Samenvatting Geschiedenis hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis hoofdstuk 3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Samenvatting Geschiedenis hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Koning Willem I van Oranje
  • Nederlaag van Napoleon (1813)                                                                  Einde van de Franse tijd
  • Nederland en België samen  
  • Gevraagd
  • Handel


Slide 2 - Tekstslide

Machtige koning
* Bestuur: Koning, ministers en volksvertegenwoordiging
    Koning luisterde niet naar de volksvertegenwoordiging.
* Handel: wegen aanleggen, kanalen graven, spoorlijn van       
   Haarlem naar Amsterdam (1839)

 Volksvertegenwoordiging = Leden van de 1e en 2e kamer door     het volk gekozen

Slide 3 - Tekstslide

Problemen
Nederlanders
Belgen
Taal
Nederlands
Frans / Vlaams
Geloof
Protestants
Katholiek

Slide 4 - Tekstslide

REVOLUTIE
1830: België onafhankelijk
Ze vonden dat de Koning Noord-Nederland voortrok.

Slide 5 - Tekstslide

Koning verliest de macht
1840: Koning Willem II volgt zijn vader op.

Liberalen willen meer macht. Mensen die willen dat de overheid zich zo min mogelijk met de samenleving bemoeit


Slide 6 - Tekstslide

Koning verliest zijn macht
Opstand tegen de koningen van verschillende landen (1848):
Thorbecke (Liberaal) schrijft nieuwe grondwet:

* Ministers besturen het land, koning niets zelf beslissen

* De ministers moeten nieuw wetten laten goedkeuren
   door volksvertegenwoordiging

* Verkiezingen voor de tweede kamer en provincie bestuur : Kiesrecht
   (alleen rijke mannen mogen stemmen)

Slide 7 - Tekstslide

Zwoegen en zweten
Industriële revolutie
Verandering van maken met de hand (platteland) 
naar maken met machines (stad) = sneller en goedkoper

Slide 8 - Tekstslide

Zwoegen en zweten
  • Urbanisatie = groeiende steden, doordat mensen in de stad gaan wonen
  • Stoommachines = fabrieken (luchtvervuiling)
  • Slechte leef- en werkomstandigheden (overbevolking):                                         kinderarbeid, weinig salaris = slechte voeding, slechte kleine huizen =   koud en vochtig, veel mensen wonen samen = slaaptekort, veel ziekte =   bacteriën, geen riolering.
  • Verandering (1880) rijke mensen ook ziek:                                                                     Inentingen, aanleggen riolering, vuilnis werd opgehaald, bestrating                                                                   

Slide 9 - Tekstslide

Samen sta je sterk!
Veranderingen in de fabriek: meer salaris, kortere werkdagen,
meer veiligheid.
Vakbonden: vereniging van werknemers
Elke maand geld geven, hierdoor uitkering bij ziekte en staking


Slide 10 - Tekstslide

Sociale wetten
Sociale wet = wet waarmee de overheid het leven van vooral de arme mensen(arbeiders)  wil verbeteren

* 1874  1e wet: Kinderwetje = verboden onder 12 jaar te werken
* 1900  leerplicht = Alle kinderen tot 12 jaar verplicht naar school
* 8-urige werkdag

Slide 11 - Tekstslide

Socialisten
  • Socialisten = mensen die vinden dat de overheid iedereen moet helpen die het moeilijk heeft. (demonstranten)
  • Ze wilden: hogere lonen, betere werkomstandigheden, minder uren werken, betaald worden tijdens ziekte
  • Algemeen kiesrecht (1917) = kiesrecht voor iedereen
  • Oprichting politieke partij = mensen met dezelfde                          politieke ideeën die meedoen aan verkiezing.

Slide 12 - Tekstslide

Aletta Jacobs
  • Feministen = vrouwen die gelijke rechten voor mannen en vrouwen willen.

Slide 13 - Tekstslide

De kolonie Nederlands-Indië






 1815 Indië werd een Nederlandse kolonie 

Slide 14 - Tekstslide

Landen veroveren
  • Nationalisme = Erg trots zijn op je eigen land, volk en cultuur
  • Imperialisme = gebieden veroveren om je land machtiger (overheersen) en rijker (winst maken) te maken door grondstoffen mee te nemen en producten van te maken.
  • Kolonie = een veroverd gebied in een ander deel van de wereld

Slide 15 - Tekstslide

Geld verdienen
  • Willem I (1830) meer handel
  • Cultuurstelsel = Regels waardoor boeren in Indië producten moesten verbouwen  voor de handel met Nederland
  • Door handel bouwen ze spoorwegen, kanalen en wegen in Nederland
  • Einde cultuurstelsel door schoolgaande Indische jongeren die zelf kritisch gingen denken.

Slide 16 - Tekstslide

Armoede en honger
* Multatuli = schuilnaam Edourd Douwes Dekker, ambtenaar in       Nederlands-Indië, schrijver Max Havelaar
* Door cultuurstelsel veel armoede in Nederlands-Indië doordat     producten naar andere landen ging (Nederlandse Handel-             Maatschappij)
* Max Havelaar = boek met kritiek op bestuur Nederlands-Indië       (onderdrukking)

Slide 17 - Tekstslide