Paragraaf 4 Geluidsoverlast verminderen

Paragraaf 4 Geluidsoverlast verminderen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 4 Geluidsoverlast verminderen

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
8.4.1 Je kunt uitleggen vanaf welke geluidssterkte je gehoor beschadigd kan raken als je er regelmatig of langdurig aan blootstaat.
8.4.2 Je kunt drie manieren benoemen om geluidsoverlast te verminderen.
8.4.3 Je kunt voorbeelden geven van maatregelen tegen geluidshinder bij de geluidsbron, tussen de geluidsbron en de ontvanger en bij de ontvanger.
8.4.4 Je kunt het verschil uitleggen tussen geluid absorberen en weerkaatsen.
8.4.5 Je kunt enkele manieren van geluidsisolatie benoemen.
8.4.6 Je kunt uitleggen hoe een audiogram gemaakt wordt. (PLUS)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Geluidshinder is irritant, maar niet schadelijk voor je gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Bij een geluidswal wordt geluidshinder aangepakt?
A
Bij de bron
B
Bij de ontvanger
C
Tussen bron en ontvanger

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geluidshinder?
A
Een ongewenst geluid dat hinder veroorzaakt
B
Een geluid dat geen hinder veroorzaakt
C
Een gewenst geluid
D
Een geluid dat alleen in de stad voorkomt

Slide 8 - Quizvraag

Geluidsarm asfalt is een voorbeeld van geluidshinder bestrijden...
A
Bij de bron
B
Tussen de bron en de ontvanger
C
Bij de ontvanger

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn manieren om geluidshinder te voorkomen?
A
Vaker harde muziek afspelen
B
Meer geluid produceren
C
Aanleggen van groene zones
D
Geluidsisolatie

Slide 10 - Quizvraag

Hoe kun je het beste langdurige geluidshinder bestrijden?
A
Door oordoppen te dragen
B
Door machines uit te zetten
C
Door geluidsisolatie te gebruiken
D
Door oorkappen te dragen

Slide 11 - Quizvraag

Wat is GEEN maatregel tegen geluidshinder van een snelweg?
A
Snelheidsbeperking
B
ZOAB (zeer open asfalt beton)
C
Dubbelglas in woningen bij de snelweg
D
Geluidswal

Slide 12 - Quizvraag

7) In de tekst staat dat bij ruim 14 procent van de kinderen de oren al kapot zijn voor ze naar de middelbare school gaan. In de tekst worden hiervoor oorzaken genoemd.
Welke twee van de onderstaande zinsdelen zijn volgens de tekst oorzaken voor gehoorschade?





Twee goede antwoorden
a een oor dat niet meer geneest als het beschadigd is
b een slechte kwaliteit van oortjes of koptelefoon
c het bezoeken van festivals
d het niet luisteren van kinderen naar de waarschuwingen van ouders
e te harde muziek

Slide 13 - Sleepvraag

Een violist speelt elke dag viool.
De violist wordt onderzocht op gehoorschade. Hij krijgt een toon te horen met een trillingstijd van 0,5 ms. Tijdens het onderzoek wordt het geluidsniveau verlaat tot de violist deze toon niet meer hoort.

Kies de juiste mogelijkheid
Bij een afname van het geluidsniveau neem de 
van de toon
amplitude
trillingstijd
af
toe

Slide 14 - Sleepvraag

Gehoorschade
in 't kort

Oorzaak
Gevolg
Hulpmiddel
gehoorbeschermers
decibelmeter
geluidsbegrenzer
feestjes en festivals
gamen
muziek luisteren
andere studiekeuze
mentale gezondheid
sociale leven

Slide 15 - Sleepvraag

Kan gehoorschade genezen?
A
Ja
B
nee
C
ja, maar het duurt heel lang

Slide 16 - Quizvraag

gehoorschade loop je op bij
A
50 Decibel
B
60 Decibel
C
100 Decibel
D
80 Decibel

Slide 17 - Quizvraag

Hoe kan je gehoorschade voorkomen?
A
Het geluid niet te hard zetten
B
Niet te lang naar harde geluiden luisteren
C
Gehoorbescherming dragen
D
Alledrie de antwoorden zijn juist

Slide 18 - Quizvraag

Wat is gehoorschade?
A
Een verkleining van het oor
B
Een verhoogde gevoeligheid voor geluid
C
Een tijdelijke vermindering van het gehoor
D
Een permanente beschadiging van het gehoor

Slide 19 - Quizvraag

Wat kan je doen tegen gehoorschade?
A
oordoppen dragen
B
geluid niet te hard zetten
C
gehoorbescherming dragen
D
alles

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van geluidsisolatie bij de ontvanger?
A
Een knalpijp op de benzinemotor monteren
B
Lawaaiige vliegtuigen niet tot het Nederlandse luchtruim toelaten
C
Huizen isoleren die vlak bij een vliegveld liggen
D
Geluidsarm asfalt aanbrengen op doorgaande wegen

Slide 21 - Quizvraag

Hoe werkt geluidsisolatie ?
A
Geluidsisolatie kaatst geluid terug
B
Geluidsisolatie zorgt dat er minder geluid wordt gemaakt
C
Geluidsisolatie neemt trillingen van de lucht in zich op

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Wat is tinitus?
A
Weinig horen
B
Piepend geluid

Slide 24 - Quizvraag

Geluidssterkte is een grootheid.      

 
Bij een audiogram geef je zelf jouw gehoordrempel aan.

Het ruisen van de zee is een kunstmatige geluidsbron.

waar
niet waar
niet waar
waar
waar
niet waar

Slide 25 - Sleepvraag

klaar!
Maak nu opdracht 1, 3, 5, 6, 8, 10, 11, 13, 15 in je leerwerkboek op blz. 211 t/m 220. 
Kijk daarna je antwoorden na met een andere kleur pen. Maak vervolgens test jezelf 8.4.

Slide 26 - Tekstslide