In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Kapitel 3
Feierst du mit?
Pak je boek voor je
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Was machen wir heute?
1. Grammatik
2. Lesen
Zelfstandig aan de slag!
Lernziel: Oefenen met lezen
Slide 5 - Tekstslide
Hausaufgaben
Hausaufgaben: 7, 8, 9 en 10
Werken aan PO
Deadline eind februari.
Nico's weg: luisteropdracht
HW inleveren via classroom
Slide 6 - Tekstslide
PO kwartet
Met wie werk je samen?
Slide 7 - Tekstslide
PO kwartet
Je gaat met z'n 2en een kwartetspel maken.
- Essen
- Schulfächer
- Familie
- Berufe
- Tiere
- Sänger
- Sport
- Städte in Deutschland
- Kleidung
- Fußballvereine in Deutschland
Slide 8 - Tekstslide
Was sollst du machen?
● 1) Zoek bij elk woord een plaatje.
● 3) Maak 40 kaartjes
● 4) Schrijf op elk kaartje bovenaan de categorie en onderaan de 4 woorden die bij de categorie horen. Onderstreep op elk kaartje 1 woord en plak het plaatje dat bij dat woord hoort op het kaartje.
Slide 9 - Tekstslide
Prüfungen
1. Luistertoets (week 3)
2. Leestoets (week 4)
3. PO (week 9)
4. Proefwerk Kapitel 2 und 3
Slide 10 - Tekstslide
Darfich auf die Toilette gehen?
Slide 11 - Tekstslide
Lesedossier
Enquête beantwoorden
Deze les moet af:
Text 4, 5 en 6 afmaken
timer
40:00
Slide 12 - Tekstslide
Rangtelwoorden
Am 5. August treffen wir uns
getallen 1 t/m 19 = getal + te (zwei wordt zweite)
getallen vanaf 20 = getal + ste (zwanzig wordt zwanzigste)
Uitzonderingen zijn:
eins - erste, drei - dritte, sieben - siebte, acht - achte
Slide 13 - Tekstslide
achtste
A
acht
B
achtte
C
achte
Slide 14 - Quizvraag
vierde
A
vierste
B
vierte
C
viertte
Slide 15 - Quizvraag
24ste
A
vierundzwanzigte
B
vierundzwanzigste
Slide 16 - Quizvraag
drei
A
dreitte
B
dreite
C
dritte
Slide 17 - Quizvraag
Das ist lecker!
Slide 18 - Tekstslide
Leerdoelen
Eind van het hoofdstuk kan je..
- Essen und trinken bestellen
- Je kan luisterteksten en leesteksten over het thema eten begrijpen
- Je kunt een eenvoudig recept schrijven en over jouw eetgewoontes schrijven.
Slide 19 - Tekstslide
S. 90 Lesen
Aufgabe 16
Zeitungsartikel (krantenartikel)
Welcher Satz passt am besten zu welchem Zeitungsartikel?
Slide 20 - Tekstslide
S. 90 Lesen
Aufgabe 16
Die Diebe hat vielleicht Lust auf Schokolade = zin hebben in
Das war ein Kauf mit einer merkwürdigen Überraschung = een koop met een merkwaardige verrassing.