4h-Kap4-Gram2-Whg-48

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Lernziele heute:

Sehen und hören:

- ich kann die wichtigsten Informationen verstehen in der "Tagesschau in 100 Sekunden"

Grammatik:

- ich wiederhole Bindewörter (voegwoorden)  

- ich wiederhole Adjektive (bijvoeglijke naamwoorden)

      

- was sind die Themen?

- notiere 5 wichtige Begriffe auf Deutsch!

 

www.tagesschau.de

Lernziele heute:

- ich wiederhole die Bindewörter

- ich wiederhole die Adjektive

"maar" vertalen:
->na een ontkennend woord (nicht, kein, nie) gebruik je =

"maar" vertalen:
->in alle anderen gevallen gebruik je =

"wanneer" vertalen:
->bij een onbekend tijdstip en als
het woord kan vervangen vervangen door "op welk moment" of "hoe laat" =

"wanneer" vertalen:
-> in de betekenis van "als, indien" (voorwaarde) =

"dan" vertalen:
-> geeft een tijdstip aan, je spreekt het met nadruk uit =

"dan" vertalen:
-> geen tijdstip, geen nadruk =

"dat" vertalen:
-> een voegwoord dat een hoofdzin en bijzin aan elkaar koppelt =

"dat" vertalen:
-> in alle andere gevallen (lidwoord, aanwijzend voornaamwoord, ...), dus als het geen voegwoord is =

"of" vertalen:
-> bij een keuze tussen twee of meer mogelijkheden =

"of" vertalen:
-> als er geen sprake van een keuze is =

Lernziel erreicht?
Grammatik:
- ich kenne die Bindewörter (voegwoorden)

😒🙁😐🙂😃

Let op: de uitgangen van het Adjektiv zijn altijd   -en,

 behalve bij 3 vormen

Bijvoeglijk naamwoord: Der-Gruppe

Bijvoeglijk naamwoord:

"der" - groep

d-  dies-  jen-  jed-  manch-  solch-

welch- all-

Samengevat: Adjektiv na "der"

Je hoeft dus alleen maar op te letten bij 

mannelijk:  der   -e  (uitgang Adjektiv)

vrouwelijk:   die    -e   (uitgang Adjektiv)   onzijdig:    das   -e  (uitgang Adjektiv)

Bijvoeglijk naamwoord: Ein-Gruppe

Bijvoeglijk naamwoord:

"ein"- groep

ein-  kein-  

mein-  dein-  sein-  ihr-  sein-

unser-  euer-  ihr-  Ihr-

Samengevat: Adjektiv na "ein"

Je hoeft dus alleen maar op te letten bij  

mannelijk:  ein    -er  (uitgang Adjektiv) 

vrouwelijk: eine    -e (uitgang Adjektiv) 

     onzijdig: ein    -es (uitgang Adjektiv)

Und jetzt du:

• Stap 1: welke groep ?

• Stap 2: welk geslacht ?

• Stap 3: Staat er een voorzetsel voor het zinsdeel dat ik moet ontleden?

-> Ja = gebruik dan de juiste naamval

-> Nee = je moet de zin ontleden:

- Wie/wat + gezegde = 1e (onderwerp)

- Wie/wat + gezegde + onderwerp = 4e (lijdend voorwerp)

- AAN/VOOR wie + gezegde + onderw. + lijd. voorw. = 3e (meewerkend voorwerp)

- VAN staat tussen twee zelfstandige naamwoorden = bezit = 2e

Hast du dies______ toll______ Buch gelesen?

Tip: wat heb je gelezen?

Dein______ alt______ braun______ Mantel (m) liegt auf dem Stuhl.

Tip: Wat ligt op de stoel?

Mein Vater darf solch___ fett_____ Fleisch (o) nicht essen.

Tip: Wat mag hij niet eten?

Wirst du dies__ jung_____ Frau helfen?

Tip: helfen +3e

Wer möchte dies______ neu______ Wagen fahren?

Das Buch hat kein______ gut______ Beispiele.

Und jetzt du:

- Aufgabe 48, Seite 190

- Fertig? slim stampen, online Methode: Grammatik oder Wörterliste üben

- wir besprechen um 10.00

Lernziel erreicht?
Grammatik:
- ich kann die Adjektive richtig benutzen

😒🙁😐🙂😃

Hausaufgabe:

Kapitel 4:

Wörterliste 2 NL-D, Grammatik 2

Am Dienstag Übungstest