Je kan aan elkaar uitleggen wat een organisme is.
• Je kan aan elkaar uitleggen wat kenmerken zijn.
• Je kan aan elkaar uitleggen wat een zoogdier is.
  

Als je buiten om je heen kijkt zie je overal organismen.

Een levend wezen noem je een organisme.

Een organisme dat geen 

levenskenmerken meer vertoont, noem

je dood.

Een organisme dat nog nooit levenskenmerken heeft getoond, noem

je levenloos.

Wanneer is iets een organisme? 

Als het aan de 6 levenskenmerken voldoet

• Zes levenskenmerken:
  - Voeden                                                 - Groeien
  - Ademen                                                - Stoffen afgeven (uitscheiding)
  - Reageren op prikkels (waarnemen)     - Voortplanten

 

• Dierenrijk heel groot
• Hoe maak je overzicht
• Kenmerken
• Groepen

Kenmerken

Groepjes maken op basis van een kenmerk.

Kenmerk = iets waaraan je een organisme aan herkent. 

Hoe kijk je naar organisme?

• Waarnemen.
• Kenmerken.

Waarnemen?

Waarnemen = het gebruiken van je zintuigen

Het letterlijk beschrijven wat je ziet

Opdracht:

Kijk de filmpjes en waarnemen

Beschrijf de dieren aan de hand van de volgende kenmerken:

1. Soort huid
2. Ademhaling 
3. Lichaamstemperatuur
4. Voortplanting (geboorte)

Zoogdieren

Een zoogdier waarnemen. Wat valt je op?

Kijken naar de kenmerken van een zoogdier:

• Huid: bedekt met haren
• Ademhaling: via longen
• Lichaamstemperatuur: Constant (warmbloedig)
• Voortplanting: levendbarend

Wetenschappers hebben dus de dieren met de zelfde kenmerken in groepen verdeeld.

Zoogdieren

• Zoogdieren lijken heel veel op mensen.

• Mensen horen ook bij de groep zoogdieren.

• Bij de meeste zoogdieren komen dezelfde organen voor als bij de mens.
  

Aan het werk

Paragraaf 1.2 Je omgeving ontdekken

Maken 1.2 opdracht 1,.2..3..4 + 10..11..12..13 

afmaken.

BEN JE KLAAR?

Het werk nakijken via het digitale boek.

1.2 Je omgeving ontdekken 

Programma:

• Terugblik 
• Lesdoel
• Uitleg
• Aan het werk
• Afsluiten

Terugblik:

• Je kan aan elkaar uitleggen wat een organisme is.
• Je kan aan elkaar uitleggen wat kenmerken zijn.
• Je kan aan elkaar uitleggen wat een zoogdier is.
  

Hoe kijk je naar organisme?

• Waarnemen.
• Kenmerken.

Lesdoel

• Je kan aan elkaar uitleggen wat een microscoop is.
• Je kan hier mee werken in tweetallen.
• Je kan aan elkaar uitleggen wat een preparaat is.

Een beschrijving moet de kenmerken duidelijk aangeven

Om het goede dier op te kunnen zoeken kun je een zoekkaart gebruiken.

Zoekkaart

Determineren:
-Hoe werkt 

een zoekkaart?

-Waterkwaliteit?

• Het opzoeken van het juiste organisme noem je ook wel determineren.

• Dit doe je met een zoekkaart of determineertabel

Hoe kan je een dier waarnemen?

Wat als iets heel klein is?

• Voor kleine onderdelen een loep (vergrootglas) gebruiken
• Voor hele kleine onderdelen gebruik je een microscoop

Microscoop

Microscoop onderdelen

Maar voor je iets wilt bekijken maak je een preparaat .

Preparaat met een stukje van een plant.

Aan het werk

Paragraaf 1.2 Je omgeving ontdekken

Maken Hoofdstuk 1.2 afmaken in je werkboek.

BEN JE KLAAR?

Het werk nakijken via het digitale boek.