7.2 De aarde

7.2 De aarde


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.2 De aarde


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
Herhalen van drie vragen over 7.1 het zonnestelsel

Leerdoelen van deze les

Introductie, instructie en controle vragen over de les;

Vragen maken die horen bij de les.

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen:
7.2.1 Je kunt uitleggen hoe je overdag de tijd kunt bepalen met de stand van de zon.
7.2.2 Je kunt uitleggen waarom de nachten in de winter langer zijn dan in de zomer.
7.2.3 Je kunt de schijngestalten van de maan uitleggen.
7.2.4 Je kunt uitleggen hoe een maansverduistering ontstaat.
7.2.5 Je kunt uitleggen hoe een zonsverduistering ontstaat.

De aarde draait rond de zon. Maar de aarde draait zelf ook. Daardoor hebben we winter en zomer, dag en nacht, en korte en lange nachten.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
7.2.1 Je kunt uitleggen hoe je overdag de tijd kunt bepalen met de stand van de zon.
DAG EN NACHT

De zon komt op in het oosten. In de avond gaat de zon onder in het westen. Het lijkt alsof de zon iedere dag rond de aarde heen draait. Daarom dachten de mensen in de middeleeuwen dat ook. Maar het is andersom. De aarde draait rond de zon.
De zon komt iedere dag weer op doordat de aarde zelf draait. De aarde draait om de lijn van de noordpool naar de zuidpool. 
Deze lijn is de aardas =>


Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
7.2.1 Je kunt uitleggen hoe je overdag de tijd kunt bepalen met de stand van de zon.
De aarde draait in 24 uur rond de aardas. Daardoor duurt een dag 24 uur. Ieder uur van de dag is een ander deel van de aarde naar de zon gericht. Aan de stand van de zon kun je daarom zien hoe laat het is. Vroeger werden hiervoor zonnewijzers gebruikt. Aan de schaduw van de wijzer zie je hoe laat het is.
                                                 De aarde draait rond  de aardas.





Opdracht: 1 en 2

Slide 5 - Tekstslide

Quiz
 De zonnewijzer geeft overdag/ in de nacht  geen tijd aan.
Dat is omdat de zon dan niet/ wel schijnt.
A
overdag en niet
B
overdag en wel
C
in de nacht en niet
D
in de nacht en wel

Slide 6 - Quizvraag

leerdoelen:
7.2.2 Je kunt uitleggen waarom de nachten in de winter langer zijn dan in de zomer.
KORTE EN LANGE NACHTEN

De aarde draait om de aardas. De aardas staat schuin op de baan van de aarde rond de zon. De hoek ertussen is ongeveer 23°. Dat zie je in de afbeelding.
De aarde hangt een beetje schuin. Daardoor krijgen het noorden en het zuiden niet evenveel zon.


Slide 7 - Tekstslide

leerdoelen:
7.2.2 Je kunt uitleggen waarom de nachten in de winter langer zijn dan in de zomer.
• In juni is het noordelijke deel van de aarde naar de zon toe gericht. In Nederland is het dan zomer.
• In december is het noordelijke deel van de aarde van de zon af gekeerd. In Nederland is het dan winter.






De zon schijnt in juni vooral op het noordelijke deel van de aarde

Slide 8 - Tekstslide

leerdoelen:
7.2.2 Je kunt uitleggen waarom de nachten in de winter langer zijn dan in de zomer.
In de afbeelding zie je de aarde ‘van boven’ op 21 juni. Je kijkt dus naar de noordpool. Je ziet dat de zon op de noordpool schijnt, want het noordelijke deel van de aarde is naar de zon toe gekeerd.







De aarde gezien van boven de noordpool op 21 juni.

 






Slide 9 - Tekstslide

leerdoelen:
7.2.2 Je kunt uitleggen waarom de nachten in de winter langer zijn dan in de zomer.
Nederland is aangegeven met een blauwe stip. Als de aarde draait, draait Nederland mee. Dat is de rode cirkel. De aarde draait in 24 uur rond de aardas. Van die 24 uur ligt Nederland ongeveer 8 uur in het donkere stuk. Dan is het nacht. Het is die dag dan 16 uur licht. In de zomer is er in Nederland dus een korte nacht en een lange dag.

