In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Mystiek
Nola, Mirthe, Olaf, Joyce en Chris
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud
Leerdoelen
Wat is mystiek?
Soorten mystiek
Mystiek in grote religies
Personen die te maken hebben met mystiek
Een aantal multiple choice vragen
Metafysica
Nog een meerkeuzevraag
Terugkoppelen op de leerdoelen
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat mystiek inhoudt
Je kent een aantal soorten mystiek
Je weet wat mystiek voor een rol speelt in verschillende religies
Je kent 3 verschillende mensen die met mystiek te maken hebben
Je kan uitleggen wat metafysica betekent
Slide 3 - Tekstslide
Wat is mystiek?
Slide 4 - Tekstslide
Mystiek = Het hartstochtelijk streven naar een persoonlijke vereniging van de ziel met god & verwijst ook naar de achterliggende leer over kennis en persoonlijke ervaring van toestand van bewustzijn voorbij de normale menselijke waarnemingen.
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerken
Mysticus probeert zich te verenigen met het bovenaardse
Eigen subjectieve werkelijkheid niet afzonderlijk van de object-gerichte werkelijkheid
Slide 6 - Tekstslide
Soorten mystiek
religieus
natuurlijk
psychedelische drugs (wel aangeven dat het actueel is)
muziek (iets toegankelijker)
Slide 7 - Tekstslide
In welke vorm heb jij (enige) ervaring gehad met mystiek
Mystiek op religieus gebied
Mystiek op natuurlijk gebied
Mystiek op het gebied van drugs
Mystiek op het gebied van muziek
Slide 8 - Poll
Mystiek in het Christendom
Jezus Christus
Christus zijn wil heeft losgelaten en overgegeven aan God en handelt volgens die ‘hogere wil’
Slide 9 - Tekstslide
Mystiek in het Boeddhisme
Soort mystiek
Vader westerse mystiek
Verlichting het streven naar bovennatuurlijke
Slide 10 - Tekstslide
Mystiek in de Islam
Soefisme
Koranteksten
Hellenistische wereld en oosterse kerk
Versmelten met God
Slide 11 - Tekstslide
Hildegard von Bingen (mysticus)
Hildegard, geboren 1098 in Bermersheim vor der Höhe
abdis, componiste, filosofe, kloosterzuster, schrijfster, theologe en boekverluchter
Op 10 mei 2012 door paus Benedictus XVI verklaard als heilig
Hildegard is de bekendste mysticus van de 12e eeuw
Slide 12 - Tekstslide
Heidegger (filosoof)
NSDAP en Hitler
Nihilisme --> de ontkenning van het bestaan van betekenis of waarde in de wereld
Slide 13 - Tekstslide
Wat is propositie
A
Een wiskundige term
B
Een ander woord voor voorganger
C
Beweerzinnen waarvan je kunt vaststellen of ze waar of niet waar zijn
Slide 14 - Quizvraag
Wat is nihilisme
A
Leven met zo min mogelijk
B
De ontwaarding van de hoogste waarden
C
Het universum zien als een atoom tussen alle moleculen
Slide 15 - Quizvraag
Wat is zijnsvergetelheid
A
Niet meer weten hoe je je moet aanpassen aan de normen en waarden van je omgeving
B
Het vergeten van het zijn zelf
C
Een ander woord voor dementie
Slide 16 - Quizvraag
Wat is metafysica
A
de voorloper van quantumfysica
B
een leer die op zoek gaat naar het wezen van die werkelijkheid en wat er achter zit
C
de wetenschap van de mystiek, met de vraag of mystiek waarneembaar is
Slide 17 - Quizvraag
Leeft dit?
A
ja
B
nee
Slide 18 - Quizvraag
leeft dit?
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quizvraag
Leeft dit?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quizvraag
Leeft dit?
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quizvraag
Criteria om vast te stellen of iets bestaat: (entiteit)
Iedere entiteit moet ofwel een individueel ding zijn, of een eigenschap, of een relatie, of een gebeurtenis, of een toestand of een verzameling.
Het bestaan of zijn, van iets is dat wat het een bestaand iets maakt. Zoals ademen, reageren en bewegen.
Alles wat eigenheid (identiteit) bezit en onderscheiden kan worden van al het andere, is een entiteit. Dus alles wat iets uniek maakt.
Een entiteit moet een verbinding hebben met zijn eigenschappen en moet met andere entiteiten relaties aan kunnen gaan.
Iedere entiteit moet logisch consistent zijn, samenhangend.
Slide 22 - Tekstslide
Aristoteles
Zintuigen
Zijnsleer
Volgens de metafysica is er niets, of het moet bestaan in de samenhang (of de relatie) met alles
Het terrein van de modellen, theorieën, hypothesen enzovoorts die niet experimenteel getoetst kunnen worden