In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Filtreren is scheiden op basis van ......
A
Kookpunt
B
Oplosbaarheid
C
Deeltjesgrootte
D
Aanhechtingsvermogen
Slide 1 - Quizvraag
De scheidingsmethode extraheren berust op het verschil in:
A
Kookpunt
B
Deeltjesgrootte
C
Oplosbaarheid
D
Aanhechtingsvermogen
Slide 2 - Quizvraag
Hoe kun je een mengsel van zand en zout scheiden (= uit elkaar halen)?
Slide 3 - Tekstslide
Welke (vloei)stof kun je toevoegen om verschil te maken?
Slide 4 - Tekstslide
Hoe kun je een mengsel van 2 vloeistoffen uit elkaar halen?
(= scheidngsmethode)
Bijvoorbeeld water en alcohol?
Slide 5 - Tekstslide
Alle vloeistoffen hebben eigen stofeigenschappen.
Als je ze verwarmt dan gaan ze koken. Elke vloeistof heeft een ander kookpunt.
Door te destilleren in een glazen destillatie opstelling vang je het laagste kookpunt eerst op.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe haal je geur, kleur en smaakstoffen uit vies water?
Slide 7 - Tekstslide
Actief kool is een adsorptiemiddel.
Het oppervlak van actief kool heeft porien (gaatjes) waar verontreinigingen zoals geur, kleur en smaak moleculen in passen/ aan hechten.
Slide 8 - Tekstslide
Welk van de volgende uitspraken over een mengsel is/zijn waar?
A
Een mengsel bestaat uit een soort molecuul
B
Een mengsel bestaat uit twee of meer soorten moleculen
C
Een mengsel heeft een kookpunt
D
Een mengsel heeft een kooktraject
Slide 9 - Quizvraag
Welke soort mengsels kun je scheiden door middel van filtratie?
A
Oplossingen
B
Suspensies
C
Emulsies
D
Adsorpties
Slide 10 - Quizvraag
Welke van onderstaande mengsels is een emulsie
A
Zeewater
B
Melk
C
Jus d'orange
D
Koffie
Slide 11 - Quizvraag
Wat voor soort mengsel krijg je als je water met olijfolie goed mengt?
A
een oplossing
B
een suspensie
C
een emulsie
D
een extract
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor soort mengsel krijg je als je water met bruine suiker goed mengt?
A
een emulsie
B
een suspensie
C
een oplossing
D
een extract
Slide 13 - Quizvraag
Welke uitspraken kloppen voor het mengsel van water met zand: het is een.....
A
suspensie en het best te scheiden via filtratie
B
suspensie en het best te scheiden via destillatie
C
oplossing en het best te scheiden via indampen
D
emulsie en het best te scheiden via filtratie
Slide 14 - Quizvraag
Welke uitspraak over koolstof is NIET waar
A
het is een adsorptiemiddel
B
het is een absorptiemiddel
C
als je het fijn maalt,
werkt het beter
D
als het stoffen heeft geadsorbeerd, moet het worden vervangen
Slide 15 - Quizvraag
Welke scheidingsmethode wordt gebruikt om de grove deeltjes te verwijderen?
A
Filtreren
B
Destilleren
C
Indampen
D
Bezinken
Slide 16 - Quizvraag
bij filtreren blijft de vaste stof achter in het filter en loopt de vloeistof door. Hoe heet deze vloeistof?
A
residu
B
filtraat
C
oplossing
D
destillaat
Slide 17 - Quizvraag
Voorbeelden van open vragen over filtreren kunnen zijn:
Op basis van welke stofeigenschap wordt een mengsel gescheiden bij filtreren (of: scheidingsmethode filtreren berust op verschil in ...)?
Welk soort mengsel kun je door middel van filtreren scheiden?
Geef twee voorbeelden (of: toepassingen) waarbij je filtreren gebruikt.
Leg uit waarom je bij filtreren een oplossing niet in zijn bestanddelen (opgeloste stof en oplosmiddel) kunt scheiden.
Slide 18 - Tekstslide
Wat voor mengsel komt in de voorbezinktank bij een waterzuiveringsinstallatie?
A
Oplossing
B
Emulsie
C
Suspensie en emulsie
D
Water
Slide 19 - Quizvraag
Hoe wordt het vet in de voorbezinktank verwijderd?
A
Vet zakt naar de
bodem van de tank
B
Vet wordt van water-oppervlak geschraapt
C
Vet wordt door bacteriën afgebroken
Slide 20 - Quizvraag
Geef één woord (begrip) dat omschrijft hoe schoon water uit de voorbezinktank wordt gehaald
Slide 21 - Open vraag
Water uit de waterzuivering is niet drinkbaar. Op welke manieren kan dit wel drinkbaar gemaakt worden?
