Vakantiebestemming (dit jaar, of een voorgaand jaar)
noteer de naam van je vakantiebestemming (gebruik eventueel de atlas);
noem twee dingen over je vakantiebestemming die je je herinnert; een daarvan moet iets met aardrijkskunde te maken hebben (bijvoorbeeld over klimaat, cultuur, bevolking);
zoek in de atlas een kaart die iets over je vakantiebestemming vertelt wat jij nog niet wist.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is hier aardrijkskundig aan?
Slide 3 - Tekstslide
Puzzel
Schrijf na elke aanwijzing op wat volgens jou de bestemming is/ in welk gebied de bestemming ligt. Noteer steeds of je een atlaskaart kunt gebruiken en zo ja welke.
Slide 4 - Tekstslide
Aanwijzing 1
In mijn vakantiebestemming is het zes uur later dan in New York
Slide 5 - Tekstslide
Aanwijzing 2
Op 9 augustus kwam de zon op onze bestemming op 5.40 uur op en ging onder om 21.21 uur.
In Hardenberg kwam de zon op om 6.06 uur en ging onder om 21.11 uur.
Slide 6 - Tekstslide
Aanwijzing 3
De bevolkingsdichtheid in mijn vakantiebestemming ligt tussen de 10 en 50 inw/km2
Slide 7 - Tekstslide
Aanwijzing 4
De oorspronkelijke vegetatie in dit gebied is zomergroen loofwoud.
Slide 8 - Tekstslide
Aanwijzing 5
De arbeidsparticipatie van vrouwen in dit gebied is 70% of meer.
Slide 9 - Tekstslide
Aanwijzing 6
Op weg naar mijn vakantiebestemming ben ik twee landsgrenzen gepasseerd.
Slide 10 - Tekstslide
Aanwijzing 7
Vanuit de dichtsbijzijnde havenstad kun je met de (express)ferry in drie uur in Noorwegen zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Aanwijzing 8
Deze plaats heeft minder dan 50 000 inwoners
Slide 12 - Tekstslide
Aanwijzing 9
De absolute afstand tussen mijn vakantiebestemming en de hoofdstad (grootste stad van Noord-Jutland) is ongeveer 75 km2.