Oefentoets

Woordenschat
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woordenschat

Slide 1 - Tekstslide

attitude =
A
advies, raad
B
houding
C
vaststelling, waarneming
D
uitdrukkelijk

Slide 2 - Quizvraag

impliciet
A
nadrukkelijk
B
uitgesproken
C
inbegrepen
D
uitgesloten

Slide 3 - Quizvraag

plausibel
A
aannemelijk
B
waarschijnlijk
C
verklaarbaar
D
gevoelig

Slide 4 - Quizvraag

hypothese
A
omgangsvorm
B
aanbeveling
C
stelling
D
aanname

Slide 5 - Quizvraag

Een schrijver kan in zijn inleiding een leuke ...... opnemen om de lezer nieuwsgierig te maken.
A
constatering
B
aanbeveling
C
anekdote
D
strategie

Slide 6 - Quizvraag

De coronapandemie heeft veel ..... opgeleverd in de Nederlandse taal.
A
rubrieken
B
neologismen
C
eufemismen
D
reportages

Slide 7 - Quizvraag

Werkwoordspelling

Slide 8 - Tekstslide

Geloof maar niet wat zij zegt, ze ......(spelden) je maar wat op de mouw.

Slide 9 - Open vraag

De boer heeft zijn gewassen met chemicaliën … (besproeien).

Slide 10 - Open vraag

......(worden) jij vanavond thuisgebracht?

Slide 11 - Open vraag

………. (besteden) je moeder ook altijd zoveel aandacht aan haar kleding?

Slide 12 - Open vraag

Zaterdag…………………….. (juichen) de toeschouwers voor Amy Pieters, want zij ……………………. (racen) over de weg naar de eerste plaats.

Slide 13 - Open vraag

Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 14 - Tekstslide

De gemeente gaf subsidie voor de te ... (verlichten) steeg.

Slide 15 - Open vraag

Er is altijd veel belangstelling voor een …………………….. (aanspoelen) walvis.

Slide 16 - Open vraag

De …………………….(uitvergroten) foto hangt nu in de kamer

Slide 17 - Open vraag

Het ruikt hier al dagen naar .... (verrotten) vis.

Slide 18 - Open vraag

Verschillende spellingcategorieën

Slide 19 - Tekstslide

Slechts … hebben het dieet de volle drie maanden volgehouden.

A
weinige
B
weinigen

Slide 20 - Quizvraag

De boeken in de kast staan .......... op kleur gerangschikt.

A
alle
B
allen

Slide 21 - Quizvraag

Vul de juiste meervoudsvorm in:
1 de amfibie - de …
2 de firma - de …
3 de leeuwerik - de …
4 het museum - de ......
5 de missionaris - de …

Slide 22 - Open vraag

Vul de juiste verkleinwoorden in:
duim
winterkoning
cv
pony
plan
agenda

Slide 23 - Open vraag

In dat museum hangt een ....
A
Picasso
B
picasso

Slide 24 - Quizvraag

Een synagoge is een gebedshuis voor .....
A
Joden
B
joden

Slide 25 - Quizvraag

Eet jij ook zo graag een .....?
A
Mars
B
mars

Slide 26 - Quizvraag

Nederland kent geen ..... partij.
A
Communistische
B
communistische

Slide 27 - Quizvraag

Als het goed is halen jullie over twee jaar je ......
A
vwo-diploma
B
vwo diploma

Slide 28 - Quizvraag

Vroeger kreeg je op je bruiloft vaak een ......
A
peper en zoutstel
B
peper-en-zoutstel
C
peper- en zoutstel

Slide 29 - Quizvraag

Laaggeletterden zijn vaker werkloos dan ......
A
niet-laaggeletterden
B
niet laaggeletterden

Slide 30 - Quizvraag

Om leerlingen te inspireren moet een docent veel ..... hebben.
A
lees-bagage
B
leesbagage

Slide 31 - Quizvraag

Hopelijk veroorzaakt de ..... geen ......
A
rijinstructeur, autoongeluk
B
rij-instructeur, auto-ongeluk
C
rijinstructeur, auto-ongeluk

Slide 32 - Quizvraag

Hij is niet de ..... , maar de .......
A
hoofd-trainer, assistent-trainer
B
hoofdtrainer, assistenttrainer
C
hoofdtrainer, assistent-trainer

Slide 33 - Quizvraag

Breek de volgende woorden op de juiste manier af:
ruïne
pianootje
cafeetje

Slide 34 - Open vraag

Interpunctie

Slide 35 - Tekstslide

Vul de juiste interpunctie (en hoofdletters) in.
de meeste kinderen zullen niet weten dat harley het hondje van mees kees uit de gelijknamige films eigenlijk djinnie heet en geen mannetje maar een vrouwtje is djinnie is turks gijs van der helm vond haar in een turks restaurant in de badplaats marmaris ze moest daar gasten lokken iedere avond werd ze geaaid door de kinderen en hun ouders die kwamen eten maar tussen de eigenaar van de eetgelegenheid en de hond was weinig liefde gijs vroeg mogen we haar meenemen naar zee dat was goed na een week vroeg hij of ze haar mee mochten nemen naar nederland dat mocht

Slide 36 - Open vraag