1.6 naamgeving

Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2

Slide 1 - Quizvraag

Naamgeving moleculaire stoffen

Slide 2 - Tekstslide

Moleculaire stoffen
  • Bestaat uit niet-metaal atomen 

Slide 3 - Tekstslide

Griekse telwoorden
Bij moleculaire stoffen gebruiken we in de naam Griekse telwoorden.
1 = mono
2 = di
3 = tri
4 = tetra
5 = penta

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeelden
P2O3
  • Moleculaire stof
  • (Eerst de namen van de elementen, dan de telwoorden)
  • (Eerste element 1 atoom? Laat mono weg)
  • ... fosfor .... oxide
  • difosfortrioxide

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
distikstoftetraoxide
  • moleculair
  • (eerst de symbolen van de elementen, dan de indexen)
  • N..O..
  • N2O4

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Een moleculaire stof bestaat uit..
A
niet-metaal atomen
B
metaal-atomen
C
niet metaal atoom en een metaal atoom
D
uit atomen

Slide 8 - Quizvraag

Welke stof is geen moleculaire stof?
A
H2O
B
C6H12O6
C
Fe2O3
D
CO

Slide 9 - Quizvraag

De molecuulbinding zit...
A
Tussen atomen en moleculen.
B
Tussen atomen in moleculen.
C
In moleculen.
D
Tussen moleculen.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de naam van
SO3
A
monozwaveltri-oxide
B
zwavelmono-oxidetri
C
zwaveloxide
D
zwaveltri-oxide

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de naam van


PCl3(g)
A
fosforchloride
B
fosfortrichloride
C
monofosfortrichloride
D
trifosformonochloride

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de naam voor
C2S4
A
koolstofsulfide
B
koolstofzwavel
C
dikoolstoftetrazwavel
D
dikoolstoftetrasulfide

Slide 13 - Quizvraag

Zelfstandig werken
  • Maken 80+81+82
  • Klaar? Verder met 83 t/m 85 

Slide 14 - Tekstslide