1.1 Hoe ontstond de industrie?

1.1 Hoe ontstond de industrie?
1.1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.1 Hoe ontstond de industrie?
1.1

Slide 1 - Tekstslide

1. Introductie
2. Leerdoelen
3. Uitleg
4. Werktijd
5. Afsluiting
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoe verliep de productie tijdens de 19e eeuw?
Belangrijke vragen bij 1.1
Hoe en waardoor nam de productie toe?
Hoe groeide de industrie in Nederland?
Hoe veranderde de verhouding tussen werkgevers en -nemers?

Slide 3 - Tekstslide

Blz. 10
Opdracht 2 samen maken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Oude krachten

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Revolutie
= meer katoen spinnen...
= machines nodig die sneller werken dan mensen

= Snelle verandering

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelencheck
  1. Leg het begrip huisnijverheid uit. 
  2. Wat komt de grondstof voor de huisnijverheid vandaan?
  3. Leg het begrip industriële revolutie uit.
  4. Benoem 3 oude energiebronnen.

Slide 11 - Tekstslide

Noem minimaal 1 ding over de industriële revolutie, dat je voor de les nog niet wist.

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag:
Wat: lees en maak van 1.1 Hoe ontstond de industrie? vraag 3 t/m 5


Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken.

Hulp: de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: Boek lezen!





Slide 13 - Tekstslide

1.1 Hoe ontstond de industrie?
1.1

Slide 14 - Tekstslide

Lesdoelencheck
  1. Leg het begrip huisnijverheid uit. 
  2. Wat komt de grondstof voor de huisnijverheid vandaan?
  3. Leg het begrip industriële revolutie uit.
  4. Benoem 3 oude energiebronnen.

Slide 15 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoe verliep de productie tijdens de 19e eeuw?
Belangrijke vragen bij 1.1
Hoe en waardoor nam de productie toe?
Hoe groeide de industrie in Nederland?
Hoe veranderde de verhouding tussen werkgevers en -nemers?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Welk voordeel heeft een stoommachine in vergelijking met spierkracht?
A
Stoommachines zijn groter.
B
Stoommachines kunnen overal neergezet worden.
C
Stoommachines worden minder snel moe.
D
Je hebt minder mensen nodig.

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Aan de slag:
Wat: lees en maak van 1.1 Hoe ontstond de industrie? vraag 6 t/m 12


Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken.

Hulp: de theorie (lees goed!)
              buurman/buurvrouw naast je
              de docent

Klaar: maak herhaling of leesboek





Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoe verliep de productie tijdens de 19e eeuw?
Belangrijke vragen bij 1.1
Hoe en waardoor nam de productie toe?
Hoe groeide de industrie in Nederland?
Hoe veranderde de verhouding tussen werkgevers en -nemers?

Slide 27 - Tekstslide