In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
5.1 Waarnemen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Leerdoelen
5.1.1 Je kunt vijf zintuigen noemen met hun prikkel.
5.1.2 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
Je omgeving kun je zien, horen, ruiken, proeven en voelen. Om iets waar te nemen zijn ook je hersenen nodig.
Slide 3 - Tekstslide
Zintuigen
Vijf zintuigen zijn de ogen, oren, neus, tong en huid. Met je zintuigen kun je zien, horen, voelen, proeven en ruiken.
Slide 4 - Tekstslide
Groen licht
Met je zintuigen kun je de omgeving waarnemen, bijvoorbeeld in het verkeer.
Je staat te wachten voor een rood stoplicht. Het licht springt op groen. In de afbeelding zie je wat er dan in je lichaam gebeurt:
• Het groene licht komt in je ogen.
• Je ogen sturen een seintje naar je hersenen.
• Je ziet het groene licht.
Slide 5 - Tekstslide
Prikkels
Je ogen reageren op het licht van het stoplicht. Het licht is een prikkel voor je ogen. Een prikkel is iets waar een zintuig op reageert. Doordat je zintuigen prikkels opvangen, kan je waarnemen.
Elk zintuig reageert op een andere prikkel:
• Je ogen reageren op licht.
• Je oren reageren op geluid.
• Je neus reageert op geur.
• Je tong reageert op smaak.
• Je huid reageert op kou, warmte, druk en aanraking.
Slide 6 - Tekstslide
Zenuwen
Als een zintuig een prikkel krijgt, gaat er een seintje naar de hersenen. Dat seintje noem je een impuls. De impuls gaat via zenuwen naar de hersenen. Zenuwen zijn lange, dunne draden in het lichaam die impulsen doorgeven.
Het zenuwstelsel bestaat uit zenuwen, ruggenmerg en hersenen. Alle zintuigen zijn met zenuwen verbonden aan het ruggenmerg. Het ruggenmerg geeft de impulsen door aan de hersenen.
Hersenen
Ruggenmerg
Zenuwen
Slide 7 - Tekstslide
Waarnemen
In je hersenen word je je bewust van prikkels. Een ander woord voor bewust worden van prikkels is waarnemen.
Slide 8 - Tekstslide
Onthoud
1 Je kunt vijf zintuigen noemen met hun prikkel.
• Zintuigen reageren op prikkels.
– De ogen reageren op licht. Je kunt daardoor zien.
– De oren reageren op geluid. Je kunt daardoor
horen.
– De neus reageert op geuren. Je kunt daardoor ruiken.
– De tong reageert op smaken. Je kunt daardoor proeven.
– De huid reageert op warmte en kou. Je kunt daardoor temperatuur voelen.
– De huid reageert op druk en aanraking. Je kunt daardoor voelen.
2 Je kunt de werking van zintuigen beschrijven.
• Een zintuig zet een prikkel om in een impuls.
– De impuls gaat door zenuwen naar de hersenen.
– Waarnemen: in de hersenen word je je bewust van prikkels.
• Het zenuwstelsel bestaat uit zenuwen, ruggenmerg en hersenen.
Slide 9 - Tekstslide
Aan het werk! Biologie
Wat? 5.1 Waarnemen - opdrachten 1 t/m 9
Waar? 1A: in het boek. blz. 64 t/m 71
1B: In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur.
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman.