Herhaling Hoofdstuk 1
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Aan hoeveel kranen en schijven moet je draaien
om een ruisende vlam te maken?
om een ruisende vlam te maken?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 2 - Quizvraag
Noem zoveel mogelijk stofeigenschappen
die je kent!
die je kent!
Slide 3 - Open vraag
Schets de grafiek van de afkoeling van
zuiver water van 10 tot -10ºC.
zuiver water van 10 tot -10ºC.
Slide 4 - Open vraag
Schets de grafiek van de afkoeling van limonade tot een waterijsje van 10 tot -10ºC.
Slide 5 - Open vraag
Kan een mengsel een dichtheid hebben?
(Want dichtheid is toch een stofeigenschap...?)
(Want dichtheid is toch een stofeigenschap...?)
A
waar
B
niet waar
C
hangt ervan af
Slide 6 - Quizvraag
Hoe heet een helder mengsel van een vaste stof
in een vloeistof?
in een vloeistof?
Slide 7 - Open vraag
Hoe heet een mengsel van een gas
in een vaste stof?
in een vaste stof?
Slide 8 - Open vraag
25% van 25% van 100 is ...
A
6,25
B
12,5
C
25
D
50
Slide 9 - Quizvraag
Een flesje alcohol van 125 mL bevat
96 vol% alcohol. Het flesje is voor de helft leeg.
Hoeveel mL water zit er nog in het flesje?
96 vol% alcohol. Het flesje is voor de helft leeg.
Hoeveel mL water zit er nog in het flesje?
A
1,0
B
2,5
C
4,0
D
5,0
Slide 10 - Quizvraag
Een vloeistof stolt. De temperatuur tijdens het stollen is 25ºC. Het duurt 5 minuten voor alles is gestold. Is de vloeistof zuiver of een mengsel?
A
zuiver
B
mengsel
C
meer informatie nodig
Slide 11 - Quizvraag
Heeft een oplossing een kooktraject
of een kookpunt?
of een kookpunt?
A
kooktraject
B
kookpunt
C
meer informatie nodig
Slide 12 - Quizvraag
Een stof die voorkomt dat een emulsie
ontmengt heet een ... .
ontmengt heet een ... .
A
accumulator
B
stabilisator
C
spectator
D
emulgator
Slide 13 - Quizvraag
Suiker lost uitstekend op in water.
Welke eigenschap van de suiker- en watermoleculen maakt dit mogelijk?
Welke eigenschap van de suiker- en watermoleculen maakt dit mogelijk?
A
hun onderlinge afstand
B
hun overeenkomstige vorm
C
er is precies genoeg lege ruimte
D
hun onderlinge aantrekking
Slide 14 - Quizvraag
De moleculen van stof X trekken elkaar hard aan. Hoe zie je dat op macroniveau?
A
X heeft een hoog smeltpunt
B
X is breekbaar
C
X heeft een hoge dichtheid
D
X geleidt stroom
Slide 15 - Quizvraag
Aan water met een kleurstof wordt norit toegevoegd. Welke scheidingsstappen moet je daarna nog uitvoeren om de kleurstof zuiver in handen te krijgen?
A
indampen, filtratie, extractie, filtratie
B
extractie, filtratie, indampen, filtratie
C
filtratie, extractie, filtratie, indampen
D
filtratie, indampen, extractie, filtratie
Slide 16 - Quizvraag
Is een composiet een herbruikbaar materiaal?
A
ja
B
nee
C
meer informatie nodig
