5V di22sep20 4e u VS H2 §4 Exp-BuitPol - Ges.Wrkpl

Burgers en stoommachines
H2:  VS worden een Wereldmacht / 1865-1918
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines
H2:  VS worden een Wereldmacht / 1865-1918

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de tijdbalk. Bij welk jaar verandert de buitenlandpolitiek van de VS, en waarom?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Economie / Binnenland:
Expansie / Buitenland:
Burgerrechten: 
Ideaal:
Belang:
Zoek voor de 3 deelgebieden een ideaal èn het belang dat realisatie ervan in de weg staat :
.
int. vrijhandel
stemmenverlies
kartel
importheffingen
gelijkheid
vrije markt
kolonisatie
zelfbeschikking

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de jaren '20:
Na de jaren '20:
Consumenten-artikelen in de VS:
2. Auto
1. mobiele telefoon
3. computer
4. stofzuiger
6. waterkoker
5. wasmachine
7. broodrooster
8. koelkast
10. radio
9. tv
11. mixer
12. magnetron

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Roosevelts erfenis:
Koude Oorlog:
Binnen- & Buitenlandpolitiek, 
VS na 1945:
2. 'GI bill'
1. Verenigde Naties
3. Eisenhower
4. War on Poverty
6. president leider vh Westen
5. openbaar onderwijs
7. indamming
8. Medicare
10. Muur
9. atoombom
11. Johnson
12. Marshall-plan

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Economie / Binnenland:
Expansie / 
Buitenland:
Burgerrechten: 
Aanleiding/Oorzaak:
Gevolg:
Zoek voor de 3 deelgebieden 1 of 2 aanleidingen/oorzaken die bijdragen aan 1 of 2 gevolgen; beide na WO2 :
late deelname WO2
'separate is unequal'
uitblijven recessie
einde isolationisme
meer (vreedzaam) verzet
'GI bill'
Koude Oorlog
wapenwedloop
China communistisch
einde segregatie
'McCarthyisme'
zwarte middenklasse

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

In welke industrie werd de schietspoel gebruikt?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar in het centrum van Amsterdam lag ooit deze gracht?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de eerste eeuw van de                    tijd,
de tijd van burgers en                                 ,
ontstond een industriële                            , waar-
in de meeste mensen woonden in                ;
door de industriële 
werden 
gemaakt met                     .
Test Jezelf H5, opdr. 1b. Vul de juiste begrippen in; één blijf er over:

stoommachines
industrialisatie
machines
moderne
producten
revolutie
samenleving
steden

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bevolking groeide.
De landbouw- & industrieproductie nam toe.
Landarbeiders trokken naar de steden.
Machines vervingen handarbeid.

1. Feit D is een oorzaak van  feiten     en    .
2. Feit B is een oorzaak van feiten     en    .

Test Jezelf H5, opdr. 1c. Vul de letters van de vier onderstaande feiten zo in de zinnen daaronder in, dat de oorzaak-gevolg-relaties kloppen; let op: één letter hoef je niet in te vullen, en één letter tweemaal!


A
B
C
D

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

5- Juist:
5 - Onjuist:
Test Jezelf H5, opdr. 2b - Sociale Kwestie: welke zin klopt?
De Sociale Kwestie was een gevolg van de industrialisatie.
Armoede was een nieuw verschijnsel in de industriële samenleving.
In 1874 werd alle kinder-arbeid tot 12jr verboden.
De sociale wetten na 1880 waren een gevolg van de sociale spanningen.
In 1900 was de Sociale Kwestie deels opgelost.

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle burgers kozen het parlement.
NL werd een constitutionele monarchie.
NL werd een parlementaire democratie.
Thorbecke maakte een nieuwe grondwet.
Koning Willem I oefende veel macht uit.
Koning Willem II stond verandering toe.

Chronologische volgorde:         -    -    -    -    -    .
WB H5 Test Jezelf 3a – Democratie in NL
Noteer de letters A-F van de zes onderstaande feiten in de juiste tijdsvolgorde. 


