Les 14 H2 en 3 Verzekeren en rendement

Economie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Economie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag
  • Herhalen
  • Theorie hoofdstuk 2 en 3 behandelen
  • Zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling stof
  • Wat is de formule voor risico?
  • Wat betekent risicoaversie?

Slide 3 - Tekstslide

Opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Theorie hoofdstuk 2 en 3
  • Hoofdstuk 2: Verzekeren
  • Hoofdstuk 3: Risico en rendement

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Verzekeren
Waarom wel verzekeren?
- Om je risico af te dekken.
Waarom niet verzekeren?
- Omdat het gemiddeld gezien niet rendabel is.
theoretisch 2 redenen om je te verzekeren: 
- Je loopt een groter risico dan gemiddeld
- Je kunt de schade niet betalen als je deze wel oploopt

Slide 7 - Tekstslide

Totaal risico (verzekeraar)
totaal risico = verwachte schade van een gehele groep = kans op schade * schade * aantal mensen

wordt gedekt door premie: waarde van het risico. wordt betaald door de verzekerde (verzekeringsnemer)

Slide 8 - Tekstslide

Averechtste selectie en moral hazard

2 onderdelen die de problemen aangeven bij verzekeren, omdat mensen niet allemaal het beste met een ander voor hebben.

Slide 9 - Tekstslide

Averechtse selectie
Ontstaat door een informatieassymetrie: Diegene die zichzelf verzekert, weet meer over zijn of haar situatie dan de verzekeraar:

Slide 10 - Tekstslide

Laat jij de verzekeraar weten dat je voor geen meter auto kunt rijden en regelmatig ongelukken hebt (economisch gezien)
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Averechtse selectie
Mensen die een groter risico lopen, laten zich vaker verzekeren. Zij halen meer 'winst' uit een verzekering. Mensen die een kleiner dan gemiddeld risico lopen laten zich juist niet verzekeren.  dit heet averechtse selectie.

Slide 12 - Tekstslide

Ben jij net zo zuinig op je fiets als je weet dat jij de schade niet hoeft te betalen wanneer je die veroorzaakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Moral hazard (moreel wangedrag)
Je morele gedrag verandert wanneer je zelf niet de schade moet betalen die jij veroorzaakt.

Slide 14 - Tekstslide

Gevolg van Averechtse selectie en moral hazard:
Er wordt relatief vaker schade gemeld
De premie gaat omhoog
Nog meer 'goedwillende' verzekerden haken af
nog hogere premie, enzovoort

Slide 15 - Tekstslide

Hoe te voorkomen?
  • Verminderen van informatieachterstand:
    informatie opvragen
  • premiedifferentiatie:
    jongeren meer laten betalen voor een autoverzekering
  • bonus-malussysteem:
    schadevrije jaren opbouwen
  • eigen risico:  zelf een gedeelte van de schade betalen

Slide 16 - Tekstslide

5. Omdat de premies van reisverzekeringen stijgen, verzekeren
    minder mensen zich, alleen de echte brokkenmakers nog
6. Omdat oma met haar Volkswagen het niet zo nauw neemt 
    met de bochtjes, heeft ze veel schade en een lage trede
3. Omdat Piet als 18-jarige net begint auto te rijden, betaalt hij 
    meer premie voor zijn autoverzekering dan zijn moeder 
2. Omdat de overheid wil dat mensen gezonder leven, moet
    men een steeds groter deel van de zorgkosten zelf betalen
1. Omdat Frank toch verzekerd is, zet zij soms haar fiets 
   op plaatsen waar veel fietsen gestolen worden
4. Omdat Benito aan kooivechten doet, heeft hij vaak meer 
     schade dan waar de verzekeraar gemiddeld vanuit gaat
Moreel wangedrag
Eigen risico
Premie-differentiatie
Averechtse selectie
Asymmetrische 
informatie
Bonus malus

Slide 17 - Sleepvraag

Verplicht verzekeren
In sommige situaties is het verplicht om je te verzekeren:
  • zorgverzekering
  • arbeidsongeschiktheidsverzekering voor werknemers
  • enz.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Alternatief lijkt niet beter

Slide 20 - Tekstslide

Risico en rendement
Verhandelbare risico's:
  • loterijen
    Op de kapitaalmarkt: (effecten)
  • aandelen
  • (staats)obligaties

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Hoe werkt zo'n aandeel?
Je koopt een minigedeelte van het bedrijf.
Je hoopt dat het bedrijf winst maakt, want het bedrijf kan deze winst uit gaan keren aan de aandeelhouders: dividend.
Je hoopt dat het aandeel meer waard wordt.
Als het bedrijf failliet gaat, ben je je geld kwijt.

Risico: hoog

Slide 23 - Tekstslide

Hoe werkt een (staats)obligatie?
Je geeft een zeer klein gedeelte van een hele grote lening. Daarbij staat aangegeven hoeveel rente je krijgt en hoe lang de looptijd is. een obligatie kan ook in tussentijd verkocht worden voor een ander bedrag dan waarvoor jij het gekocht hebt.

Risico: laag

Slide 24 - Tekstslide

Waarde wordt bepaald door verwacht rendement:
.
Verwacht rendement= verwachte investeringsopbrengst *100%
                                                                        investering

Slide 25 - Tekstslide

Verband risico en rendement
  • Als je een hoger risico op verlies loopt, wil je meer gecompenseerd worden voor dit risico: hoger rendement
  • Lager risico op verlies, minder compensatie: lager rendement 

Slide 26 - Tekstslide

Wanneer verandert de waarde van een obligatie?
Stel jij hebt een staatsobligatie van € 1.000 euro met een rentepercentage van 5%.
De overheid besluit vervolgens om de rente voor nieuwe obligaties van €1.000 te verhogen naar 6%.
Zou jij dan net zo veel willen geven voor de eerste obligatie als voor de tweede?

Slide 27 - Tekstslide

Handelen met voorkennis
Hoe kun je makkelijk geld verdienen? 
Aandelen kopen waarvan je vooraf al weet dat de koers gaat stijgen omdat je meer informatie hebt dan een ander heeft.

Mag dat?
Nee

Slide 28 - Tekstslide

Zelf aan de slag

Slide 29 - Tekstslide