In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4 Pruiken en revoluties
4.3 Revolutie in Frankrijk
Slide 1 - Tekstslide
In deze paragraaf leer je:
Hoe de Franse revolutie begon
Welke politieke veranderingen plaatsvonden tijdens de Franse Revolutie
welke binnenlandse veranderingen onder Napoleon plaatsvonden
hoe een groot deel van Europa onder Franse heerschappij kwam
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het absolutisme?
Slide 3 - Open vraag
L'État, c'est Moi
De wil van de koning is wet. Dit noem je absolutisme.
Lodewijk XIV was een Franse koning met asolute macht.
Deze macht is door god gegeven: droit divin (goddelijk recht)
Zo hoeft dus ook niemand aan de koning te twijfelen...
Slide 4 - Tekstslide
Standenmaatschappij
Sinds de middeleeuwen was de Franse samenleving verdeeld in 3 standen: 'bidders, strijders en werkers'
Over deze verdeling kon niet worden getwijfeld: God had dit zo bepaald.
Slide 5 - Tekstslide
De 1e stand
De geestelijkheid: de mensen van de kerk. Zij zorgden dat de mensen in de hemel zouden komen. De hoge geestelijken woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
De geestelijken bezaten veel grond: het waren grootgrondbezitters
Slide 6 - Tekstslide
De 2e stand
De edelen: de mensen van adel. Zij zorgen voor het bestuur en de verdediging van het land. Zij woonden in grote paleizen en hadden vooral rechten (en maar weinig plichten).
De koning vertrouwde hen niet: daarom mochten (moesten!) ze bij hem in de buurt wonen. Zo kon hij ze in de gaten houden.
Slide 7 - Tekstslide
De 3e stand
De boeren en de burgers. Eigenlijk iedereen die niet bij de 1e of 2e stand hoorde. Daarom waren er in de 3e stand ook grote verschillen. Zo had je de rijke burgerij, de bourgeoisie. Dit waren mensen met een eigen bedrijf of een diploma.
De 3e stand had alle plichten: zij moesten bijvoorbeeld wél belasting betalen.
Slide 8 - Tekstslide
Bekijk deze afbeelding en beantwoord de volgende vraag.
Slide 9 - Tekstslide
De Verlichting
vanaf ±1700
Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio)
Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.
Slide 10 - Tekstslide
Misoogst
1788
Door mislukte oogsten waren de graanprijzen (en dus ook de prijs van brood) enorm gestegen. Er ontstonden zelfs hongersnoden.
Ondertussen moest de 3e stand wél veel belasting betalen.
Slide 11 - Tekstslide
Frankrijk gaat failliet
mei 1789
Feesten, paleizen, bestuur en oorlogen kosten heel veel geld, maar het geld is op.
Koning Lodewijk XVI wil graag meer geld hebben, en roept daarom (voor het eerst in 175 jaar) de Staten-Generaal bij elkaar. De vergadering van de 3 standen.
Slide 12 - Tekstslide
De 3e stand hoopt dat de koning nu eindelijk eens naar hen zou luisteren: verlaging van de belasting en/of afschaffing van de privileges.
Helaas: er gebeurt erg weinig. Dit komt ook omdat er per stand wordt gestemd. En de koning heeft altijd de adel en de geestelijkheid mee.
De leiders van de 3e stand zijn boos en teleurgesteld, en lopen weg...
Slide 13 - Tekstslide
Eed op de kaatsbaan
juni 1789
De 3e stand begint zijn eigen vergadering: de Nationale Vergadering.
Een deel van de 1e en 2e stand sluit zich hierbij aan.
Op een kaatsbaan spreken ze af pas uit elkaar te gaan als er een nieuwe grondwet is.
Slide 14 - Tekstslide
Bestorming van de Bastille
14 juli 1789
De koning stuurt het leger naar Parijs om groepen mensen uit elkaar te slaan.
Het Franse volk bestormt Bastille, een gevangenis én buskruit-opslag.
De wapens hadden ze al eerder buitgemaakt.
De Franse Revolutie is begonnen...en slaat over op andere delen van het land!
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Een nieuwe grondwet
september 1791
In de nieuwe grondwet is er plek voor de koning, al is zijn macht erg klein geworden.
Ondertussen zoekt de koning in het geheim steun bij de koningen en keizers van andere landen: "Kom mij helpen!"
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Bestorming van de Tuilerieën
september 1792
De koning en koningin worden gearresteerd en gevangen gezet.
Het koningschap wordt afgeschaft: Frankrijk is een republiek
Slide 19 - Tekstslide
Lodewijk XVI wordt onthoofd
januari 1793
De revolutionairen ontdekken de geheime briefwisseling tussen Lodewijk en de Oostenrijkse keizer, en oordelen: "Hoogveraad!"
De koning wordt ter dood veroordeeld en terechtgesteld in Parijs.
In oktober volgt ook de koningin, Marie Antoinette.
Slide 20 - Tekstslide
Staatsgreep van Napoleon
november 1799
Generaal Napoleon Bonaparte heeft de Franse Republiek al eerder gered: in 1795, toen aanhangers van de overleden koning de macht wilden grijpen.
Hij is klaar met de zwakke Directoire en zet hen af.
Napoleon benoemt zichzelf tot consul. Net zoals de Romeinen dat ooit deden.
Slide 21 - Tekstslide
Napoleon Bonaparte
Geboren op het eiland Corsica op 15 augustus 1769
Hij was afkomstig uit de derde stand (zijn vader was advocaat)
Het gezin was niet rijk, maar Napoleon kon toch studeren
Hij ging op zijn 15e naar een militaire school
Slide 22 - Tekstslide
0
Slide 23 - Video
Napoleon wordt dictator
1799-1804
Hoewel de Franse Revolutie hem de kans heeft gegeven hoger op te komen, heeft Napoleon niet zoveel met de idealen van de Revolutie.
Hij schakelt tegenstanders uit en wordt dankzij een referendum langzaamaan dictator van Frankrijk.
Het volk heeft, door zijn overwinningen, alle vertrouwen in Napoleon.
Slide 24 - Tekstslide
Napoleon kroont zichzelf keizer
1804
Nu Napoleon de absolute baas is in grote delen van Europa, kroont hij zichzelf tot keizer.
Na 15 jaar revolutie lijkt Frankrijk terug bij af: er is weer één man de baas.
Veel wetten voor burgerlijk recht --> Verlichte ideeën
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Video
Noem een idee van de Verlichting dat is verwerkt in de wetten van Napoleon.
Slide 27 - Open vraag
Opdrachten
Je mag nu kiezen:
- Opdrachten werkboek + Nakijken
- Samenvatting 4.3
Slide 28 - Tekstslide
In deze paragraaf leer je:
hoe de Franse revolutie begon
welke politieke veranderingen plaatsvonden tijdens de Franse Revolutie
welke binnenlandse veranderingen onder Napoleon plaatsvonden
hoe een groot deel van Europa onder Franse heerschappij kwam