Urine en incontinentie


Persoonlijke verzorging & ADL



Deze les gaat over 'Urine en Incontinentie'
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AFPMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les


Persoonlijke verzorging & ADL



Deze les gaat over 'Urine en Incontinentie'

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les...
...kan je de functie van urine uitleggen
....kan je het begrip incontinentie uitleggen,
...kan je verschillende vormen van incontinentie benoemen,
...kan je benoemen welke aandachtspunten er zijn bij een incontinente zorgvrager

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor urine?
Waaruit bestaat urine?

Slide 3 - Open vraag

Urine
Bestaat uit: 

- Afvalstoffen
- Water
- Zouten
- Schadelijke stoffen

Slide 4 - Tekstslide

Verwijderen van urine uit het lichaam
- van het nierbekken gaat de
urine via de urineleider naar
de blaas
- in de blaas wordt de urine 
tijdelijk opgeslagen
- via de urinebuis verlaat de
urine het lichaam

Slide 5 - Tekstslide

Waarop zou je kunnen observeren
bij urine?

Slide 6 - Woordweb

Observatiepunten bij urine
  • Frequentie (hoe vaak)
  • Hoeveelheid
  • Kleur
  • Helderheid
  • Geur
  • De manier waarop de cliënt urineert

Slide 7 - Tekstslide

Kleur

  • Licht geel: veel water in de urine.
  • Donker geel: weinig water in de urine.
  • Donkergeel tot donkerbruin: kan duiden op leveraandoening.
  • Roze, roodbruin of vleeskleurig: bloed bij de urine.

Slide 8 - Tekstslide

Helderheid
Urine is normaalgesproken helder, zoals appelsap.

Bij een infectie is de urine troebel en zitten er kleine stukjes of vlokjes in de urine.

Slide 9 - Tekstslide

Geur

  • Normale urine ruikt naar zwakke bouillonachtige geur.
  • Diabetes: zoete geur of naar aceton.
  • Bij een infectie kan de urine scherp en onaangenaam ruiken.

Slide 10 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij het woord
incontinentie?

Slide 11 - Woordweb

Urine-incontinentie: de klacht van elk onvrijwillig urineverlies.
Fecale incontinentie: het onvrijwillig verlies van vaste of vloeibare ontlasting.
 

Fecale incontinentie: het onvrijwillig verlies van vaste of vloeibare ontlasting.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Oorzaken van incontinentie
Ziekten of beperkingen van blaas, sluitspieren, bekkenbodem, darmen, endeldarm (na trauma).
Ziekten van zenuwstelsel.
Problemen met mobiliteit en obstakels.
Problemen met cognitie (bijv. geheugen).
Bijwerkingen van medicijnen.

Slide 14 - Tekstslide

Vormen
Stress oftwel inspannings-incontinentie
Ook wel druppelincontinentie genoemd, 
is het onvrijwillig urineverlies bij druk in en op
 de buik door bijv. niezen, hoesten 
of bewegen (sport)



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Vormen
Functionele incontinentie
Ongewild urineverlies waarbij cliënten niet meer in staat zijn zelfstandig naar het toilet te gaan 
door lichamelijke beperkingen of  
geheugenproblemen.


Slide 17 - Tekstslide

Vormen
Aandrang oftewel urge  incontinentie
ongewild urineverlies na een plots onhoudbare plasdrang door een overactieve blaas
Vaak heeft de cliënt vooraf al een 
(voortdurende) drang tot plassen.
 


Slide 18 - Tekstslide

Vormen
Overloop incontinentie
Onwillekeurig verliezen van kleine hoeveelheden urine uit een volle blaas doordat de blaas ongevoelig is geworden. De druk in de blaas wordt zo hoog, dat er kleine hoeveelheden urine weg druppelen. 

Slide 19 - Tekstslide

Heeft een man ook bekkenbodemspieren?
A
Ja natuurlijk
B
Nee natuurlijk niet
C
nee een man heeft geen bekkenbodem
D
ja, maar pas na de pubertijd

Slide 20 - Quizvraag

Een verhoogde urineproductie kan veroorzaakt worden door:
A
nieraandoening
B
diabetes mellitus
C
dementie
D
MS

Slide 21 - Quizvraag

Iemand die incontinent is, heeft een groter risico op:


A
vereenzaming, isolement
B
uitdroging
C
bacteriële infecties
D
huidproblemen zoals smetten of decubitus

Slide 22 - Quizvraag

Bij wie kan incontinentie voorkomen?
A
Kinderen
B
Volwassenen
C
Ouderen
D
Iedereen

Slide 23 - Quizvraag

schuimende urine kan duiden op
A
teveel bier gedronken hebben
B
nierstenen
C
diabetes
D
mogelijke ontsteking

Slide 24 - Quizvraag

Ga naar lessonup.app
Sleep de incontinentie materialen in het juiste vak. 
Van Links de meest "lichte"variant tot rechts de meest "zware"variant.
In de volgende slide sleep je de incontinentiematerialen naar het juiste vak.
Van links de meest "lichte" variant tot rechts de meest "zware" variant.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Sleepvraag

Welk incontinentiemateriaal bestaat er nog meer naast de inleggers en broekjes?
A
Inlegkruisjes en maandverband
B
Incontinentiebedmatjes, speciale badkleding
C
urinaal, po
D
Hydrofiel doeken

Slide 27 - Quizvraag