Deviant op weg naar 1F Thema 3 Spelling en Grammatica
1 / 30
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Heb je zin in de les?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Wat zijn lidwoorden?
A
de, het, een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 6 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het lidwoord?
Welk woord is het lidwoord?
A
de, het
B
slimme
C
niet
D
leerling
Slide 7 - Quizvraag
Vandaag ga ik de bloemen in een pot zetten.
Wat zijn de lidwoorden in de zin?
Wat zijn de lidwoorden in de zin?
A
ga, de
B
in, een
C
een, pot
D
de, een
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het onbepaalde lidwoord?
A
een
B
de
C
het
D
de, het
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Video
Slide 11 - Tekstslide
Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het, een
B
grote, mooie, rode
C
boom, boek, tafel
D
lopen, werken, denken
Slide 12 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
A
slimme
B
leerling
C
snapt
D
de
Slide 13 - Quizvraag
De man woont op een boerderij.
Wat zijn in deze zin de zelfstandig naamwoorden?
Wat zijn in deze zin de zelfstandig naamwoorden?
A
woont
B
man, boerderij
C
woont, op
D
een boerderij
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 17 - Quizvraag
Ik heb 'n mooie pen in m'n grote etui
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in de zin?
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in de zin?
A
pen, etui
B
ik, heb
C
in, m'n
D
mooie, grote
Slide 18 - Quizvraag
De glazen vaas is kapot.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
vaas
C
kapot
D
glazen
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Tekstslide
Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken
Slide 23 - Quizvraag
De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het werkwoord?
Welk woord is het werkwoord?
A
snapt
B
de
C
leerling
D
slimme
Slide 24 - Quizvraag
mooie, rode, zachte
de, het, een
Vragen, slapen, fietsen.
Slide 25 - Sleepvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Extra opdracht:
Hoe wil jij verder werken aan de doelen:
-Ik weet wat een werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord is.
Hoe wil jij verder werken aan de doelen:
-Ik weet wat een werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord en bijvoeglijk naamwoord is.
Opdrachten maken in Junior Einstein.
Zelfstandig of in 2 tallen extra werkbladen maken
Meer uitleg en samen oefenen met de juf.
Slide 28 - Poll
Wat heb je geleerd deze les?
Slide 29 - Woordweb
Hoe goed ging de les?
Heb je de doelen behaald?
Heb je de doelen behaald?
😒🙁😐🙂😃
