Complottheorieën les 2

Welkom!
Klaar voor de start:
   -materiaal: opgeladen laptop
   -jas uit, tas op de grond
   
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Klaar voor de start:
   -materiaal: opgeladen laptop
   -jas uit, tas op de grond
   

Slide 1 - Tekstslide

Vooraf: 
De opdracht van vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
Periode 3
Complottheorieën
Sandy Hook

Slide 3 - Tekstslide

Deze les: 
Een tekst over complotten: 'Complotten zijn echt'. 

Hoe pak je een lastige en lange tekst aan? 

Slide 4 - Tekstslide

De lessen
Les 1: introductie
Les 2: Leesvaardigheid: 'Complotten zijn echt'
Les 3/4: Complotten, media, fake news: een mini-onderzoekje
Les 5 t/m 10: Mini-pws 'Complottheorieën" + presentaties
Les 11/12: Schrijfvaardigheid: een ingezonden brief als reactie op een artikel.

Slide 5 - Tekstslide

Doel
-Je kent de betekenis van een aantal moeilijke woorden in de tekst
-Je weet hoe je leesstrategieën kan inzetten bij een langere, lastige tekst en je kunt een aantal van die strategieën noemen
-Je weet hoe je snel de structuur van een tekst kan bepalen
-Je kunt ironie herkennen en aanwijzen in een tekst 

Slide 6 - Tekstslide

De kapstok
Alle jassen op de grond of aan de kapstok?
    Vóór het lezen
    Tijdens het lezen
    Na het lezen

Slide 7 - Tekstslide

Complotten zijn echt ...
  1. Eerste leesronde
  2. Lastige woorden
  3. Tweede leesronde
  4. Extra informatie: Watergate, KGB, CIA

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
Lees de tekst in zijn geheel door.
Onderstreep:
     Kernzinnen (NB: niet elke alinea heeft een (belangrijke) kernzin
     Namen van mensen
     Belangrijke begrippen
     Signaalwoorden/signaalzinnen


Slide 9 - Tekstslide

Vragen: noteer in de kantlijn het vraagnummer (+ evt. antwoord):
1. Waar vind je een mogelijke verklaring voor het ontstaan van complottheorieën
2. Pagina 3, rechterkolom, na het tussenkopje: er worden vijf 'waarom-vragen' gesteld + beantwoord. Wat is het verschil tussen de eerste vier antwoorden en het laatste antwoord? Hoe reageert de schrijver op het laatste antwoord? 
3. Waar vind je info over het uitlekken van complotten? 
4. Hoe staat de schrijver tegenover complottheorieën?

Slide 10 - Tekstslide

Tot slot:
-reconstructie, hiërarchisch, clandestien, klokkenluider, bekokstoven, refereren (aan), narratief, lucide, reconstructie
-de kapstok
-strepen, arceren, bewerken

Slide 11 - Tekstslide

'Hoe lees je een lastige,lange tekst
Ik heb helemaal niets opgestoken
Ik weet een klein beetje beter hoe ik een tekst kan lezen, maar 't blijft moeilijk
Nou, oke, ik snap in elk geval wat die vent wil dat ik doe
Dit wist ik dus allemaal al
Prima, weer wat geleerd, ga ik mee aan de slag een volgende keer.

Slide 12 - Poll


Slide 13 - Open vraag


Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide


A

Slide 16 - Quizvraag


A

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Woordweb