Paragraaf 4, Hoofdstuk 5

4. Oog en Bril 
paragraaf 4 hoofdstuk 5
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

4. Oog en Bril 
paragraaf 4 hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Regels 
- Telefoon alleen voor de lessonup gebruiken 
- Elke vraag een antwoord invullen (ook als je het antwoord niet weet)
- Zodra ik bezig ben met mijn uitleg, telefoon op de hoek van de tafel 

Slide 2 - Tekstslide

Maar eerst even een kleine herhaling.... 

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor een soort lens is op de foto te zien.
A
Negatieve lens
B
Positieve lens

Slide 4 - Quizvraag

timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Maak de tekening van de vorige dia af.

Slide 6 - Open vraag

leerdoelen 
- je kunt de 7 onderdelen van een oog in een tekening aanwijzen en benoemen 
-je kunt de functie toelichten van het netvlies, de oogzenuw, de iris en de pupil. 
- je kunt beschrijven hoe je ogen een beeld vormen van de wereld om je heen.
- je kunt uitleggen wat bijziendheid is en hoe je deze afwijking kunt corrigeren.
- je kunt uitleggen wat verziendheid is en hoe je deze afwijking kunt corrigeren. 

Slide 7 - Tekstslide

7 onderdelen oog 
- Pupil -> opening in de iris
- Iris -> Het gekleurde deel van je oog 
- Netvlies -> lichtgevoelige zintuigcellen
- de oogzenuw -> signalen door aan hersenen

Slide 8 - Tekstslide

De weg van het licht
1. hoornvlies 
2. pupil 
3. ooglens 
4. glasachtig lichaam
5. netvlies 
6. oogzenuw (signaal)

Slide 9 - Tekstslide

Wat is je iris?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de juiste weg van het licht?
A
1. hoornvlies 2. pupil 3. ooglens 4. glasachtig lichaam 5. oogzenuw (signaal)6. netvlies
B
1. hoornvlies 2. ooglens 3. pupil 4. glasachtig lichaam 5. netvlies 6. oogzenuw (signaal)
C
1. hoornvlies 2. pupil 3. ooglens 4. glasachtig lichaam 5. netvlies 6. oogzenuw (signaal)

Slide 11 - Quizvraag

Accommoderen
Accommoderen = het platter en boller maken van de ooglens

bolle ooglens -> sterkere ooglens-> Meer licht breken.

platte ooglens -> minder sterke ooglens -> minder licht breken.

Slide 12 - Tekstslide

Bolle ooglens
bolle ooglens -> sterkere ooglens-> Meer licht breken.

dichtbij = bolle lens

Slide 13 - Tekstslide

platte ooglens
platte ooglens -> minder sterke ooglens -> minder licht breken.

ver af = platte lens

Slide 14 - Tekstslide

Bolle lens
Platte lens
ver af 

Dichtbij

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is accommoderen?
A
Het samentrekken van de lens
B
Het platter en boller maken van de ooglens
C
Het openen van de oog
D
Het doorlaten van licht door het oog

Slide 16 - Quizvraag

Bijziendheid
Bijziend -> beeld verweg onscherp 

ooglenzen zijn bol 

negatieve brilglazen of lezen 

Slide 17 - Tekstslide

verziendheid
verziendheid -> beeld dichtbij onscherp 

ooglenzen zijn zwak (platter) 

positieve brilglazen of lezen 

Slide 18 - Tekstslide

Welk beeld is onscherp bij bijziendheid?
A
Beeld van veraf
B
Beeld van dichtbij

Slide 19 - Quizvraag

Wat voor een soort lens heb je nodig bij verziendheid
A
Positieve lens
B
Negatieve lens

Slide 20 - Quizvraag

leerdoelen 
- je kunt de 7 onderdelen van een oog in een tekening aanwijzen en benoemen 
-je kunt de functie toelichten van het netvlies, de oogzenuw, de iris en de pupil. 
- je kunt beschrijven hoe je ogen een beeld vormen van de wereld om je heen.
- je kunt uitleggen wat bijziendheid is en hoe je deze afwijking kunt corrigeren.
- je kunt uitleggen wat verziendheid is en hoe je deze afwijking kunt corrigeren. 

Slide 21 - Tekstslide

Anoniem Feedback geven.
Mag zowel positief als negatief.

Slide 22 - Open vraag