4.3 Wereldwijd produceren en consumeren (18-11)

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
- Vorige les
- Zelfstandig lezen 4.3
- Uitleg + vragen
- Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Fossiele energiebronnen
A
Duurzaamheid is iets voor fossielen
B
Fossielen van dinosaurussen kunnen in arme landen omgezet worden in energie
C
Informatieve bronnen over fossielen zorgen voor meer begrip over duurzaamheid
D
Energiebronnen die ontstaan zijn uit planten en dieren, zoals aardolie, aardgas en steenkool

Slide 4 - Quizvraag

Welk voedsel kun je het beste eten om je voetafdruk te verkleinen?
A
Voedsel met zoveel mogelijk calorieën per 100 gram.
B
Voedsel met zo weinig mogelijk calorieën per 100 gram.
C
Dat hangt er vanaf hoeveel ruimte nodig is voor de productie ervan.
D
Dat maakt niet uit. Het gaat niet om wat je eet maar om hoeveel.

Slide 5 - Quizvraag

Door een beperkt aantal gewassen te verbouwen zal de biodiversiteit
A
toenemen
B
afnemen

Slide 6 - Quizvraag

Gewassen zo aanpassen dat ze beter tegen droogte en ziekten kunnen:
A
intensivering
B
genetische modificatie
C
Milieu-uitputting
D
biologische landbouw

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat gaat er waarschijnlijk gebeuren met arme landen die rijker worden?
A
Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
B
Ze gaan meer vlees eten. Hun voetafdruk blijft hetzelfde.
C
Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk groeit.
D
Ze gaan minder vlees eten. Hun voetafdruk krimpt.

Slide 9 - Quizvraag

Van veel, kleine boerderijen naar minder, maar hele grote boerderijen
A
voedselafdruk
B
schaalvergroting
C
bevolkingsprognose
D
Intensivering

Slide 10 - Quizvraag

4.3 Wereldwijd produceren en consumeren
Leerdoelen:

Aan het einde van de les...
  • weet je hoe een productieketen in elkaar zit en kunt er zelf één maken
  • begrijp je waardoor een mondiale productieketen leidt tot uitputting van grondstoffen en milieuvervuiling.
  • kun je een voorbeeld geven van cradle-to-cradle gemaakte producten

Slide 11 - Tekstslide

Samen lezen 4.3

Slide 12 - Tekstslide

We gaan kijken naar een filmpje over containers.
Beantwoord de volgende vraag:
Wat zijn de voordelen van een container?

Slide 13 - Tekstslide

Laptop op wereldreis
Herhaling: 
Periferie
Semi-periferie
Centrum

Slide 14 - Tekstslide

Productieketen van een laptop
  • Eerst wordt de laptop ontworpen in een land met veel kennis
  • Dan wordt de productie in gang gezet 
  • Alle grondstoffen van een laptop komen uit allerlei verschillende landen.
  • Die grondstoffen worden vervoerd om tot halffabricaten (onderdelen) verwerkt te worden.
  • Die halffabricaten worden allemaal weer vervoerd om samengevoegd te worden tot één laptop.

Slide 15 - Tekstslide

Productieketen spijkerbroek ?

Slide 16 - Tekstslide

opdelen productieketen
opdelen productieketen

Slide 17 - Tekstslide

Nu jullie! Maak in een groepje een productieketen, je kunt bijvoorbeeld de volgende producten kiezen
Fiets, koffie, chocolade, schoenen, banaan, 

Zoek op: 
- waar komen de grondstof(fen) vandaan
- Waar vindt de verwerking(en) van het product plaats?
- Hoe komt het in de winkel in Nederland?
- Wat is opmerkelijk volgens jou aan dit proces?



Slide 18 - Tekstslide

Zet hier in een één bericht: Het product en daarna de productieketen
timer
15:00

Slide 19 - Open vraag

Recyclen
  • Een oud product verwerken in een nieuw product.
  • Helaas wordt nog lang niet alles gerecycled

Slide 20 - Tekstslide

Cradle to cradle
  • Van wieg tot wieg
  • Alle onderdelen van een product weer gebruikt kunnen worden voor een nieuw product

Slide 21 - Tekstslide

Bekijk het filmpje
Wat valt je op? Wat wist je nog niet?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Wat is nu het verschil tussen recyclen en cradle to cradle?

Slide 24 - Tekstslide

Cradle to Cradle is wezenlijk anders dan recyclen, bij recyclen probeer je het product opnieuw in een ander product te verwerken. Bij Cradle to Cradle daarentegen ontwerp je het product op zo'n manier dat het na gebruik verwerkt kan worden in andere bruikbare producten of materialen

Slide 25 - Tekstslide

Check: klopt het?
Leerdoelen:

Aan het einde van de les...
  • weet je hoe een productieketen in elkaar zit en kunt er zelf één maken
  • begrijp je waardoor een mondiale productieketen leidt tot uitputting van grondstoffen en milieuvervuiling.
  • kun je een voorbeeld geven van cradle-to-cradle gemaakte producten

Slide 26 - Tekstslide

Zelfstandig werken

klaar? 
- Maak van §4.3 (1,3, 4, 5, 6)

Kies linksboven voor leerroute (alle onderdelen)

timer
30:00

Slide 27 - Tekstslide