herhaling H2

In 2012 was de bevolkingsdichtheid in Nederland 497.
Wat wordt bedoeld met bevolkingsdichtheid?
A
Het aantal woningen per hectare.
B
De manier waarop de bevolking verspreid is over Nederland.
C
Het aantal mensen dat gemiddeld op een km2 woont.
D
Het aantal mensen dat in Nederland woont x 1000.
1 / 50
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

In 2012 was de bevolkingsdichtheid in Nederland 497.
Wat wordt bedoeld met bevolkingsdichtheid?
A
Het aantal woningen per hectare.
B
De manier waarop de bevolking verspreid is over Nederland.
C
Het aantal mensen dat gemiddeld op een km2 woont.
D
Het aantal mensen dat in Nederland woont x 1000.

Slide 1 - Quizvraag

Wat is bevolkingsspreiding?
A
Gemiddelde aantal inw. per km2.
B
Opeenhoping van mensen.
C
Verdeling van bevolking over een gebied.
D
Wetenschap die bevolkingsaantallen bestudeert.

Slide 2 - Quizvraag

het aantal mensen per km2
de verdeling van mensen over een bepaald gebied
Bevolkingsdichtheid
Bevolkingsspreiding

Slide 3 - Sleepvraag

Bevolkingsdichtheid =
A
Verspreiding van de bevolking.
B
Een grafiek van de mensen in het land per leeftijd.
C
Gemiddelde aantal mensen per vierkante km.
D
Het verhuizen van mensen.

Slide 4 - Quizvraag

Deze Nederlandse bevolkingsdiagram past bij het jaar....
A
1950
B
1975
C
1985
D
2020

Slide 5 - Quizvraag

Bevolkingsspreiding

Slide 6 - Sleepvraag

Welke bevolkingsdiagram zou van een arm land kunnen zijn?
A
De eerste diagram
B
De tweede diagram

Slide 7 - Quizvraag

Combineer de juiste begrippen
Hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 8 - Sleepvraag

Hoge bevolkingsdichtheid
Lage bevolkingsdichtheid

Slide 9 - Sleepvraag


Deze bevolkingsdiagram hoort bij.....
A
Engeland
B
India
C
Nederland
D
Egypte

Slide 10 - Quizvraag

Sleep de gebieden naar de juiste bevolkingsspreiding
Hoge bevolkings- dichtheid
Gemiddelde bevolkings- dichtheid
Lage bevolkings- dichtheid

Slide 11 - Sleepvraag

Welke bevolkingsdiagram zou van China kunnen zijn?
A
Het linker diagram
B
Het rechter diagram

Slide 12 - Quizvraag

Migratie is ...
A
verhuizen naar zee
B
export van producten
C
verhuizen rond de wereld
D
het verhuizen naar een andere woonplaats.

Slide 13 - Quizvraag

economische migratie
sociale migratie
natuur/milieu migratie
politieke migratie

Slide 14 - Sleepvraag

daling van het bevolkingsaantal
stijging van het bevolkingsaantal
geboorteoverschot
sterfteoverschot
immigratie
emigratie

Slide 15 - Sleepvraag

Verhuizen naar Nederland.
Verhuizen uit Nederland naar het buitenland.
Mensen vertrekken naar een ander land of regio om daar te gaan wonen.
immigratie
emigratie
migratie

Slide 16 - Sleepvraag

Een vluchteling is iemand die
A
Op zoek is naar een beter leven
B
Zijn land heeft verlaten door geweld, oorlog
C
Naar een ander land gaat voor werk
D
Naar een ander land gaat om te trouwen

Slide 17 - Quizvraag

Wat voor soort migranten zijn dit?
A
Arbeidsmigranten
B
Sociale migranten
C
Vluchtelingen
D
Seizoensmigranten

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer iemand in een land gaat wonen, dan is er sprake van .....
immigratie
emigratie

Slide 19 - Sleepvraag

1. Een migrant is altijd een vluchteling.
2. Een vluchteling is altijd een migrant.
A
1 = waar, 2 = niet waar
B
1 = niet waar, 2 = waar
C
1 = waar, 2 = waar
D
1 = niet waar, 2 = niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Immigratie =
A
verhuizen naar een ander land
B
naar Nederland toe verhuizen
C
verhuizen
D
vluchten

Slide 21 - Quizvraag

Als ik naar bijvoorbeeld Spanje ga verhuizen ben ik emigrant en immigrant. Voor welk land ben ik emigrant?
A
Nederland
B
Spanje

Slide 22 - Quizvraag

Nederlandse cultuur
Japanse cultuur

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is cultuur?
A
De opvoeding die je hebt gehad
B
Alles wat je is aangeleerd
C
De denkwijze van een bevolkingsgroep
D
Je geloof, kledingstijl en eetgewoonten