A
B
C
D
E
F

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

WB H5 ‘t Tijdvak 3 – Verleden & Heden
Op school leer je over het ontstaan van het Nederlandse parlementaire stelsel. Bedenk waarom dat voor hedendaagse Nederlanders belangrijk is.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
4c/d Politiek-maatschappelijke Stroming
gelijkheid
Kuyper
Thorbecke
vrijheid van burgers
tegen de Verlichting
productiemiddelen van iedereen
economische vrijheid
ARP
SDAP
Marx
christelijk geloof

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

5a - Juist:
5a - Onjuist:
Wb h5 §4
2. Gelovigen mochten vanaf 1848 scholen stichten.
1. Katholieken noemden zich antirevolutionairen
3. De overheid betaalde vanaf 1848 het bijzonder onderwijs.
4. De ARP was de 1e landelijke politieke partij van NL.
6. De confessionelen haalden in 1901 de meerderheid i/h parlement.
5. Protestanten & Katholieken werkten i/d 'schoolstrijd' samen.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vind jij - nu je historische kennis van ziektebestrijding hebt - het een goede zaak, dat jij en/of je vrouwelijke leeftijdgenoten een vaccin aangeboden krijgen / hebben gekregen, dat de kans op baarmoederhalskanker (door het HPV-virus) met 75% verkleint?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Landbouw-stedelijke samenleving
Industriële samenleving
In steden: vooral handel & nijverheid.
In steden: vooral industrie & diensten. 
Minstens de halve bevolking woont i/d stad.
Minstens de halve bevolking woont o/h platteland.

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

16e eeuw
17e eeuw
18e eeuw
Vroegmoderne         Periode
< Middeleeuwen
Moderne Periode >
Wetenschap-pelijke Revolutie: 
Verlichting: 
Renaissance:
nadenken, niet zomaar geloven.  
geloof in de vooruitgang.
waarneming & experiment.

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist
Onjuist
§3 opdracht 1a. Voorkennis - sleep de bewering naar de goede rij :
De Nederlandse Republiek (tot 1795) was een Democratie.
De Nederlandse Republiek (tot 1795) was een Rechtsstaat.
Nederland werd na de Bataafse Revolutie (1795) een koninkrijk.
Tijdens de Bataafse Republiek kreeg Nederland zijn eerste grondwet.

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist
Onjuist
Test Jezelf H5, opdr. 2b - Sociale Kwestie - welke bewering is juist?
A. De Sociale Kwestie was een gevolg van de industrialisatie.
De Nederlandse Republiek (tot 1795) was een Rechtsstaat.
Nederland werd na de Bataafse Revolutie (1795) een koninkrijk.
Tijdens de Bataafse Republiek kreeg Nederland zijn eerste grondwet.

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

§3 opdr. 3d Willem II - Verbindt de beschrijving met de juiste persoon of begrip.
burgerlijke vrijheden -
kabinet -
constitutionele monarchie -
staatshoofden -
parlementair stelsel -
Thorbecke -
Willem I -
alle ministers
grondwet beperkt macht koning
had bijna alle macht
Huis van Oranje
liberale maker nieuwe grondwet
parlement = hoogste macht
vrijheid van geloof & meningsuiting

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleepvraag Combi WB §3 opdr.4 + §4 opdr.1
continuïteit -
verandering - 
liberalen willen -
socialisten willen -
feministen willen -
confessionele willen -
conservatieven willen -
de macht van de koning in NL
         vrijheid
geen verandering of democratie
gelijkheid
verdraagzaamheid & gelijke behandeling
gelijke rechten voor vrouwen
de constitutionele monarchie in NL

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

§4 opdr. 4b - Stromingen - kopje 3 + afb. 21-7
Welke politieke stroming werd na 1870 de belangrijkste tegenstander v/h liberalisme & socialisme, en waarom?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
4c/d Politiek-maatschappelijke Stroming
gelijkheid
Kuyper
Thorbecke
vrijheid van burgers
tegen de Verlichting
productiemiddelen van iedereen
economische vrijheid
ARP
SDAP
Marx
christelijk geloof

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

5- Juist:
5 - Onjuist:
2. Gelovigen mochten vanaf 1848 scholen stichten.
1. Katholieken noemden zich antirevolutionairen
3. De overheid betaalde vanaf 1848 het bijzonder onderwijs.
4. De ARP was de 1e landelijke politieke partij van NL.
6. De confessionelen haalden in 1901 de meerderheid i/h parlement.
5. Protestanten & Katholieken werkten i/d 'schoolstrijd' samen.