Slide 10 - Tekstslide

leerdoelen:
7.2.2 Je kunt uitleggen waarom de nachten in de winter langer zijn dan in de zomer.
In de afbeelding zie je weer de noordpool recht van boven. Nu is het 21 december. Er schijnt minder zon op het noordelijke deel van de aarde. Het grootste deel is donker.
In Nederland is het dan ongeveer 16 uur donker en 8 uur licht. In de winter is er dus een lange nacht en een korte dag. 


                                               De aarde gezien van boven de noordpool op 21 december. 



Opdracht 3, 4 en 5

Slide 11 - Tekstslide

Quiz
Waardoor zijn de nachten in Nederland in de winter langer dan in de zomer?
A
Doordat de aarde schuin staat
B
Doordat de aarde in de winter verder van de zon staat.
C
Doordat het in de winter kouder is.

Slide 12 - Quizvraag

leerdoelen:
7.2.3 Je kunt de schijngestalten van de maan uitleggen.
DE MAAN

Als er weinig wolken zijn, kun je de maan goed zien. De maan ziet er iedere nacht anders uit. Soms is hij een dun randje en soms een volle cirkel.
De maan geeft zelf geen licht. Je ziet de maan doordat hij wordt verlicht door de zon. Je ziet alleen het deel waar de zon op schijnt.               

                                                                                                    De maan ziet er iedere nacht anders uit.       




Slide 13 - Tekstslide

leerdoelen:
7.2.3 Je kunt de schijngestalten van de maan uitleggen.
De maan draait rond de aarde. Daardoor zie je vanaf aarde iedere dag een ander deel van de maan. Je ziet steeds een andere vorm. Die verschillende vormen van de maan noem je de schijngestalten van de maan. De periode van nieuwe maan tot nieuwe maan is een maancyclus. De maancyclus duurt ongeveer 29 dagen. De maancyclus is altijd hetzelfde:
nieuwe maan – eerste kwartier – volle maan – laatste kwartier – nieuwe maan.
De schijngestalten van de maan ========>
 - In de binnenste cirkel draait de maan rond de aarde. 
De zon schijnt altijd op één kant van de maan. 
In de buitenste cirkel staat de maan zoals je 
hem ziet vanaf de aarde.
Opdracht: 6,7 en 8

Slide 14 - Tekstslide

Quiz
Hoelang duurt een maancyclus?
A
27 dagen
B
28 dagen
C
29 dagen
D
30 dagen

Slide 15 - Quizvraag

Leerdoelen
7.2.4 Je kunt uitleggen hoe een maansverduistering ontstaat.
MAANSVERDUISTERING

De maan draait rond de aarde. En de aarde draait rond de zon. Heel soms staan de zon, de aarde en de maan dan precies op één lijn.
In afbeelding 19 staat de aarde tussen de zon en de maan in. Hierdoor valt de schaduw van de aarde op de maan. Je kunt de maan dan niet meer zien. Dit noem je een maansverduistering.





Slide 16 - Tekstslide

Quiz
Bij een zonsverduistering staat de aarde/ maan
 tussen de zon en de aarde/ maan. 
A
aarde en aarde
B
aarde en maan
C
maan en aarde
D
maan en maan

Slide 17 - Quizvraag

Leerdoelen
7.2.5 Je kunt uitleggen hoe een zonsverduistering ontstaat.
ZONSVERDUISTERING

In de afbeelding staat de maan precies tussen de aarde en de zon in. 



Een deel van de aarde ligt in de schaduw van de maan. Vanaf dit deel van de aarde kun je de zon dan niet zien. Dit heet een zonsverduistering. De zwarte schijf is de maan. 
De maan staat precies voor de zon.

Opdracht: 9,10 en 11



Slide 18 - Tekstslide

Quiz
Bij een maanverduistering staat de aarde/ maan tussen de zon en de aarde/ maan. 
A
aarde en aarde
B
aarde en maan
C
maan en aarde
D
maan en maan

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk! NOVA
Wat? 7.2 De aarde
Opdracht 1 t/m 11
Niet de P-opdrachten!
Waar? In Magister naar leermiddelen Nova Nask. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!

timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide


Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 22 - Open vraag


Stel een vraag over iets wat je 
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.

Slide 23 - Open vraag