De woordsoorten

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Instructies

In deze les herhaal je eerst de woordsoorten die je in de eerste graad hebt behandeld. Vervolgens volg je de les over de nieuwe woordsoorten.

Even herhalen ...

1) Neem je iPad en open SS in Safari

2) Ga vervolgens naar Ned 3 en kies het onderdeel 'oefeningen'.

3) Open de map 'woordsoorten'.

4) Maak daarna de oefeningen op BW.

5) Noteer tot slot je score en lees de correctiesleutel.

Hij wist niet dat het boek verdwenen was.

In deze zin is 'het' een

1. bepaald lidwoord
2. onbepaald lidwoord
3. onbepaald voornaamwoord
4. persoonlijk voornaamwoord

Waar ligt dat boek? Ik denk dat het verdwenen is ...
In deze zin is 'het' een ...

Persoonlijk voornaamwoord

Onbepaald voornaamwoord

Bepaald lidwoord

Het heeft die dag geregend.

Dit krot is onbewoonbaar ; het moet gesloopt worden.

Volgens de weerman zal het morgen vriezen.

De vergadering van de ministerraad vond plaats in het paleis.

Ik vind het spijtig dat je ons verlaat.

De troubadour vertelde het spannende verhaal.

00:16

Dit is een ...

1. pleonasme
2. tautologie

Betrekkelijk vnw.

Aanwijzend vnw.

Het meisje dat ik gezien heb, liet niets meer van zich horen.

Je hebt dat toch niet verteld, he!

Volgens mij heeft dat kind daar niks mee te maken.

Het kind dat jij verdenkt, heeft daar niks mee te maken.

Ken jij Anna Svetlana? Die moet je beslist eens spreken.

Mensen die lui zijn, zullen het nooit ver schoppen.

'Dat is alles wat ik weet', zei hij.

'Wat' is hier een

1. vragend vnw.
2. betrekkelijk vnw.

Wie nu nog praat, moet straks nablijven.

'Wie' is hier een ...

1. vragend vnw
2. betrekkelijk vnw