3M1 - 240924 Chapter 1

3M1 Chapter 1
24 sept 2024
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3M1 Chapter 1
24 sept 2024

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Question Tags...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is een Question Tag?
Waarom gebruiken we Question Tags?
Hoe schrijven we een Question Tag op? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Question Tags
Hoe maak je een question tag? 
De regel:  Bevestigende zin (+), ontkennende question tag (-)
                     Ontkennende zin (+), bevestigende question tag (-)
  • Vorm van 'to be' (am-is-are-was-were)
  • Hulpwerkwoorden (1e van 2)
  • Vorm van 'to do' (do-does-did)


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Question tags
You like cake,
don't you?
He's reading,
isn't he?
She applied for the job,
didn't she?
He didn't leave home,
did he?
They'll be here,
won't they?
You wouldn't like coffee, 
would you?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The children are very quiet, ........ ?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My parent didn't go to the party, ..... ? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

My sister will never go to college, ......? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Question Tags

These women are independent, ...?
A
are they
B
aren't they
C
are she
D
aren't she

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question tags
She sings beautifully,____?

A
isn't it?
B
doesn't she?
C
didn't she
D
don' t she

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt de question tag?
She plays football.........?
A
was she?
B
does she?
C
doesn't she?
D
wasn't she?

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question Tags
Welke zin is correct?
A
Andrew and Jim aren't happy, are he?
B
Andrew and Jim aren't happy, aren't we?
C
Andrew and Jim aren't happy, are they?
D
Andrew and Jim aren't happy, is he?

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question tags.
The man watched tv, ............. ?
A
don't he
B
doesn't he
C
did he
D
didn't he

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt de question tag?
Pete is sick,............?
A
is he
B
isn't he
C
is Pete
D
isn't Pete

Slide 14 - Quizvraag

Het werkwoord in de zin ( gedeelte voor de komma) staat zonder not. Dan moet dit werkwoord in tag met not.

Pete is een naam en die mag niet in de tag voorkomen. Pete is een he.
Question tags
She won't be there, ____?
A
will she?
B
does she?
C
isn't she?
D
won't she?

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question tags?
Sue wasn't sick, _______?
A
was Sue
B
wasn't sue?
C
was she
D
wasn't she

Slide 16 - Quizvraag

Het werkwoord in de zin ( gedeelte voor de komma) staat zmet not. Dan moet dit werkwoord in tag zonder not.

Sue is een naam en die mag niet in de tag voorkomen. Sue is een she
Question tags.
She is 35, ________?
A
is she
B
isn't she
C
does she
D
doesn't she

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question tags.
Susan likes dogs, ________?
A
likes she
B
don't she
C
doesn't she
D
does she

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In een question tag mag je ook namen herhalen
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Dit mag niet. De naam wordt vervangen door een he, she, they of we
Question tags.
Sue can't dance, ................ ?
A
can't she
B
can she
C
doesn't she
D
does she

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question Tags

This boy is crazy, ...?
A
is it
B
is he
C
isn't it
D
isn't he

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Question Tags
Welke zin is correct?
A
Tom is very strong, is he?
B
Tom is very strong, isn't he?

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt de question tag?

She was late,............?
A
was she
B
wasn't she
C
does she
D
doesn't she

Slide 23 - Quizvraag

Het werkwoord in de zin ( gedeelte voor de komma) staat zonder not. Dan moet dit werkwoord in tag met not.