Informerende tekst (KERN 15)Je moet iets leren. Tekst bestaat uit feiten (=objectief). Je kunt de informatie dus controleren.
Overtuigende tekst (KERN 16)
Schrijver wilt jou overtuigen van zijn mening.
Activerende tekst (KERN 17)
Schrijver wilt jou overtuigen én je moet iets gaan doen.
Bijvoorbeeld: die Netflix serie is super goed én je moet hem gaan kijken.