Arbeid H2 les 1

Planning voor vandaag
- Kennis testen 
-  Vragen over het huiswerk? 
- Stukje theorie H2 

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Planning voor vandaag
- Kennis testen 
-  Vragen over het huiswerk? 
- Stukje theorie H2 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Quiz 
Bestaande uit 8 vragen/rondes. 
Heb je een vraag goed?  Dan blijf je staan en mag je door naar de volgende ronde
Heb je een vraag fout? Dan ben je uitgeschakeld.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Als de loonbelasting stijgt verschuift de aanbodlijn naar rechts
2. Als het machinepark groeit verschuift de vraaglijn naar links
3. Als het goed gaat met de economie verschuift zowel de vraag als de aanbodlijn
4. Iedereen zonder baan is werkloos
5. Een krappe arbeidsmarkt heeft een tekort aan werknemers
6. Vrijwilligerswerk is geen arbeid
7. Als je een bijstandsuitkering ontvangt, behoor je tot de beroepsbevolking
8. Vrije tijd kan je besteden aan betaalde arbeid.


1. Als de loonbelasting stijgt verschuift de aanbodlijn naar rechts
2. Als het machinepark groeit verschuift de vraaglijn naar links
3. Als het goed gaat met de economie verschuift zowel de vraag als de aanbodlijn
4. Iedereen zonder baan is werkloos
5. Een krappe arbeidsmarkt heeft een tekort aan werknemers
6. Vrijwilligerswerk is geen arbeid
7. Als je een bijstandsuitkering ontvangt, behoor je tot de beroepsbevolking
8. Vrije tijd kan je besteden aan betaalde arbeid.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de loonbelasting stijgt, verschuift de aanbodlijn van arbeid naar rechts
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Onjuist
Als een machinepark groeit, verschuift de vraaglijn van arbeid naar links
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Juist
Als het goed gaat met de economie verschuift zowel de vraag- als de aanbodlijn van arbeid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Juist
Iedereen zonder baan is werkloos
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

onjuist
Een krappe arbeidsmarkt heeft een tekort aan werknemers
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Juist
Vrijwilligerswerk is geen arbeid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Juist
Als je een bijstandsuitkering ontvangt, behoor je tot de beroepsbevolking
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

juist
Vrije tijd kan je besteden aan betaalde arbeid
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Onjuist
Winnaar

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over het huiswerk? 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zou je gaan werken?

Slide 14 - Woordweb

Waarom wel: 
-geld, omgang collega's, creativiteit, structuur -->welvaart verhogen

Waarom zou je niet gaan werken?
-Vrije tijd 

-Vrije tijd <> Arbeid 

-bij een hoger loon, gaan er dan meer of minder mensen werken? 
-->meer: opofferingskosten vrije tijd hoger, offer een hoger loon op dus vrije tijd door werk vervangen 
--> minder: hoeft minder uren te werken voor hetzelfde inkomen
Aanzuigeffect op de arbeidsmarkt 

Economie loopt goed: mensen geven meer/minder uit 
-->bedrijven hebben meer/minder personeel nodig om die goederen te produceren -->  meer/minder vraag naar arbeid. Wat gebeurt met lonen?



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Economie loopt goed: mensen geven meer/minder uit 
-->bedrijven hebben meer/minder personeel nodig om die goederen te produceren --> meer/minder vraag naar arbeid. Wat gebeurt met lonen?
Stijgen. Hierdoor: mensen die niet werken grotere kans op loon. Mensen uit niet-beroepsbevolking: nu aanbieden op de 
markt
Economie loopt goed: mensen geven meer uit 
-->bedrijven hebben meer personeel nodig om die goederen te produceren --> meer vraag naar arbeid. Wat gebeurt met lonen? Stijgen 

Hierdoor: mensen die niet werken grotere kans op loon. Mensen uit niet-beroepsbevolking: nu aanbieden op de markt : aanzuigeffect 

Tegenovergestelde: ontmoedigingseffect

Slide 16 - Tekstslide

minder arbeidsaanbod door loondaling en kleinere kans op vinden baan. Bv: afgestudeerd maar ipv aanbieden nog een master volgen
Voltijd / deeltijd 
Deeltijdfactor: 0.6 --> 60% van een voltijdbaan werken 
Hoeveel dagen zijn dit? 

Voltijdbaan = arbeidsjaar 

Kan het zijn dat er meer werkende personen zijn dan het aantal gewerkte arbeidsjaren?

Slide 17 - Tekstslide

3 dagen of 6 dagdelen
Kan het zijn dat er meer werkende personen zijn dan het aantal gewerkte arbeidsjaren?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

ja, als mensen in deeltijd werken. 
P/a-ratio: hoeveel personen werken er gemiddeld per arbeidsjaar. 
Stel: P/a-ratio = 1.3

Slide 19 - Tekstslide

130 personen werken voor 100 arbeidsjaren. 
Huiswerk
Opdr 2.3 , 2,5, schema maken bij opdr 2,6 , 2,7 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies