Verboden plastic

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • Wij leren meer over hoe WIJ de plastic afvalberg kleiner kunnen maken (verkleinen). 
  • Dit doen we door te oefenen met verschillende soorten vragen en door steeds het bewijs in de tekst te zoeken.

Slide 2 - Tekstslide

We lezen samen de tekst!

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel alinea's (inclusief de inleiding) heeft deze tekst? Zoek je bewijs in de tekst en kijk goed!
A
3
B
4
C
5
D
0

Slide 4 - Quizvraag

Wat doet de schrijver in de inleiding?
A
De schrijver geeft zijn mening over de afvalberg
B
De schrijver heeft een top 10 gemaakt van het meest gevonden plastic afval.
C
De schrijver geeft ons tips hoe wij thuis afval kunnen scheiden.
D
De schrijver vertelt alvast waar de tekst over gaat.

Slide 5 - Quizvraag

Lees het stukje onder de top 10. Welk soort plastic wordt het meest gevonden op de stranden?

Slide 6 - Open vraag

Lees de alinea: Stop, hou op! Welke oplossing voor het plastic wegwerpafval hebben de landen van Europa in 2021 bedacht?
A
Het is verboden om wegwerpplastic te verkopen.
B
Toeristen worden verboden op de stranden.
C
De mensen moeten meer afval rapen op de stranden.
D
Je mag niets meer eten of drinken op de stranden.

Slide 7 - Quizvraag

Lees alinea: Stop, hou op en Geen zak. Noem minstens 10 landen waar de verkoop van wegwerpplastic of plastic tasjes verboden is.

Slide 8 - Open vraag

Lees alinea: Geen zak
Stelling: In België en Nederland zijn plastic tasjes ook verboden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het doel van deze tekst?
A
De schrijver doet een oproep om plastic afval te rapen.
B
De schrijver nodigt de lezer uit om geen wegwerpplastic meer te kopen.
C
De schrijver wil je vermaken met deze tekst.
D
De schrijver informeert de lezer over verboden plastic.

Slide 10 - Quizvraag

Waar vind je deze tekst?
A
In een stripblad
B
In een leesboek met sprookjes.
C
In een tijdschrift voor kinderen .
D
In een knutselboek.

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor soort tekst is deze tekst ?
A
Een recensie
B
Een instructietekst
C
Een sprookje
D
Een weettekst

Slide 12 - Quizvraag