Herhaling Hoofdstuk 6 & 7

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
4 HAVO ECONOMIE  ||  2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
Uitleg Hoofdstuk 6
Aan de slag / Hoeveel punten toetsweektoets
Pauze 5 minuten in het lokaal
Aan de slag

Bespreken opgave 6, 7, 8, 9 en 10

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een verzekering ?
Een verzekering is:

- Een overeenkomst
 tussen verzekerde en verzekeraar. 

- De verzekerde (dat ben jij) betaalt een premie en de verzekeraar betaalt de schadevergoeding


Slide 3 - Tekstslide

Verzekeraar en verzekerde
Verzekeraar is de verzekeringsmaatschappij waar je de verzekering afsluit. 

Verzekerde is degene die zich verzekert bij een verzekeringsmaatschappij.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom nemen mensen een verzekering?

Slide 5 - Open vraag

Risicomijdend - risico avers 
risico zoekend en risico neutraal

Slide 6 - Tekstslide

de verzekeraar

  • verkoper
  • betaald uitkering
  • wil hoge premie 
de verzekerde

  • consument/klant
  • betaald premie
  • betaald eigen risico
  • wil lage premie
De verzekerde en verzekeraar

Slide 7 - Tekstslide

Premie?
Hoe werkt een verzekering?
Verzekerde
Verzekeraar

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom een premiebetaling voor een verzekering gezien kan worden als een vorm van solidariteit

Slide 9 - Open vraag

Hoort hier niet bij: particuliere verzekeringen
vanuit de overheid
bijv. bijstand of wajong

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden particuliere verzekering:

- Reisverzekering
- Telefoonverzekering
- Opstalverzekering
- Aanvullende zorgverzekering (voor orthodontie, fysio)
Voorbeelden collectieve verzekering:

- Basiszorgverzekering
- WW (werkloosheid)
- WIA (arbeidsongeschiktheid)
- AOW

Slide 11 - Tekstslide

Tegen welke problemen kan de verzekeraar oplopen?

Slide 12 - Open vraag

Moral hazard en asymmetrische informatie
Er is sprake van moreel wangedrag wanneer mensen zich riscovoller gaan gedragen, omdat de financiële gevolgen daarvan voor een ander zijn.
Moreel wangedrag, wordt ook wel nalatig gedrag of moral hazard genoemd.
Er is sprake van asymmetrische informatie, wanneer de ene partij meer informatie heeft dan de andere partij.

Slide 13 - Tekstslide

Wat zou een oplossing kunnen zijn om moreel wangedrag tegen te gaan?

Slide 14 - Open vraag

asymmetrische informatie
De verzekerde weet meer over de kans op schade dan de verzekeringsmaatschappij, er is hier sprake van informatie asymmetrie tussen de verzekerde en verzekeraar.

Een ander voorbeeld waarbij sprake is
van asymmetrische informatie: 

Slide 15 - Tekstslide

Noem een situatie waar asymmetrische informatie van toepassing zou kunnen zijn?

Slide 16 - Open vraag

Averechtse selectie & verplichte solidariteit

Als verzekeringen niet verplicht zijn, zullen alleen mensen met een hoog risico zich verzekeren, met als gevolg hoge premies (averechtse selectie).


Dit kan (bij onvrijwillig risico) als onrechtvaardig worden ervaren.

Slide 17 - Tekstslide

Oplossingen voor averechtse selectie:
-  Premiedifferentiatie (vast)
Risicoselectie = de situatie dat verzekeraars vooral proberen goede risico's
    aan te trekken en slechte risico's ontmoedigen zich bij hen te verzekeren
Risicospreiding = samenvoegen van individuele risico's van een groep mensen

Oplossingen voor asymmetrische informatie:
 -  Informatie verzamelen over verzekeringnemer
 -  Bonus-malus systeem = goed gedrag wordt beloond en slecht gedrag 'bestraft'

Oplossingen voor moreel wangedrag
-  Informatie registreren van verzekeringnemer
-  Premiedifferentiatie afhankelijk van ingeschat gedrag/risicogroep
-  Bonus-malus systeem
-  Eigen risico
Oplossingen voor dilemma's:

Slide 18 - Tekstslide

Pensioensopbouw

Slide 19 - Tekstslide

De AOW
  • De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
  • De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
  • Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Slide 20 - Tekstslide

Omslagstelsel
Actieven mensen die werken.
Inactieven mensen die een uitkering ontvangen.



Slide 21 - Tekstslide

Omslagstelsel
De AOW (staatspensioen) werkt volgens het omslagstelsel.

De werkenden (actieven) van nu betalen premie voor de AOW uitkering aan de senioren (inactieven) van nu.

Slide 22 - Tekstslide

Kapitaaldekkingsstelsel
Een pensioenfonds (bedrijfspensioen) werkt volgens het kapitaaldekkingsstelsel.

De werkenden van nu betalen premie voor hun eigen pensioenuitkering voor later.

Slide 23 - Tekstslide

Bedrijfspensioen is geen volledig salaris. Pensioen is uitgesteld loon; ruilen over de tijd 

Slide 24 - Tekstslide

Beleggen
Rendement op beleggen: Totale opbrengst aan rente of dividend en koerswinst.

Risico's beleggen:
1. De waarde van het aandeel (stukje van het bedrijf) kan hoger of lager worden op de aandelen beurs.
2. Wanneer het bedrijf geen winst maakt heb jij geen dividend.

Slide 25 - Tekstslide

Dividend
  • Als aandeelhouder heb je recht op dividend. 
  • Dat is de winstuitkering voor aandeelhouders. 
  • Hoe hoger de winst, hoe hoger het dividend kan zijn. 
  • Het dividend is inkomen uit bezit.

Slide 26 - Tekstslide

Obligatie als beleggingsmiddel
Obligaties kunnen worden verhandeld op de Effectenbeurs.

Koers is afhankelijk van: 
- de rente op de kapitaalmarkt
- de inflatie
- betrouwbaarheid van de lener

4% obligatielening bij een marktrente van 2%, betekent dat je bereid bent om meer te betalen voor deze obligatie.




Slide 27 - Tekstslide

Obligatielening
  • Obligatie is een bewijs van deelneming in een geldlening. Ben je houder van een obligatie? Dan ontvang je interest en uiteindelijk de aflossing van de lening. 
  • Aflossen kan op verschillende manieren, in 1 keer aan het einde, in gedeelten, of door het inkopen van eigen obligaties 

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag!
Huiswerk tot en met 6.14

Slide 29 - Tekstslide