A
Met filtratie
B
Met destillatie
C
Met indampen
D
Met extractie
Slide 22 - Quizvraag
Destilleren is scheiden op basis van ......
A
Kookpunt
B
Oplosbaarheid
C
Deeltjesgrootte
D
Aanhechtingsvermogen
Slide 23 - Quizvraag
Destillatie wordt gebruikt om de volgende stoffen te scheiden:
A
vaste stof in een vloeistof
B
oplossing van twee vloeistoffen
C
twee vaste stoffen
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Hoe noem je het deel wat bij 3 achterblijft? (zie ook vorige sheet)
Slide 26 - Open vraag
Hoe noem je het deel wat bij 6 in de rondbodemkolf terrecht komt?
Slide 27 - Open vraag
Hoe heet het onderdeel bij 5?
A
Residu
B
Destillatiekolom
C
Rondbodemkolf
D
Koeler
Slide 28 - Quizvraag
Voorbeelden van open vragen over destilleren kunnen zijn:
Op basis van welke stofeigenschap wordt een mengsel gescheiden bij destilleren (of: scheidingsmethode destilleren berust op verschil in ...)?
Welk soort mengsel kun je door middel van destilleren scheiden?
Geef twee voorbeelden (of: toepassingen) waarbij je destilleren gebruikt.
Wat is de functie van de koeler bij destilleren. Gebruik in je antwoorden de woorden: kookpunt, verdampen, condenseren, destillaat
Zeewater kun je indampen of destilleren. Leg uit wat het verschil is tussen deze twee scheidingsmethoden.
Slide 29 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen adsorptie en absorptie?
A
Adsorptie is hechten aan oppervlakte
B
Adsorptie is opnemen in de stof
Slide 30 - Quizvraag
Als je thee zet, welke scheidingsmethode gebruik je dan?
A
Destilleren
B
Extraheren
C
Filtreren
D
Adsorberen
Slide 31 - Quizvraag
Extraheren is scheiden op basis van .....
A
Kookpunt
B
Oplosbaarheid
C
Deeltjesgrootte
D
Aanhechtingsvermogen
Slide 32 - Quizvraag
Voorbeelden van open vragen over extraheren kunnen zijn:
Op basis van welke stofeigenschap wordt een mengsel gescheiden bij extraheren (of: scheidingsmethode extraheren berust op verschil in ...)?
Welk soort mengsel kun je door middel van extraheren scheiden?
Waarom wordt vaak heet water als extractiemiddel gebruikt i.p.v. koud?
Geef twee voorbeelden (of: toepassingen) waarbij je extraheren gebruikt.
Je hebt een mengsel van zand en zout. Leg uit welke stappen je moet uitvoeren om zuiver zand en zuiver zout te krijgen. Gebruik daarbij de woorden: extraheren, filtreren, indampen, extractiemiddel, residu, filtraat
Slide 33 - Tekstslide
Wijn bevat 12% alcohol en zit in een fles van 750 ml. hoeveel ml alcohol zit er in?
A
12 ml
B
62,5 ml
C
90 ml
D
91,4 ml
Slide 34 - Quizvraag
Uitwerking
volumepercentage = (volume deel / volume totaal) * 100
hoeveel mL alcohol in 750 mL wijn met alcoholpercentage 12%
dus de vraag is eigenlijk: bereken 'volume deel' uit de formule
of:
100% = 750 mL
1% = 7,5 mL
12% = 90 mL
deel
(hoeveel alcohol)
totaal
(hoeveel wijn)
gegeven
12
100
gevraagd
= (750 x 12) / 100
= 90 mL
750
Slide 35 - Tekstslide
750 mg paracetamol los je op in een glas water van 250 ml. wat is de concentratie in g/L?
A
0.33 g/L
B
0,003 g/L
C
0,03 g/L
D
3 g/L
Slide 36 - Quizvraag
Uitwerking
gevraagd: concentratie paracetamol in g/L,
formule die hierbij hoort: concentratie = massa / volume
LET OP EENHEDEN!
massa paracetamol = 750 mg omrekenen in gram: 0,750 gram
volume oplosmiddel (water) = 250 mL omrekenen in liter: 0,250 liter
formule invullen: concentratie = 0,750 / 0,250 = 3 g/L
Slide 37 - Tekstslide
in een oliebol van 75 gram zit 2,0 gram verzadigd vet. Wat is het massapercentage verzadigd vet?
A
37,5%
B
2,7 %
C
1,5%
D
35 %
Slide 38 - Quizvraag
Uitwerking
massapercentage = (massa deel / massa totaal) * 100