NE schijven KB1 (les2)

DOEL

DE INLEIDING, MIDDEN EN HET SLOT VAN EEN TEKST

- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot 

- je kunt de functie van de inleiding, het midden en het slot van een tekst benoemen

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

DOEL

DE INLEIDING, MIDDEN EN HET SLOT VAN EEN TEKST

- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot 

- je kunt de functie van de inleiding, het midden en het slot van een tekst benoemen

Slide 1 - Tekstslide

inleiding, midden, slot
je hebt geleerd dat een tekst bestaat uit een inleiding, midden en een slot.
Als je zelf een tekst schrijft, deel je de tekst ook in op deze manier.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een inleiding?

Slide 3 - Open vraag

Welke functie heeft een middenstuk?

Slide 4 - Open vraag

Uitleg; middenstuk

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Inleiding of slot?

Een korte samenvatting geven.
A
Inleiding
B
Slot

Slide 7 - Quizvraag

Inleiding of slot?

Een conclusie trekken
A
Inleiding
B
Slot

Slide 8 - Quizvraag

conclusie
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 9 - Quizvraag

Indeling tekst
A
Amuseren, middenstuk,slot
B
Inleiding, middenstuk, hoofdgedachte
C
Titel, middenstuk,slot
D
Inleiding, middenstuk, slot

Slide 10 - Quizvraag

samenvatting
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 11 - Quizvraag

Inleiding of slot?

Een wens uitspreken.
A
Inleiding
B
Slot

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
slot, inleiding, kern
B
kern, inleiding, slot
C
inleiding, kern, slot

Slide 13 - Quizvraag

afronding
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 14 - Quizvraag

deelonderwerpen
(klas 2)
A
inleiding
B
middenstuk
C
slot

Slide 15 - Quizvraag

middenstuk
volgorde woorden

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn volgorde woorden denk je?

Slide 17 - Open vraag

middenstuk (toen, toen, toen)
TITEL
(inleiding)

eerst.....

daarna....

vervolgens.....

ten slotte... (slot)

Slide 18 - Tekstslide

inleiding
Houd je eerste zin kort. ...
Zeg iets ongewoons. ...
Herhaal de kop niet. ...
Houd de inleiding kort. ...
Gebruik minstens éénmaal het woord 'jij' (of u) ...
Wijd één tot twee zinnen aan het beschrijven waar je stuk over gaat.

Slide 19 - Tekstslide

opdracht
Maak startopdracht, opdracht 1 en opdracht 2 
basis bladzij 116
kader bladzij 146 

Slide 20 - Tekstslide