10. 14 feb: literatuur: spot (les 10)

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
- Map/schrift
- pen
- oefenboek
- Ga volgens de plattegrond zitten
- Jas uit en over je stoel.
- Telefoon in je tas.
- Tas op de grond.


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4b

Op tafel:
- Map/schrift
- pen
- oefenboek
- Ga volgens de plattegrond zitten
- Jas uit en over je stoel.
- Telefoon in je tas.
- Tas op de grond.


Slide 1 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
  • Startopdracht
  • Huiswerk nakijken
  • Uitleg theorie
  • Aan de slag

Vandaag woensdag 12 februari:

Slide 2 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Startvraag: 
Kies het juiste stijlfiguur. Kies uit: vergelijking met een verbindingswoord, metafoor, personificatie, synesthesie.

  1. Als Pieter spreekt, heeft zijn stem een warme klank in tegenstelling tot wanneer Ada spreekt, zij heeft een scherpe stem.
  2. De bomen fluisteren in de wind.
  3. De oceaan van verdriet komt op me af als ik naar de begrafenisstoet kijk.
  4. Ik verf mijn kamer in koude kleuren.



timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Startvraag bespreken

1. Als Pieter spreekt geeft zijn stem een warme klank in tegenstelling tot wanneer Ada spreekt, zij heeft een scherpe stem.
  • warm > voelen + klank > horen > synesthesie
  • scherp > proeven + stem > horen > synesthesie
2. De bomen fluisteren in de wind. 
  • Bomen fluisteren? > personificatie
3. De oceaan van verdriet komt op me af als ik naar de begrafenisstoet kijk. 
  • 'Oceaan' wordt gebruikt om het verdriet te beschrijven. Het suggereert dat het verdriet groot en overweldigend is, net als de oceaan. > alleen een beeld, geen werkelijkheid. > metafoor
4. Ik verf mijn kamer in koude kleuren. 
  • koud > voelen + kleuren > zien > synesthesie



Slide 4 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Huiswerk bespreken (pg 148, opdracht 4d)
  • d De droom van het lyrisch ik is dat Rotterdam weer wordt zoals de stad vroeger was. Met de titel van het gedicht verwijst de dichter overigens naar de gevleugelde woorden ‘I have a dream’ in de beroemde rede van Martin Luther King op 28 augustus 1963, waarin hij opkwam voor de rechten van de gekleurde bevolking van Amerika.

Slide 5 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Opdracht 2 pg 148 - huiswerk nakijken
  • a De koninginnen op het schaakbord staan voor de volwassen vrouwen die de meisjes eens zullen zijn.
  • b ‘De twee vrouwen’ in regel 16 verwijst naar de witte en zwarte koningin en naar de twee kleine meisjes.
  • c De koninginnen beheersen het bord omdat ze het machtigste stuk op het schaakbord zijn. De meisjes beheersen het bord omdat zij degenen zijn die bepalen welke stukken waarnaartoe worden verplaatst.
  • d De pionnen, die het voetvolk zijn van de koninginnen, worden vergeleken met mannen (die door vrouwen gemanipuleerd kunnen worden).

Slide 6 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Opdracht 2 pg 148 - huiswerk nakijken
  • e In de eerste strofe worden de meisjes beschreven als kinderen, die nog geen weet hebben van de machtsverhoudingen en van de erotiek in de volwassenenwereld. In de laatste strofe hebben de meisjes zich geïdentificeerd met hun koninginnen. Daardoor voelen ze zich machtig, sterk en zelfbewust. Ze zijn nog steeds hartsvriendinnen, maar de solidariteit uit de kinderjaren heeft plaatsgemaakt voor een ‘ieder voor zich’-mentaliteit die dat het soms wint van hun vriendschap.

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. R
  2. T1
  3. T2
  4. I


Slide 8 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Besproken begrippen over stijlfiguren en beeldspraak uit de literatuur:
  • beeldspraak
  • vergelijkingen met verbindingswoord
  • metafoor
  • personificatie
  • synesthesie

  • Lyrisch ik

  • paradox
  • retorische vraag
  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag

Slide 9 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Spot

Steeds een beetje erger: 
  • ironie
  • sarcasme
  • cynisme
En ook:
  • parodie 
  • persiflage
  • zelfspot 
Maak aantekeningen!

Slide 10 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2

Slide 11 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Spot

Steeds een beetje erger: 
  • 1. ironie: milde vorm van spot, het tegenovergestelde zeggen van wat je bedoelt: 
  • Bijv: Wil je de muziek wat harder zetten, ik kan het nét niet horen. > tegen mensen die hun muziek veel te hard hebben staan. 
  • 2. sarcasme: bedoeld om te kwetsen, kan ook door het tegenovergestelde te zeggen: 
  • Bijv: Jij hebt zeker goed geleerd? > tegen leerling met een slecht cijfer. 
  • 3. cynisme: verbitterd, je gelooft niet dat het goed komt: 
  • Bijv: Waarom zou je eigenlijk nog leren? > tegen medeleerling als je niet gelooft dat je ooit een voldoende kunt halen. 

Slide 12 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Spot - termen 

  • parodie: op spottende wijze iets namaken/nadoen.
  • persiflage: parodie met cynisme
  • zelfspot: spot op iets wat op jou van toepassing is. 
  • satire: op humoristische wijze maatschappijkritiek of kritiek op personen wordt gegeven. 

Slide 13 - Tekstslide

Welke vorm van spot zie je hier? 

Slide 14 - Tekstslide

Parodie op De Schreeuw van Edvard Munch

Slide 15 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Welke vorm van spot? 
  • parodie

Slide 16 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Welke vorm van spot? 
  • parodie

Slide 17 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Fragment 1: neutraal 

Fragment 2: welke vorm van spot zie je? En hoe? 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Fragment 1: neutraal: spelshow De slimste mens.
Fragment 2: Klikbeet
Welke vorm van spot zie je? En hoe? Wat voor spot zie je hier? 
  • Klikbeet is een satirisch programma dat kritiek levert op de maatschappij. 
  • Hierbij kritiek op het beleid omtrent corona (en hoe mensen zich gedragen). 

Slide 21 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Aan de slag: 

Maak opdracht 2 op pg 152 van je oefenboek. 
timer
7:00

Slide 22 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Opdracht 2 bespreken
  • a In regels 1-3 wordt toegewerkt naar een climax en in regel 4 lezen we een drieslag of tricolon.
  • b De woorden ‘geschoten’ en ‘gestoken’ zijn een hyperbool (sterke overdrijving).
  • c De bijna laconieke ironie in de laatste strofe laat zien dat de humor het doel is en niet slechts een middel om een serieuze boodschap over te brengen aan de lezer.

Slide 23 - Tekstslide

Communiceren doe je samen 2
Lees het gedicht. 
  1. Leg het lyrisch ik uit.
  2. Welk stijlfiguur zie je terug in de laatste strofe? 
  3. Leg de wending (een verandering) tussen strofe 2 en 3 uit.
timer
5:00
Opdracht

Slide 24 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
ironie
sarcasme
cynisme
parodie
zelfspot 

Slide 25 - Tekstslide