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke Amerikaanse stad heeft in 1918 nu eigenlijk de beste strategie gevolgd om het aantal sterfgevallen te beperken?!
Philadelphia (A, rood), waar mensen geen afstand moesten houden; of Saint Louis (B, blauw), waar dat wel moest?
A
Philadelphia
B
Saint Louis

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5- Juist:
5 - Onjuist:
WB §6 opdr. 3c - gevolgen Medische revolutie
Fabrieken gingen medicijnen machinaal maken
(= farmaceutische industrie). 
De rubberindustrie ging chirurgische handschoenen maken.
In de voedingsmiddelen-industrie werd voedsel gepasteuriseerd.
Ziekenhuizen gingen bedden en zalen reinigen.

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Probleem:
Probleem:
WB §5.6 opdr. 5a
Maatregel:
vuil drinkwater
ontlasting in grachten (3)
onhygiënische kinderverzorging
slechte huizen
consultatiebureaus
aanleg riolering
Woningwet
aanleg waterleiding
reinigingsdiensten
demping grachten

Slide 33 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


WB §5.6 opdr. 5b:
Welke 3 maatregelen werden genomen tegen tbc,
en gelden er nu in feite óók tegen corona?!


Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 1 onderdeel van een digitale les op, waardoor je goed leert,
en 1 wat op jou weinig effect heeft
(die mogen ook van een andere docent zijn).

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kopen bij:
Verhouding tussen koper en verkoper:
Koopwaar 
gemaakt door: 
Vóór de Industrialisatie:
Ná de Industrialisatie:
9. Boodschap-pen doen.
kleine afstand
industrie
winkel
grote afstand
verkoper
producent

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 1 onderdeel van een digitale les op, waardoor je goed leert,
en 1 wat op jou weinig effect heeft
(die mogen ook van een andere docent zijn).

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

1e link: https://www.surveymonkey.com/r/XB3L9RG

Slide 39 - Link

2e link: https://www.surveymonkey.com/r/XH9KSKM

Slide 40 - Link

3e link: https://www.surveymonkey.com/r/XHTDFX3

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

juist
onjuist
Welk weefgetouw zag je in het filmpje?

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kopen bij:
Verhouding tussen koper en verkoper:
Koopwaar 
gemaakt door: 
Vóór de Industrialisatie:
Ná de Industrialisatie:
9. Boodschap-pen doen.
kleine afstand
industrie
winkel
grote afstand
verkoper
producent

Slide 44 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Juist:
Onjuist:
2. Gelovigen mochten vanaf 1848 scholen stichten.
1. Katholieken noemden zich antirevolutionairen
3. De overheid betaalde vanaf 1848 het bijzonder onderwijs.
4. De ARP was de 1e landelijke politieke partij van NL.
6. De confessionelen haalden in 1901 de meerderheid i/h parlement.
5. Protestanten & Katholieken werkten i/d 'schoolstrijd' samen.

Slide 45 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme
Socialisme
Confessionalisme
Politiek-maatschappelijke Stroming
gelijkheid
Kuyper
Thorbecke
vrijheid van burgers
tegen de Verlichting
productiemiddelen van iedereen
economische vrijheid
ARP
SDAP
Marx
christelijk geloof

Slide 46 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat veranderde er door de industrialisatie in de relatie tussen baas en knecht?
A
die werd persoonlijker
B
die werd onpersoonlijker

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

a. Bestudeer Bron 4; noteer in ronde cijfers, hoeveel miljoen inwoners Europa telde in:
1500: 1700: 1900:
1600: 1800: 2000:

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies