§2 De strijd van de arbeiders

Nederland van 1848 tot 1914
§2 De strijd van de arbeiders



Geschiedenis - Basis 3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederland van 1848 tot 1914
§2 De strijd van de arbeiders



Geschiedenis - Basis 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Sleepvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...ken je de begrippen industrialisatie, vakbond, algemeen kiesrecht, censuskiesrecht, communisten, sociaal-democraten, socialisme. (R)
...kan je benoemen en uitleggen welke gevolgen de industrialisatie had voor de arbeiders. (T1)

Slide 3 - Tekstslide

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.
Op de bron

Slide 4 - Tekstslide

Deelvraag
Welke gevolgen had de opkomst van de industrie voor de arbeiders?

Slide 5 - Tekstslide

Industrialisatie
In de tweede helft van de 19e eeuw veranderde er in Nederland veel door de industrialisatie. Dit is de overgang van het maken van producten met de hand naar het maken van producten met machines. 

Voordeel: producten kunnen goedkoper én sneller worden geproduceerd.

Slide 6 - Tekstslide

van kleinschalige handmatige productie...
... naar grootschalige machinale productie

Slide 7 - Tekstslide

Industrialisatie
Pas vanaf 1870 gaat Nederland ook industrialiseren, maar handel blijft voor veel investeerders belangrijk. Ze hebben weinig vertrouwen in de industrie.
Ook zijn er geen geschikte grondstoffen voor de industrie, die moeten ergens anders vandaan gehaald worden.


Op de bron: papier maken rond 1800 en rond 1870

Slide 8 - Tekstslide

Zet de woorden bij het juiste vak.
Hieronder zie je een aantal woorden die te maken hebben met de industrialisatie. Past het woord het best bij 'handwerk' of bij 'fabriekswerk'? (Gebruik ook blz. 18 in je boek HO.)
Handwerk
Fabriekswerk
gereedschap
platteland
stad
spierkracht
thuis werken
industrie
stoomkracht
machine
werken in fabriek

Slide 9 - Sleepvraag

Welke twee voordelen had industrialisatie voor mensen?
A
Producten werden goedkoper en zwaar werk werd door mensen gedaan.
B
Producten werden duurder en zwaar werk werd door machines gedaan.
C
Producten werden goedkoper en zwaar werk werd door machines gedaan.
D
Producten werden duurder en zwaar werk werd door mensen gedaan.

Slide 10 - Quizvraag

Wat was het nadeel van industrialisatie?
A
Machines namen het werk van mensen over.
B
Mensen raakten hun werk kwijt.
C
Het landschap veranderde.
D
Al deze antwoorden zijn nadelen.

Slide 11 - Quizvraag

Een zwaar bestaan
Voor industrialisatie
Na industrialisatie
Wonen
Platteland/dorp
Geen riolering
Schoon drinkwater
Stad
Geen riolering 
Vies drinkwater > besmettelijke ziekten
Werk
Platteland (als boer)
Weven van stoffen (met de hand)
Fabriek
Lange dagen voor weinig geld.
Hele gezin moest meewerken om rond te komen.

Slide 12 - Tekstslide

Schilderij
  1. Wat zie je op de afbeelding?
  2. Met welke kleuren/effecten trekt de maker de aandacht?
  3. Heeft het een titel?
  4. Wanneer is de afbeelding gemaakt?
  5. Wie heeft de afbeelding gemaakt?
  6. Welk doel heeft de maker? 
Op de bron
Arbeiderswijk in Amsterdam rond 1870.

Slide 13 - Tekstslide

Op de bron
Kelderwoning in Amsterdam waar een arbeidersgezin woonde.

Slide 14 - Tekstslide

Op de bron
In delen van Noord- en Oost-Nederland was het trouwens niet veel beter... (foto gemaakt rond 1900)

Slide 15 - Tekstslide

De sociale kwestie
De sociale kwestie is de discussie over de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders in de steden aan het einde van de 19e eeuw.
"De rijken worden rijker, de armen worden armer."
Maar...alleen de rijken hebben kiesrecht, waardoor zij het beleid mogen bepalen.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de sociale kwestie?
A
Een discussie over de goede arbeidsomstandigheden in de 19e eeuw.
B
Een discussie over de slechte omstandigheden van arbeiders in de 19e eeuw.
C
Een sociaal probleem van de rijke mensen in de 19e eeuw.
D
Het probleem dat niet iedereen in de 19e eeuw kiesrecht had.

Slide 17 - Quizvraag

Wat was de oorzaak van de sociale kwestie in de 19e eeuw?
A
De industrialisatie
B
Het algemeen kiesrecht
C
De boeren
D
Al deze antwoorden zijn goed

Slide 18 - Quizvraag

Spotprenten
  1. Wat zie je op de afbeelding?
  2. Met welke kleuren/effecten trekt de maker de aandacht?
  3. Heeft het een titel?
  4. Wanneer is de afbeelding gemaakt?
  5. Wie heeft de afbeelding gemaakt?
  6. Welk doel heeft de maker? 
Op de bron
Getekend door Albert Hahn, 1904. Het heeft als titel 'onder zwart regime'.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

1
2
3
4

Slide 21 - Tekstslide



Vakbonden


Ook de arbeiders komen in opstand tegen de rijke fabrieksbazen. Ze gaan zich verenigen in vakbonden
  • praat namens arbeiders met fabrikant voor betere arbeidsomstandigheden
  • arbeider betaald iedere maand geld aan vakbond
    > als je ging staken kreeg je een deel terug
    > als je ziek werd kreeg je een kleine uitkering

Slide 22 - Tekstslide

Wat is een vakbond?
A
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werkgevers.
B
Een organisatie die opkomt voor de belangen van rijken.
C
Een organisatie die opkomt voor de belangen van armen.
D
Een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers.

Slide 23 - Quizvraag

Wat doet een vakbond?
A
Ze praten met de werkgevers over betere arbeidsomstandigheden.
B
Ze praten met de werknemers over betere arbeidsomstandigheden.
C
Ze praten met werkgevers en werknemers over betere arbeidsomstandigheden.
D
Ze praten met niemand.

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het voordeel van een vakbond?
A
Als je ging staken dan werd je ontslagen.
B
Als je ging staken dan kreeg je een deel van je gemiste loon.
C
Als je ziek werd kreeg je een kleine uitkering.
D
Als je ging staken dan deed je dat alleen.

Slide 25 - Quizvraag

Spotprenten
  1. Wat zie je op de afbeelding?
  2. Met welke kleuren/effecten trekt de maker de aandacht?
  3. Heeft het een titel?
  4. Wanneer is de afbeelding gemaakt?
  5. Wie heeft de afbeelding gemaakt?
  6. Welk doel heeft de maker? 
Op de bron
Getekend door Albert Hahn, 8 februari 1903. Spoorwegstakingen van 1903: “Gansch het raderwerk staat stil/ Als uw machtige arm het wil” 

Slide 26 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Industrialisatie
  • Vakbond
  • Sociale kwestie

Slide 27 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1850-1900: opkomst van industrie in Nederland
  • rond 1900: sociale kwestie

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open vraag

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open vraag