Will & Shall 2KGT

Welcome ladies & gents!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome ladies & gents!

Slide 1 - Tekstslide

Today
Lesson goals
Explanation: will & shall
Exercise(s)
Finish lesson

Slide 2 - Tekstslide

After this lesson...
I am able to use will and shall in all types of sentences.

Slide 3 - Tekstslide

How well do you think you will understand?
Thumbs up = Very well
Thumbs half way up = Sort of
Thumbs down = Not at all

Slide 4 - Tekstslide

How would you say in English:
'Calvin zal Liya morgen helpen.'

Slide 5 - Open vraag

Will gebruik je voor:
  • Feiten in de toekomst (Feyenoord will play tomorrow.)
  • Voorspellen wat er zal gebeuren (I think they will win 2-0.)
  • Om aan te bieden iets te doen (I will help you with that.)

Slide 6 - Tekstslide

Why is using will/shall important?
Raise your hand if you know!

Slide 7 - Tekstslide

will + hele ww
I think Sanjeev will become a millionaire.

Slide 8 - Tekstslide

Use will:
They ... (to be) at the game tomorrow.

Slide 9 - Open vraag

Wat is een ontkennende zin ook al weer?

Slide 10 - Open vraag

Maak deze zin ontkennend:
I will help you.

Slide 11 - Open vraag

I won't help you. 
of
I will not help you

Slide 12 - Tekstslide

Maak hier een vraag van:
She will arrive on time.

Slide 13 - Open vraag

Klopt deze zin grammaticaal?

Will I help you?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Let op!
Bij vragen met 'I' en 'we' gebruik je 'shall'.

"Shall I go to school?"

"Shall we leave?"

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het hele werkwoord in deze zin?
"Denzel and Micael will carry that for me."
A
Denzel and Micael
B
will
C
carry
D
for me

Slide 16 - Quizvraag

Waar of niet waar:
Je gebruik in een vragende zin altijd 'will'.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer gebruik je will NIET?
A
Voor feiten in de toekomst
B
Om te voorspellen wat er zal gebeuren
C
Wanneer iets op dit moment plaatsvindt
D
Om aan te bieden iets te doen

Slide 18 - Quizvraag

First 10 min.:
Worksheet
On your own
After that:
Compare answer with neighbour (5 min)

Too difficult?  Ask for an extra instruction sheet.

Done? Go to your (online) book: Unit 5, lesson 2: Ex 6 & 7.
or 



timer
10:00
timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide

After this lesson...
I am able to use will and shall in all types of sentences.

Slide 20 - Tekstslide

How well do you think you understand now?
Thumbs up = Very well
Thumbs half way up = Sort of
Thumbs down = Not at all

Slide 21 - Tekstslide

Tomorrow
Bring your (charged) laptop with you!

How to video deadline!
Wednesday 22 March

Slide 22 - Tekstslide