Bij honden is het allel voor een zwarte vacht dominant over dat voor een witte vacht. Een homozygoot zwart mannetje krijgt nakomelingen met een homozygoot wit vrouwtje.
Hoe groot is de kans dat de eerste nakomeling van F2 wit is?
Gebruik 2 kleuren:
Blauw = man
Rood = vrouw
Slide 7 - Tekstslide
Stappenplan Stap 2: Wat zijn de genotype van de ouders (Beide homozygoot)
A
Aa, Aa
B
AA, Aa
C
Aa, aa
D
AA, aa
Slide 8 - Quizvraag
Stap 3: Welke genen zitten in de geslachtscellen
Mannetje = zwart = AA
Vrouwtje = wit = aa
Slide 9 - Tekstslide
Stap 4: Welk geno en fenotype heeft de F1?
Slide 10 - Tekstslide
Stap 5: Welk geno en fenotype heeft de F2?
Een van de dieren uit F1 kruisen met een dier met hetzelfde genotype. Dus 2 dieren met Aa!
Slide 11 - Tekstslide
Welk(e) allelen kun/kunnen er voorkomen in de geslachtscellen? Aa
A
A
B
a
C
A of a
Slide 12 - Quizvraag
A
A
a
a
AA
Aa
aa
Aa
Slide 13 - Sleepvraag
Wat is de kans dat de eerste nakomeling een witte vacht heeft?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%
Slide 14 - Quizvraag
Oefenen:
Honden: een heterozygoot mannetje met een lange staart krijgt nakomelingen met een vrouwtje met een korte staart.
Laat aan de hand van een kruisingsschema zien hoe groot is de kans dat de eerste nakomeling van de F1 een lange staart heeft?
Slide 15 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Wat: 1. Lezen 2.1 + 2.2 (blz. 8+9)
2. Maken opdrachten 3.2.1 (blz. 17, 18, 19, 20)
3. Maken begrippenlijst t/m F2
4. Voorbereiden voor volgende keer: lezen + markeren vwo: 2.3