‹Terug naar zoeken

1.2 Politieke stromingen

§1.2 Politieke stromingen
A: een liberaal parlement
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

§1.2 Politieke stromingen
A: een liberaal parlement

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2
Politieke stromingen 
Planning
  • Terugblik


  • Uitleg 1.2 (A)


  • Video


  • Aan de slag met opdracht paragraaf 1.2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2
Politieke stromingen 
A
Een liberaal parlement
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
B
Sociale kwestie en schoolstrijd
Leerdoel:
Je kan beschrijven dat aanhangers van de verschillende politieke stromingen niet hetzelfde dachten over bijzonder onderwijs en de sociale kwestie
Begrippen:
Industriële revolutie
Verstedelijking
Sociale kwestie
C
Stromingen organiseren zich
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe politieke stromingen zich onderling steeds meer gingen onderscheiden.
Begrippen:
Emancipatie
Verzuiling
 
Censuskiesrecht
Algemeen kiesrecht
 
Sociale wetten
Schoolstrijd

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het parlement zaten verschillende politieke stromingen:
§1.2
Politieke stromingen
A
Een liberaal parlement
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. 
Willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders
Vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen
met wetten en regels
Confessionalisme
Geloof
Gelovigen.
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
Protestanten worden ook wel kleine luyden genoemd

Slide 4 - Tekstslide

- Welke politieke stroming past bij het artikel?
- Uitleggen wat voor soort samenleving in de bron wordt omschreven.
- en uitleggen bij welke positie deze samenleving past?

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  • Vanaf 1848: NL een parlementaire democratie.

    Maar;
  • censuskiesrecht
  • Vrouwen; geen stemrecht.
  • Veel rijke mannen stemden op liberalen->
    Liberalen hadden de macht in het parlement

  • De socialisten wilden algemeen kiesrecht 
§1.2
Politieke stromingen
A
DeBoze burgers
Een liberaal parlement

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.1
Koning en parlement
Zelfstandig werken
wat?
Lees de tekst op blz. + maak opdracht 1 t/m 5

Tijd:
30 minuten

Uitkomst
Je kijkt de opdrachten zelfstandig na met het antwoordenblad.

Klaar?
  • Bespreek de opdrachten met je buurman/buurvrouw.
  • Kijk de opdrachten zelfstandig na (antwoordenblad bij de docent).
  • Maak een samenvatting van 1.2 (A)
timer
30:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2 Politieke stromingen
B: sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2
Politieke stromingen 
Planning
  • Terugblik


  • Uitleg 1.2 (B)


  • Video


  • Aan de slag met opdracht paragraaf 1.2

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het parlement zaten verschillende politieke stromingen:
§1.2
Politieke stromingen
A
Een liberaal parlement
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. 
Willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders
Vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen
met wetten en regels
Confessionalisme
Geloof
Gelovigen.
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
Protestanten worden ook wel kleine luyden genoemd

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2
Politieke stromingen 
A
Een liberaal parlement
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
B
Sociale kwestie en schoolstrijd
Leerdoel:
Je kan beschrijven dat aanhangers van de verschillende politieke stromingen niet hetzelfde dachten over bijzonder onderwijs en de sociale kwestie
Begrippen:
Industriële revolutie
Verstedelijking
Sociale kwestie
C
Stromingen organiseren zich
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe politieke stromingen zich onderling steeds meer gingen onderscheiden.
Begrippen:
Emancipatie
Verzuiling
 
Censuskiesrecht
Algemeen kiesrecht
 
Sociale wetten
schoolstrijd

Slide 14 - Tekstslide

- Bron
- Uitleggen dat de situatie past bij het begrip sociale kwestie.
- Politieke oorzaak van de situatie in de bron benoemen.

-Uitleggen wat verzuiling is en past het bij de poster in de bron.
tijdlijn.schooltv.nl

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen industriële revolutie:
  • Verstedelijking
  • De sociale kwestie
§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstedelijking:
  • Veel arme mensen trokken naar de fabriek voor werk
  • Gevolg: ontstaan steden.

§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleem slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders werd de sociale kwestie genoemd:
  • Lage lonen
  • Slechte hygiëne 
  • Geen riolering
  • Vrouw- en kinderarbeid (lager loon)
  • Gevaarlijk werk 


§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rond 1860: weinig sociale wetten.
         wetten die mensen beschermen tegen gevolgen van armoede, ziekte, ouderdom en werkloosheid.

