zwakke werkwoorden worden op een standaard manier vervoegd/veranderd. Dus afhankelijk van het persoonlijk voornaamwoord. Er komt een andere uitgang bij.
1) Je maakt eerst de stam van een werkwoord (-(e)n) en
2) dan plak je er een uitgang aan vast.
Het ezelsbruggetje hiervoor is:
(FE)ESTTENTEN.
Slide 5 - Tekstslide
als je de stam hebt, plak je er dus een uitgang achter.
Slide 6 - Tekstslide
hele werkwoord = spielen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
STAM
spiel -
spiel -
spiel -
spiel -
spiel -
spiel -
Ezelsbrug is:
(fe)esttenten
(f
e)
e
st
t
en
t
en
ik speel
jij speelt
hij/zij/het
speelt
wij spelen
jullie spelen
zij spelen
u speelt
Slide 7 - Tekstslide
Er zijn twee bijzonderheden
1) bij werkwoorden waar de stam eindigt op een
sis-klank (-s, -ß, -z) >>
Slide 8 - Tekstslide
Ich
Du
Er / sie /es
Wir
Ihr
Sie / sie
spiel - e
spiel - st
spiel - t
spiel - en
spiel - t
spiel - en
tanz - e
tanz - st
tanz - t
tanz - en
tanz - t
tanz - en
heiß - e
heiß - st
heiß - t
heiß - en
heiß - t
heiß - en
Slide 9 - Tekstslide
REGEL:
werkwoorden waar stam van eindigt op een sis-klank: -s, -ß, -z krijgen GEEN "s" bij de du-vorm
Slide 10 - Tekstslide
zwakke ww met stam op -d/-t
ich antwort - e
du antwort - e st
er/sie es antwort - e t
wir antwort - en
ihr antwort - e t
sie/Sie antwort - en
extra "e" bij du, er/sie/es en ihr
!! ook bij ww met stam
op -m of -n
dus: er atmet / ihr zeichnet!!
S. 86
Slide 11 - Tekstslide
Wettkampf
Würfelspiel: je gooit met een dobbelsteen en je pakt een werkwoord. Dat werkwoord vervoeg je in de persoon van de dobbelsteen én je schrijft het op
Konjugationmemory: zoek het juiste persoonlijk voornaamwoord bij de juiste vervoeging
Haben/Sein: vervoeg haben en sein > juiste vorm bij juiste persoon
Fragewörter: welke antwoorden horen bij welk vraagnaamwoord (tel het aantal zinnen per vraagnaamwoord)
Vervoeg zoveel mogelijk zwakke werkwoorden
Fehlerdetektiv: onderstreep de foute vervoegingen en schrijf de juiste op je papier
Slide 12 - Tekstslide
timer
5:00
Hilfmittel:
NUR dein Buch
Slide 13 - Tekstslide
Was musst ihr lernen für die Prüfung?
Zwakke werkwoorden vervoegen incl. de bijzonderheden (dus met stam eindigend op sis-klank (sitzen, tanzen, fixen usw) en met stam op -d of -t/ -m of -n (arbeiten, reden und zeichnen, atmen usw).