16.1 en 16.2 Sport 5 VWO

16.1 en 16.2


Achillespees
Spieren


Nectar, derde editie, 5 VWO
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

16.1 en 16.2


Achillespees
Spieren


Nectar, derde editie, 5 VWO

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Spier
Spiervezel
Pees
Spierbundel

Slide 3 - Sleepvraag

Een pees bestaat uit:
A
Botweefsel
B
Spierweefsel
C
Bindweefsel
D
Kraakbeenweefsel

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Bekijk afbeelding 1. Wat gebeurt er met de voet als spier P zich samentrekt?
Sleep het cijfer A of B naar de afbeelding

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

vertaling
Ligament --> gewrichtsband
Fascia --> speciaal bindweefsel
Tendon --> pees

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Dwarsgestreept spierweefsel is
A
Autonoom
B
Animaal

Slide 17 - Quizvraag

De spieren in je dunne darm bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 18 - Quizvraag

Spieren in je dunne darm zijn
A
Autonoom
B
Animaal

Slide 19 - Quizvraag

De spieren in je halsslagader bestaan uit
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 20 - Quizvraag

Deze spieren raken snel vermoeid
A
Glad spierweefsel
B
Dwarsgestreept spierweefsel
C
Hartspierweefsel

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Wat zijn de antagonisten van de buitenste tussenribspieren?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welk type motor neuron zorgt voor fijne motoriek? Een neuron dat een motorische eenheid van enkele spiervezels aanstuurt of een neuron dat 100-en spiervezels aanstuurt?
A
enkele
B
honderden

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Skeletspieren
Skeletspieren bevatten 2 typen vezels: 
  1. Snelle spiervezels
  2. Langzame spiervezels
Verschil zit hem in hoe snel myosinekoppen ATP splitsen. 
Hoeveel je van elk type spiervezels hebt, verschilt van persoon tot persoon. Aantal spiervezels is niet veranderbaar, het volume dat elk type spiervezel inneemt wel.

Slide 37 - Tekstslide

Trainen
- Langzame spiervezels: door (duur)trainen neemt het aantal bloedvaten rondom de spiervezels toe waardoor aan- en afvoer van stoffen verbetert.
- Snelle spiervezels: door trainen neemt het volume van snelle spiervezels toe (meer actine en myosine filamenten) waardoor er meer spierkracht is.

Slide 38 - Tekstslide

Door trainen neemt de aanmaak van mitochondriën in spiervezels toe. In welk type spiervezel is dit belangrijk?
A
langzame spiervezels
B
snelle spiervezels

Slide 39 - Quizvraag