Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Present Simple 1D 1A
Present simple
De present simple gebruik je om gewoontes, feiten en blijvende situaties aan te geven.
Signaalwoorden kunnen zijn: sometimes, often, usually, always, never
VB: I usually take the bicyle to school.
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Present simple
De present simple gebruik je om gewoontes, feiten en blijvende situaties aan te geven.
Signaalwoorden kunnen zijn: sometimes, often, usually, always, never
VB: I usually take the bicyle to school.
Slide 1 - Tekstslide
Present simple
+ I walk to school.
+ He walk
s
to school.
- I
don't
walk
- He
doesn't
walk
?
Do
I walk?
?
Does
he walk?
Slide 2 - Tekstslide
vorm: present simple
+ I eat an apple
+ He eats an apple.
- I don't eat an apple
- He doesn't eat an apple.
? Do I eat an apple?
? Does he eat an apple?
Slide 3 - Tekstslide
Samenvatting
Heb je een bevestigende (+) zin?
Dan moet je goed opletten wanneer het werkwoord wel of geen 's' erbij krijgt. Dit komt alleen bij
he, she, it
! SHIT-regel.
He drinks a cider.
She runs to the store.
It lights up in the dark.
Slide 4 - Tekstslide
Samenvatting
Heb je ontkennende (-) of vraagzinnen (?)
Dan moet je DO/DON'T of DOES/DOESN'T gebruiken.
Het werkwoord wordt weer 'normaal' dus niet meer een 's' erachter.
Slide 5 - Tekstslide
spellingsregels
I catch
He catch
es
We guess
She guess
es
They study
It stud
ies
I go - he goes
Slide 6 - Tekstslide
Kies de juiste zin.
A
I eat an apple
B
I eats an apple
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste zin.
A
Do you go to school?
B
Does you go to school?
Slide 8 - Quizvraag
Kies de juiste zin.
A
She don't like you.
B
She doesn't like you.
Slide 9 - Quizvraag
Kies de juiste zin.
A
Do it hurt?
B
Does it hurt?
Slide 10 - Quizvraag
Kies de juiste zin.
A
He drink a fanta
B
He drinks a fanta
Slide 11 - Quizvraag
Kies de juiste zin.
A
We don't play tennis
B
We doesn't play tennis
Slide 12 - Quizvraag
Kies de juiste zin.
A
Do they work at the hospital?
B
Does they work at the hospital?
Slide 13 - Quizvraag
Kies de juiste zin.
A
Lisa live in Wezep.
B
Lisa lives in Wezep.
Slide 14 - Quizvraag
Vertel mij in je eigen woorden wat je nu al weet.
Slide 15 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
1A block
Januari 2021
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Week 7 O16 les 1 | Present simple hh en negations
Februari 2023
- Les met
17 slides
Present simple
Maart 2022
- Les met
10 slides
Engels
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2,3
Ontkennend maken
Januari 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Week 5 O17 les 1 Present simple Impact F. Unit 2 p. 46-49
Januari 2023
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
present simple 2
December 2023
- Les met
27 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Unit 1 & 2 Mavo 3
November 2022
- Les met
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
M 1 Present Simple (herhalen)
Juni 2022
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1