Slide 24 - Quizvraag

Wat is cultuur?
A
Alles wat is aangeboren
B
Alles wat is aangeleerd
C
Alles wat je op school hebt geleerd

Slide 25 - Quizvraag

Wat is geen cultuur?
A
Taal
B
Feest
C
Huidskleur
D
Kleding

Slide 26 - Quizvraag

Eten...
Nederlandse cultuur 
Turkse cultuur 
Indonesische cultuur 
Surinaamse cultuur 
Japanse cultuur 
Engelse cultuur 

Slide 27 - Sleepvraag

Je ziet een filmposter. Films zijn een manier van cultuurverspreiding. Bij welke manier van cultuurspreiding past dit?
A
Cultuurverspreiding door migratie
B
Cultuurverspreiding door sociale media
C
Cultuurverspreiding door toerisme
D
Cultuurverspreiding door media

Slide 28 - Quizvraag

Wat is cultuurverspreiding?
A
Dat je vindt dat jouw cultuur de beste is
B
Het verspreiden van jouw culturele opvattingen.
C
Verovering, oorlog en kolonisering
D
De verspreiding van cultuurelementen over de wereld

Slide 29 - Quizvraag

In Nieuw-Zeeland wordt Engels gesproken. Dat is een voorbeeld van cultuurverspreiding.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

De McKroket is een voorbeeld van ...
A
cultuurverspreiding
B
cultuurvermenging

Slide 31 - Quizvraag

In de periode van het kolonialisme vond cultuurverspreiding vooral plaats van.......
A
Europa naar de kolonies
B
van de kolonies naar Europa

Slide 32 - Quizvraag

Het plaatje laat cultuurverspreiding zien: de Engelse taal kom je ook buiten Engeland tegen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Waardoor werd de amerikanisering mogelijk?
A
door de verzuiling
B
door de opkomst van de massamedia
C
door de tweede feministische golf
D
door het onderwijs

Slide 34 - Quizvraag

Wat is amerikanisering?
A
Amerika verteld andere landen wat ze moeten doen
B
Amerikaanse cultuur verspreid over de wereld
C
Amerika neemt cultuurelementen van de hele wereld over

Slide 35 - Quizvraag

Amerikanisering in NL kwam door...
A
Amerika hielp met wederopbouw
B
Nederland werd onderdeel van Amerika

Slide 36 - Quizvraag

De Haka is amerikanisering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quizvraag

Hoe omschrijft aardrijkskunde cultuurverspreiding?
A
Dat je vindt dat jouw cultuur de beste is
B
Het verspreiden van jouw culturele opvattingen.
C
Handel, oorlog en kolonisatie
D
De verspreiding van cultuurelementen over de wereld

Slide 38 - Quizvraag

Suriname was een kolonie van Nederland. Wat is een kolonie?
A
Een cultuurgebied
B
Een gebied met gemeenschappelijke cultuur
C
Een gebied waar een ander land de baas is
D
Een gebied waar twee culturen zich mengen

Slide 39 - Quizvraag

Geboorteoverschot is....
A
er worden meer kinderen geboren dan oude mensen dood gaan
B
er gaan meer mensen door dan nieuw geboren baby's bijkomen

Slide 40 - Quizvraag

Rood is sterfte. blauw is geboorte.

Waarvan was er voor 1988 sprake?
A
geboorteoverschot
B
Sterfteoverschot

Slide 41 - Quizvraag

Rood is sterfte. blauw is geboorte.

Waarvan was er na 1988 sprake?
A
Geboorteoverschot
B
Sterfteoverschot

Slide 42 - Quizvraag

binnenlandse migratie
immigratie

emigratie 
Je komt een nieuw land binnen
je verhuist binnen je land
Je verlaat het land waar je woont

Slide 43 - Sleepvraag

Het verhuizen van de ene woonplaats naar de andere.
Inwoners vertrekken naar een andere woonplaats in een ander land.
Het verhuizen binnen een land.
Verandering in het aantal mensen in een gebied door migratie.
Het verhuizen naar een ander land.
Mensen komen een land binnen om zich daar te vestigen.
migratie
sociale bevolkingsgroei
binnenlandse migratie
buitenlandse migratie
immigratie
emigratie

Slide 44 - Sleepvraag

Vergrijzing
A
Laag percentage 65+
B
Laag percentage 0 -20
C
Kleine beroepsbevolking
D
Hoog percentage 65+

Slide 45 - Quizvraag

Vergrijzing......
A
is iets van vroeger
B
vindt op dit moment plaats in Nederland

Slide 46 - Quizvraag

ontgroening
vergrijzing
jonge bevolking

Slide 47 - Sleepvraag

Door het internet gaat amerikanisering supersnel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 48 - Quizvraag

Amerikanisering is een voorbeeld van globalisering
A
waar
B
niet waar

Slide 49 - Quizvraag

De Haka is amerikanisering
A
Waar
B
Niet waar

Slide 50 - Quizvraag