In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
1.2 Stoffen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Weten welke verschillende hoofdgroepen van stoffen er zijn.
Weten hoe je zuivere stoffen en mengsels kunt herkennen.
Weten wat molecuulformules zijn en er mee kunnen werken.
Slide 2 - Tekstslide
Stoffen
Het gaat over stoffen = materie
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Mengsel
(Verschillende stoffen)
Zuivere stof
(verschillende atomen)
Slide 5 - Tekstslide
Scheikundig gezien
Slide 6 - Tekstslide
Kraanwater is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 7 - Quizvraag
Koper is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 8 - Quizvraag
Melk is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 9 - Quizvraag
1 is een......?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 10 - Quizvraag
2 is een......?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
Slide 11 - Quizvraag
Dit is een:
A
mengsel
B
samengestelde zuivere stof
C
enkelvoudige zuivere stof
Slide 12 - Quizvraag
Zuivere stof of mengsel?
Zuivere stof: één soort moleculen, dus één smeltpunt
Mengsel: meerdere soorten moleculen, dus een smelttraject
Slide 13 - Tekstslide
zuivere stof
mengsel
Slide 14 - Tekstslide
Zuivere stoffen
Ontleedbaar: bestaat uit meerdere atoomsoorten (verbinding)
Net-ontleedbaar: bestaat uit één atoomsoort (enkelvoudig)
Slide 15 - Tekstslide
2.1 Metalen en niet-metalen
Slide 16 - Tekstslide
De molecuulformule
Atomen stellen we voor als bolletjes met een elementsymbool.
Cl
H
H
O
O
C
C
O
H
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de naam van het molecuul H2O
A
Koolstofdioxide
B
Water
C
Zwaveltrioxide
D
Waterstofdioxide
Slide 18 - Quizvraag
Wat is de formule van alcohol?
A
C6H2O
B
C6HO2
C
CH6O2
D
C2H6O
Slide 19 - Quizvraag
wat is de naam van de stof met de formule
NH3(g)
A
ammoniak
B
glucose
C
stikstofwaterstof
D
alcohol
Slide 20 - Quizvraag
7 twee-atomige elementen:
Claire Fietst Naar Haar Oma In Breda
of
BrONClIFH-groep
Slide 21 - Tekstslide
De molecuulformule
Meerdere moleculen worden weergegeven met het coëfficiënt. Dit getal komt voor het molecuul te staan.
C
O
O
C
C
C
C
O
O
O
O
O
O
O
O
Hier is de coëfficiënt 5
dus 5CO2
Slide 22 - Tekstslide
molecuulformule
5 H₂O 2 = index 5 = coëfficient index = getal dat achter het element komt en aangeeft hoeveel atomen en in het molecuul zitten. coëfficient = getal dat aangeeft hoeveel moleculen er aanwezig zijn.