les 1 Soorten activiteiten

Assisteert bij de uitvoering van sociale en recreatieve activiteiten
Les 1 Soorten activiteiten
Les 2 Begeleiden bij activiteiten
Les 3 Evalueren
Les 4 Materialen en middelen
Les 5 Werken met groepen
Les 6 Begeleiden van groepen
Les 7 uitleg eindtoets
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
creatiefMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Assisteert bij de uitvoering van sociale en recreatieve activiteiten
Les 1 Soorten activiteiten
Les 2 Begeleiden bij activiteiten
Les 3 Evalueren
Les 4 Materialen en middelen
Les 5 Werken met groepen
Les 6 Begeleiden van groepen
Les 7 uitleg eindtoets

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1 Soorten Activiteiten
Er zijn 2 indelingen als je het hebt over activiteiten uitvoeren met verschillende doelgroepen.
Indeling 1:
* Individuele activiteiten en groepsactiviteiten.

Slide 2 - Tekstslide

Indeling 1: Individuele activiteiten en groepsactiviteiten
* Deze indeling is gemaakt op aantallen;
* Bij een individuele activiteit richt je je aandacht volledig op de cliënt;
* Bij een groepsactiviteit moet je je aandacht verdelen:
* Bij een groepsactiviteit motiveren en stimuleren de cliënten elkaar.

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1: Noem 5 voorbeelden van individuele activiteiten?

Slide 4 - Open vraag

Vraag 2: Noem 5 voorbeelden van groepsactiviteiten?

Slide 5 - Open vraag

Indeling 2: Soorten activiteiten
1. Sportieve activiteiten
2. Sociale activiteiten
3. Educatieve activiteiten;
4. Recreatieve activiteiten;
5. Creatieve activiteiten;
6. Dramatische expressie;


Slide 6 - Tekstslide

1. sportieve activiteit

Slide 7 - Tekstslide

1. sportieve activiteiten
* Deze activiteiten zijn gericht op beweging;
* Zeer geschikt voor zowel kinderen als voor ouderen;
* Doelen kunnen zijn: onderhouden van de conditie, spieren soepel houden en het aannemen van de juiste houding;
*Daarnaast ook voor het behouden en helpen van een gezond gewicht;
* Omgaan met verlies en samenwerken is ook een belangrijk doel.
* Meestal heb je voor sportieve activiteiten ruimte nodig.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag 3: Noem 5 voorbeelden van sportieve activiteiten en schrijf het doel (zie vorige slide) erbij?

Slide 9 - Open vraag

2. Sociale activiteit

Slide 10 - Tekstslide

2. Sociale activiteiten
* Belangrijk hierbij is contact tussen cliënten onderling en contact met de helpende;

Slide 11 - Tekstslide

Vraag 4: Noem 5 activiteiten die sociaal zijn?

Slide 12 - Open vraag

3. Educatieve activiteit

Slide 13 - Tekstslide

3. Educatieve activiteiten
* Bij educatieve activiteiten ligt de nadruk op het leren;
* Leren kan gaan over kennis, gedrag en vorming;
* Kennis is de cognitieve ontwikkeling en is erop gericht om deze kennis en vaardigheden toe te passen in een andere situatie;
* Belangrijk doel bij educatieve activiteiten is het trainen van je geheugen;
* Voor ouderen kunnen deze activiteiten een bijdrage leveren aan het actief houden van het geheugen.

Slide 14 - Tekstslide

Vraag 5: Noem 5 voorbeelden van activiteiten waarbij je het geheugen traint of waarvan je iets leert?

Slide 15 - Open vraag

4. Recreatieve activiteit

Slide 16 - Tekstslide

4. Recreatieve activiteiten
* Recreatieve activiteiten hebben als doel: ontspanning en vermaak;
* Een ander woord voor recreatie is vrijetijdsbesteding;
* Je hebt verschil tussen dagrecreatie en meerdaags toerisme.

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 6: Noem 5 voorbeelden van recreatieve activiteiten?

Slide 18 - Open vraag

6. Creatieve activiteiten

Slide 19 - Tekstslide

6. Creatieve activiteiten
* Doel bij creatieve activiteiten is ontspanning en vermaak;
* Belangrijk is om rekening te houden met de wensen en de mogelijkheden van de cliënt;

Slide 20 - Tekstslide

Vraag 7: Noem 5 voorbeelden van creatieve activiteiten?

Slide 21 - Open vraag

7. Dramatische Expressie

Slide 22 - Tekstslide

7. Dramatische expressie
* Spelen met woord en gebaar;
* Het zijn activiteiten waarbij je gebruik maakt van je stem, gezichtsuitdrukkingen en lichaamshouding;
* Fantasie en verbeelding spelen een belangrijke rol;
* Het is een manier om je te leren uiten;
* Heeft een positieve invloed op het zelfvertrouwen;
* Cliënten leren keuzes te maken, zichzelf te presenteren en zich te uiten en samenspel.

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 8: Noem 5 voorbeelden van activiteiten die te maken hebben met drama?

Slide 24 - Open vraag

Woon- en verzorgende activiteiten
Er zijn ook nog woon- en verzorgende activiteiten, maar deze worden behandeld bij ADL!

Slide 25 - Tekstslide

OPDRACHTEN
Maak opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 van hoofdstuk 1 uit het boek (bladzijde 10 tot en met 18)

En vergeet niet de 8 vragen te beantwoorden van deze LessonUp!

Slide 26 - Tekstslide

Einde les 1

Slide 27 - Tekstslide