In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Schaalmodel
Slide 1 - Tekstslide
Doel van deze les:
In deze les leer je hoe je met behulp van schaal de afmetingen van een schaalmodel of het echte voorwerp kunt berekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Waar gebruik je schaal nog meer?
Slide 3 - Woordweb
Senna heeft een sleutelhanger in de vorm van de Eiffeltoren. De sleutelhanger is 16cm lang. De echte Eiffeltoren is 2000x zo groot. Hoe hoog is de Eiffeltoren in werkelijkheid?
A
32 meter
B
320 meter
C
3200 meter
D
32000 meter
Slide 4 - Quizvraag
Wat moet op de plaats van het vraagteken staan? km - hm - ... - ... - ? - ... - mm
Slide 5 - Open vraag
Schaal
Op schaal betekent dat iets kleiner is dan dat het in werkelijkheid is.
Je komt schaal op veel verschillende plekken tegen. Bijvoorbeeld bij:
Kaartlezen (in een atlas of op wegenkaarten)
Bij het ontwerpen van een nieuw gebouw
Bij modelfiguren (zoals de mini-Eiffeltoren uit de eerste vraag)
Slide 6 - Tekstslide
Schaalmodel
Hiernaast zie je een VW-busje van LEGO gemaakt. Het legobusje is gemaakt met schaal 1 : 14
De lengte van het LEGO-busje is 30 cm.
In het echt heeft het VW-busje een lengte van 30 x 14 = 420 cm = 4,2 meter
Slide 7 - Tekstslide
Madurodam
Madurodam is een attractiepark waar veel bekende gebouwen uit de hele wereld in het klein zijn nagebouwd
De schaal van de gebouwen is 1 : 25
Dat betekent dat het gebouw in het echt 25x zo groot is.
Een auto in Madurodam heeft een lengte van 20 cm.
In werkelijkheid is de auto dan 20 x 25 = 500cm = 5 meter lang.
Slide 8 - Tekstslide
Het model hiernaast is 11 cm lang en is gemaakt met schaal 1:43. Wat is de lengte van de echte auto?
A
4,73 meter
B
4,3 meter
C
3,9 meter
Slide 9 - Quizvraag
De Big Ben in Londen is 98 m hoog.
Een model van deze toren is gemaakt op schaal 1:50.