4.3 Leven op het domein (extra)

4.3 Leven op het Domein
In deze Lesson-Up oefenen we extra met het leerwerk van 4.3
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

4.3 Leven op het Domein
In deze Lesson-Up oefenen we extra met het leerwerk van 4.3

Slide 1 - Tekstslide

Economische achteruitgang en onveiligheid

Tijdens de (vroege) Middeleeuwen gaat de economie achteruit. 
Het gevolg van de achteruitgang was de de Landbouw-stedelijke sameleving verdween en de agrarische samenleving terug kwam.

Op de volgende dia ga je oefenen met de verschillen tussen deze samenlevingen. 
Lees in je tekstboek op blz. 78 Economische achteruitgang en onveiligheid.
Op de achtergrond zie je een voorbeeld plattegrond van hoe de Romeinen leefden. De Romienen leefde in de landbouwstedelijke samenleving. Dit is een samenleving waar landbouw het belangrikste middel van bestaan is maar waar ook steden opbloeien door de handel.

Slide 2 - Tekstslide

Domein
  • Een dorp met landbouwgrond heette een domein

  • Dit was het landgoed van een heer. Hij was de baas van een domein:
    alle grond was van hem.

  • Hij woonde soms in een donjon, een soort kasteel en soms in een vroonhof, de grote boerderij van de heer in het dorp.
Heer?
Een heer kon zijn:
  • koning
  • edelman
  • bisschop 
  • abt (leider van een klooster)

Slide 3 - Tekstslide

Hofstelsel 
  • Het domein werd bewerkt volgens het hofstelsel, het domein was in twee stukken verdeeld.
  • Het ene deel van de grond was verpacht (verhuurd) aan horigen voor eigen opbrengst. Zij moesten een deel van opbrengst van het hoeveland als pacht (belasting) betalen.
  • De opbrengst van het andere deel het vroonland was volledig van de heer.
    vanaf het vroonland bestuurde de heer het hele domein.
Horigen?
Boeren die gebonden zijn aan het domein waar hij een akker heeft.
Ze mochten niet zomaar van het domein af.

Slide 4 - Tekstslide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 5 - Tekstslide

Veel plichten,
weinig rechten

  • Iedereen op het domein van de heer hoorde bij het domein
  • Horigen waren onderdeel van het domein: ze moesten de heer gehoorzaam van de grond gehoorzaam zijn
  • Om op de grond van de heer te kunnen wonen, moest je pacht betalen.
  • De horigen waren ook verplicht om herendiensten, klusjeste doen.
  • Een horige moest overal toestemming voor vragen, ook om te trouwen.
  • Een gevluchte horige was na een jaar en een dag een vrije boer (als hij/zij niet gepakt was)

Slide 6 - Tekstslide

Op deze afbeelding zie je een voorbeeld van een domein. 
Op het domein werd z'n beetje alles verbouwd en geproduceerd wat nodig waas om te leven. De domeinen waren zelfvoorzienend. Anders gezegd: er was sprake van autarkie. Ieder domein had zijn eigen kerk(je), molen, bierbrouwerij, smid, visvijver omliggende bossen en akkers. 

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk: Er was eens:
 de mens afl. 9
Op de volgende slide vind je een fragment van ongeveer 4 minuten uit deze aflevering. Bekijk het fragment en maak daarna de vragen.
Interessant?
Je kan de hele aflevering kijken, na de vragen staat de aflevering er in zijn geheel in. (je ziet dan val van Romeinse rijk, leven op het domein, daden van Karel de Grote)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wie sprak er recht op het domein?
A
Landheer
B
Domein heer
C
Horige
D
Ambtenaren van de Landheer

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor lijfeigenen?
A
Gevangen
B
Slaaf
C
Horige
D
Boer

Slide 11 - Quizvraag

Welk geloof hadden ze in (West Europa in) de vroege middeleeuwen
A
Islam
B
Christendom
C
Jodendom
D
Romeinse goden

Slide 12 - Quizvraag

?
Op de volgende slide is de hele aflevering te zijn.
Ze geven op ludieke wijze veel feitelijke kennis over de vroege middeleeuwen. Je mag dit kijken is niet verplicht.
Waar bestond de pacht uit?
noem 4 dingen.

Slide 13 - Woordweb

In de volgende dia kun je het gehele filmpje kijken, maar beter  is om eerst de volgende dia's te maken/ bekijken..

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Leenstelsel
Hofstelsel
Horigen
Domein
Economie
Politiek 
Leenheer
Trouw / macht
Autarkisch

Slide 16 - Sleepvraag

Landbouwstedelijke samenleving
Agrarische
samenleving
Ambachtslieden
Kooplui
Karel de Grote

Slide 17 - Sleepvraag

Welke begrippen van 4.3 moet je kennen denk je?

Slide 18 - Woordweb

Is er nog iets onduidelijk van 4.3?
Zo ja, leg uit wat.

Slide 19 - Open vraag

Wat weet je nog over Karel de Grote?

Bekijk het volgende filmpje en beantwoord de vragen..

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Welk volk stichtte uiteindelijk het grootste rijk in het begin van de middeleeuwen
A
Vikingen
B
Noormannen
C
Franken
D
Hunnen

Slide 22 - Quizvraag

Is deze bron betrouwbaar,
als je meer wilt weten
over Karel de Grote?
A
Deze bron is betrouwbaar als je meer wilt weten over Karel de Grote.
B
Deze bron is niet betrouwbaar als je meer wilt weten over Karel de Grote.
C
Deze bron is medium betrouwbaar als je meer wilt weten over Karel de grote.
D
Geen idee.....

Slide 23 - Quizvraag

Wie is de persoon op de bron?
(klik op de bron)
A
Karel de V
B
Clovis
C
Colvis de Gekke
D
Karel de Grote

Slide 24 - Quizvraag

Klaar?
- maken 1 t/m 3 (4.3)
- maken de Test Jezelf van 4.3
- oefen met flitskaarten en/ of bekijk de ontdekkingsplaat

Slide 25 - Tekstslide