Woordenschat H6: Oude naamvallen klas 2HC

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Woordenschat H6 klas 2HC

Welkom terug klas 2-havo. Volg het stappenplan, zodat je klaar bent om de les te beginnen!

Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas.

Stap 2: Pak je schrift, leesboek, boek en je Chromebook.

Stap 3: Log in bij LessonUp met je eigen naam

In welke taal heb je met naamvallen te maken?

Wat gaan we doen?

Leerdoel: Ik kan de oude naamvallen van het Nederlands herkennen en gebruiken.

Hoe bereiken we dit doel?

1. Lezen

2. Mondelinge overhoring: H4 en H5 helemaal

3. Startopdracht op blz. 184

4. Korte uitleg over de oude naamvallen van het Nederlands

5. Oefenen met de oude naamvallen

6. Huiswerk: Opdracht 1 t/m 5 + leren woordenlijst Helemaal

Lezen in je leesboek

Mondelinge overhoring

Welke leerlingen zijn aan de beurt voor een mondelinge overhoring?

Startopdracht blz. 184

Wat ga je doen? Maak de startopdracht op blz. 184.

Hoe: Werk in tweetallen (fluisterend).

Hulp: De docent loopt rond voor het beantwoorden van vragen.

Tijd: Je krijgt 5 minuten de tijd om hiermee aan de slag te gaan.

Uitkomst: Je maakt kennis met de oude naamvallen.

Klaar: Lees de theorie door en maak alvast opdracht 1 en 2 online.

Antwoorden startopdracht

1. Het valt op dat er bij elk stukje ten of ter staat.

2. A) Heel snel

B) voor

C) aan de linkerkant

D) ondersteboven; er was geen uitweg meer

E) onterecht, zonder goede reden

F) geboren

Oude naamvallen

In het Duits heb je naamvallen, maar in het Nederlands was dat ook zo. Door taalverandering is dat uiteindelijk verdwenen.

Bij bepaalde uitdrukkingen kom je ze nog tegen.

Let daarbij goed op de spelling!

's avonds = des avonds

aan den lijve = zelf meemaken

in naam der wet = in de naam van de wet

ten val brengen = laten vallen

ter plaatse = op die plaats

Vul aan: uit .... boze.

1. ten
2. der
3. den
4. de

Welke uitdrukking past in de zin: Dat ze in dat restaurant niet zo nauw nemen met de hygiëne heb ik .... ondervonden: nadat ik er laatst had gegeten, ben ik twee dagen ziek geweest

1. aan den lijve
2. op den duur
3. in levende lijve
4. ten nadele van

Noteer de juiste vorm van de woorden die tussen haakjes staan: Tijdens het concert bracht Tina Turner al haar grote hits {te.... gehoor.....].

Instructie

Wat ga je doen? Maak online opdracht 1 t/m 5: Woordenschat H6 

Hoe ga je dat doen? Je werkt alleen en in stilte aan deze opdrachten.

Hulp: de docent loopt rond voor het beantwoorden van vragen. Gebruik je boek om de teksten te lezen.

Tijd: Je werkt hieraan tot het einde van de les.

Uitkomst: Je kunt oude naamvalllen herkennen en begrijpen.

Klaar: Leren H4, H5 en H6