Natuur en Scheikunde (H4 - par 4) deel 2

Hoofdstuk 4




elektriciteit
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4




elektriciteit

Slide 1 - Tekstslide

paragraaf 4
4.4 schakelingen
Theorieboek blz. 222

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling H4.3
  • Uitleg Schakelingen Serie / Parallel
  • Proef 3 & Proef 5
  • Zelfstandig werken 4.4 Schakelingen
  • Afsluiting  

Slide 3 - Tekstslide

Wat hadden we in H4.3 gedaan ?

Slide 4 - Tekstslide

Onthouden!
Elektrische stroom gaat lopen als je de plus (+) en de min (−) van een spannings-bron verbindt.
Een stroomkring is een verbinding van de plus (+) naar de min (−) van een spannings-bron.
Een lampje brandt alleen in een gesloten stroomkring.
In een onderbroken stroomkring kan de stroom niet rond gaan.
Met een schakelaar kun je de stroomkring onderbreken of sluiten.
Een schakel-schema is een eenvoudige tekening van een stroomkring.
In een schakel-schema teken je de onderdelen met symbolen.
Een symbool is een eenvoudig teken voor iets uit de werkelijkheid. 

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een serieschakeling is.
  • Je kunt uitleggen wat een parallelschakeling is.

Slide 6 - Tekstslide

Introductie
Als er één lamp kapot gaat in je kamer, dan blijven de andere lampen aan. Dat is maar goed ook. Het zou heel onhandig zijn als je dan meteen in het donker zit.

Slide 7 - Tekstslide

Het serie schakelen van batterijen uit paragraaf 1

Slide 8 - Tekstslide

Zo kun je ook lampjes in serie schakelen

Slide 9 - Tekstslide

Je maakt verbindigen met stroomdraden
Wat gebeurd er als een van de lampjes stuk gaat?

Slide 10 - Tekstslide

Proef 3
  • Ga aan de slag met proef 3 blz. 218 & 219
  • Link voor de simulatie (zie mail)
  • Maak een foto en lever het in de volgende dia
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Maak een foto van je serieschakeling.

Slide 13 - Open vraag

Parallel schakeling

Slide 14 - Tekstslide

Wat gebeurd er als een van de lampjes stuk gaat?

Slide 15 - Tekstslide

Hoe staan de apparaten in huis geschakeld?
serie of parallel?

Slide 16 - Tekstslide

Proef 5
  • Ga aan de slag met proef 5 op blz. 225.
  • Link voor de simulatie (zie mail)
  • Maak een foto en lever het in de volgende dia
timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Maak een foto van je serieschakeling.

Slide 19 - Open vraag


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 20 - Quizvraag

Hiernaast zie je 2 stroomkringen.
Welke zin is juist?
A
De bovenste schakeling is een parallelschakeling en de onderste schakeling is een serieschakeling
B
Beide schakelingen zijn parallelschakelingen
C
Beide schakelingen zijn serieschakelingen
D
De bovenste schakeling is een serieschakeling en de onderste schakeling is een parallelschakeling

Slide 21 - Quizvraag

dit is een
A
serieschakeling
B
parallelschakeling

Slide 22 - Quizvraag

Welke schakeling staat er afgebeeld?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling

Slide 23 - Quizvraag

Wat voor schakeling zie je hier?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 24 - Quizvraag

Wat voor soort schakeling is dit?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 25 - Quizvraag

Welke schakeling staat er afgebeeld?
A
serieschakeling
B
parallelschakeling
C
gemengde schakeling

Slide 26 - Quizvraag

2.3.6 - Wat is dit voor een
soort schakeling?
A
Een serieschakeling
B
Een parallelschakeling

Slide 27 - Quizvraag


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 28 - Quizvraag

Een serieschakeling is een .....
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen

Slide 29 - Quizvraag

Waarneer is het een serieschakeling?
A
1 vertakking
B
2 vertakkingen
C
Geen vertakkingen
D
3 vertakkingen

Slide 30 - Quizvraag

Op dit plaatje zie je een serieschakeling
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Bij een serieschakeling gaan alle lampen tegelijk aan als je de schakelaar aan zet
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je met een schakelaar een stroomkring kunt onderbreken en sluiten.

Slide 33 - Tekstslide

De schakelaar 
Met een schakelaar kun je een stroomkring sluiten en onderbreken

Slide 34 - Tekstslide

We gaan nu de volgende opgaven maken
4 t/m 17 blz. 227 t/m 230
Digitale 1 t/m 17
timer
5:00

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Onthouden!
In een serie-schakeling staan alle apparaten in één stroomkring.
Een serie-schakeling werkt alleen als:

  • alle apparaten aan staan;
  • alle apparaten heel zijn;
  • de schakelaar dicht is.

Slide 43 - Tekstslide

Onthouden!
Een parallel-schakeling heeft twee of meer stroomkringen.
In een parallel-schakeling heeft elk apparaat een aparte stroomkring.
Apparaten in een parallel-schakeling kun je apart aan- en uitzetten.

Met een schakelaar kun je:

  • een stroomkring onderbreken (de schakelaar is open);
  • een stroomkring sluiten (de schakelaar is dicht).

Slide 44 - Tekstslide