De enige wet die er was:
  • armenwet. 
    (hulp uit armenfonds gemeenten)


§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


  • Socialisten: Maak meer sociale wetten om armen te helpen.
  • Liberalen: Tegenstander van dit soort wetten.
  • Confessionelen: God had rijk en arm bepaald. Wetten waren dus niet nodig.
§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

§1.1
Koning en parlement
Zelfstandig werken
wat?
Lees de tekst op blz. + maak opdracht 1 t/m 5

Tijd:
30 minuten

Uitkomst
Je kijkt de opdrachten zelfstandig na met het antwoordenblad.

Klaar?
  • Bespreek de opdrachten met je buurman/buurvrouw.
  • Kijk de opdrachten zelfstandig na (antwoordenblad bij de docent).
  • Maak een samenvatting van 1.2 (B)
timer
30:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2 Politieke stromingen
B: sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2
Politieke stromingen 
Planning
  • Terugblik


  • Uitleg 1.2 (C)


  • Video


  • Aan de slag met opdracht paragraaf 1.2

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2
Politieke stromingen 
A
Een liberaal parlement
Leerdoel:
Je kan uitleggen welke stromingen in het parlement bestonden en dat de liberalen de macht hadden.
Begrippen:
Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
B
Sociale kwestie en schoolstrijd
Leerdoel:
Je kan beschrijven dat aanhangers van de verschillende politieke stromingen niet hetzelfde dachten over bijzonder onderwijs en de sociale kwestie
Begrippen:
Industriële revolutie
Verstedelijking
sociale kwestie
C
Stromingen organiseren zich
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe politieke stromingen zich onderling steeds meer gingen onderscheiden.
Begrippen:
Emancipatie
Verzuiling
 
Censuskiesrecht
Algemeen kiesrecht
 
Sociale wetten
Schoolstrijd

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In het parlement zaten verschillende politieke stromingen:
§1.2
Politieke stromingen
A
Een liberaal parlement
Liberalisme
Vrijheid
Hogere burgerij. 
Willen dat mensen zoveel mogelijk vrij zijn. De overheid moet zich niet veel bemoeien met mensen en de economie.
Socialisme
Gelijkheid
Arbeiders
Vinden dat iedereen gelijkwaardig is. De regering moet armen (arbeiders) helpen
met wetten en regels
Confessionalisme
Geloof
Gelovigen.
Het geloof moet centraal staan bij het besturen van het land. Er waren twee groepen confessionelen: protestanten en katholieken
Protestanten worden ook wel kleine luyden genoemd

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schoolstrijd: conflict over onderwijs 

Twee soorten scholen:
  • Openbaar onderwijs: betaald door de staat; voor iedereen
  • Bijzonder (gelovig) onderwijs: NIET betaald door de staat; voor katholieken of protestanten
     
  • Confessionelen vonden dat Bijzonder onderwijs ook betaald moest worden door de overheid. 
  • Liberalen en socialisten wilden dit niet -> gelijkheid, geloven doe je thuis


§1.2
Politieke stromingen
B
DeBoze burgers
Sociale kwestie en schoolstrijd

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.2 Politieke stromingen
C: Stromingen organiseren zich

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situatie 2e helft 19e eeuw:
  • Liberalen aan de macht. 
  • Arme burgers voelen zich achtergesteld
  • Burgers streven naar gelijke rechten: emancipatie
§1.2
Politieke stromingen
C
DeBoze burgers
Stromingen organiseren zich

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontstaan verzuiling:
  • Protestanten richten eigen scholen, ziekenhuizen en politieke partijen op om leven van hun groep te verbeteren. -> + wilden achterban beschermen tegen 'verkeerde' ideeën
  • Socialisten volgen -> wilden kiesrecht en sociale wetten voor arbeiders
  • Katholieken volgen ook -> wilden einde aan discriminatie. 

NL kwam in de verzuiling. 
§1.2
Politieke stromingen
C
DeBoze burgers
Stromingen organiseren zich

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Om op te komen voor hun belangen, richtten de stromingen elk eigen politieke partijen op. Deze partijen moet je (her)kennen:

-> schema invullen. Gebruik blz. 20 



§1.2
Politieke stromingen
C
DeBoze burgers
Stromingen organiseren zich
Stroming
Partijnaam
Personen
Opgericht
Aanhangers

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om op te komen voor hun belangen, richtten de stromingen elk eigen politieke partijen op. Deze partijen moet je (her)kennen:


§1.2
Politieke stromingen
C
DeBoze burgers
Stromingen organiseren zich
Stroming
Partijnaam
Personen
Opgericht
Aanhangers
Protestanten
Antirevolutionaire partij (ARP)
Abraham Kuypers
1879
gewone protestantse burgers 'kleine luyden'
Liberalen
Liberale Unie
nvt
1885
hogere burgerij
Socialisten
(sociaal-democraten)
 Sociaal-democratische arbeiderspartij (SDAP)
Pieter Jelles Troelstra
1894
arbeiders
Katholieken
Rooms-Katholieke Staatspartij
(RKSP)
Herman Schaepman
1926
katholieken

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een affiche (begin 20e eeuw) van de SDAP
een affiche (begin 20e eeuw) voor een katholiek sanatorium (= een soort ziekenhuis voor mensen die langdurig ziek zijn)

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§1.1
Koning en parlement
Zelfstandig werken
wat?
Lees de tekst op blz. + maak opdracht 1 t/m 5

Tijd:
30 minuten

Uitkomst
Je kijkt de opdrachten zelfstandig na met het antwoordenblad.

Klaar?
  • Bespreek de opdrachten met je buurman/buurvrouw.
  • Kijk de opdrachten zelfstandig na (antwoordenblad bij de docent).
  • Maak een samenvatting van 1.2 (C)
timer
30:00

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de sociale kwestie?
A
De armoede onder boeren in de 19e eeuw.
B
De wet kinderarbeid te verbieden.
C
Het besef dat er een oplossing moet komen voor de slecht woon- en leefomstandigheden van arbeiders
D
Wetten waarmee het leven van rijke mensen in de 19e eeuw beter zou moeten worden.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De schoolstrijd staat voor...
A
De strijd tussen ouders en leerkrachten over goed onderwijs.
B
De strijd tussen de confessionelen en de openbaren over goed onderwijs.
C
De strijd tussen de confessionelen en de openbaren over de betaling van de schoolkosten.
D
De strijd tussen de confessionelen en de openbaren om een eigen school te kunnen starten.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Politieke stromingen: socialisten
A
Gelijkheid
B
Op basis van geloof
C
individuele vrijheid
D
Alles houden zoals het was

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Politieke stromingen: Liberalen
A
Gelijkheid
B
Op basis van geloof
C
individuele vrijheid
D
Alles houden zoals het was

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Van welke politieke stroming is Kuyper de leider?
A
Socialisten
B
Protestanten
C
Katholieken
D
Liberalen

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Johan Rudolf Thorbecke was onderdeel van een politieke stroming.

Welke politieke stroming?
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Confessionelen
D
Conservatieven

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Confessionalisme is een politieke stroming die
A
De arbeider centraal stelt
B
Het geloof centraal stelt
C
Gelijkheid centraal stelt
D
De ondernemer centraal stelt

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke politieke stroming hoorde Troelstra?
A
Liberalen
B
Socialisten
C
Kapitalisten
D
Confessionelen

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is emancipatie?
A
Strijd voor gelijke rechten
B
Strijd voor een nieuwe grondwet
C
Strijd voor bijzonder onderwijs
D
Strijd voor algemeen kiesrecht

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is verzuiling?
A
De samenleving wordt ingedeeld op basis van levensbeschouwing
B
De samenleving wordt ingedeeld op basis van godsdiensten
C
De samenleving wordt ingedeeld op basis van leeftijd
D
De samenleving wordt ingedeeld op basis van geslacht

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De tekenaar is een ... van de verzuiling.
A
tegenstander
B
voorstander

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De ARP is een...
A
liberale partij
B
socialistische partij
C
protestante partij
D
katholieke partij

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schaepman is een?
A
Confessioneel
B
Liberaal
C
Socialist

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-  Verbind de uitspraken aan de juiste politieke stromingen
SOCIALISME
LIBERALISME
CONFESSIONALISME
FEMINISME
NATIONALISME
Wij willen betere werkomstandigheden!
Wij willen gelijke rechten als mannen!
Nederland is het beste land op aarde!
Wij willen geen verandering en de bijbel als leidraad! 
Wij willen zo weinig mogelijk bemoeienis van kerk en staat!

Slide 51 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

1.2 Politieke stromingen

- Les met 20 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

1.2 Politieke stromingen

- Les met 20 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

1.2 Politieke stromingen

- Les met 25 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

H. 1, par. 2 . Politieke stromingen

- Les met 32 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

1.2 Politieke stromingen

- Les met 47 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

1.2 Politieke stromingen

- Les met 39 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

2c

- Les met 24 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

1.2 Politieke stromingen (2a)

- Les met 44 slides
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4